GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De Familie Kruse”, door Jeanna Oterdahl.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Familie Kruse”, door Jeanna Oterdahl.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de bekende Zweedsche Schrijfster Jeanna O t e r d a h 1, over wier romans „Inger Skram" en „Het Huis met de Rozenhaag" we in een der artikelen van dea vorigen jaargang geschreven hebben, is weer een nieuw boek in vertaling verschenen: „De Familie K r < u s e", een gezinsroman uii het Stockholmsche leven van de vijftiger jaren der 19e eeuw. En zoo goed als de beide vorige romans de aandacht waard waren om hun onderscheidene qualiteiten, zoo goed, en om dezelfde reden, verdient dit nieuwe boek belangstelling.

Eigenlijk is een gezins-of familieroman een geheel afzonderlijk roman-type. Hij verschilt van elke andere romansoort in bouw. Immers, eigenschap van, en ook voorwaarde voor den goeden literairen roman is, dat hij een centrale figuur heeft, om wien zich alle andere optredende personen groepeeren en die tot elke geschetste verhouding in betrekking staat. Dat beteekent niet, dat alles, wat niet die figuur rechtstreeks belangt in het donker blijven moet. maar het eischt, dat de lichtconcentratie op hem of haar valt en niet de schadmv van druk-bewegende bijfiguren zijn of haar beeld verdonkert. Een roman als Couperus' „Eline Vere" zouden we in dezen ten voorbeeld kunnen noemen. Dat boek wemelt, om zoo te zeggen, va.n personen en gebeurtenissen en toch staat Eline altijd in het middelpunt en is iedere lijn van het boelv een verdieping van haar beeld. De literair-goede roman is een. eenheid, waarvan we, min of meer duidelijk, de deelen kunaen onderscheiden.

Bij den familieroman echter staat de zaak precies andersom. Die heeft niet één hoofdfiguur, maar even. zooveel gelijkwaai'dige personen als er leden zijn van de familie of het gezin. De eene moge meer belangwekkend zijn dan de andere, zoodat de figuren niet als soldaten in een gelid staan, elk individueel mensch is op zichzelf object van beschouwing en het gezin en gezinsleven, dat onderwerp is van den romaU; is niet anders dan de som van de, vaak zeer onderscheiden, samenstellende waarden. En de roman, die alszoodanig een eenheid wezen moet, is de verbinding van de verschillende, afzonderlijke deelen. Robbers' „De roman van een gezin" is hier het typeerende voorbeeld. Daarin treden ten tooneele Jan Croes, de zakenman en zijn vrouw Emma, die geheel haar leven leeft; de zoons: een effectenhandelaar, een student, een H.B.S.-er, en een achterlijke schooljongen, die elk hun eigen wereld hebben en zonder contact met de anderen daarin verkeeren, de dochters Jeanne en het bakvischje Noortje, die elkanders antipoden zijn — en die alle, afzonderlijkheden ieder op zichzelf en aparte objecten van zielkundige ontleding, vormen dan het gezin, welks leven product is van al deze factoren. De eenheid van een roman als deze komt dus van buiten-af, terwijl die bij den gewonen roman van binnen-uit ontstaat. Dat is het integreerende verschil, dat de'n gezinsroman tot een geheel eigen type maakt.

Nu behoeft het wel geen breed betoog, dat dit karakter aan den Auteur van den gezinsroman bijzondere eischen stelt. Heel licht loopt hij het gevaax, dat zijn roman als roman mislukt, dat wil dus zeggen, dat de afzonderlijkheden, afzonderlijkheden blijven en niet tot een werkelijke eenheid samengroeien. Zijn boek wordt dan een soort levende-heelden-spel, waarin wel elk beeld beweegt, maar weer stilstaat zoodra de regisseur zijn aandacht aan een ander deel van 'het tooneel wijden moet. En dat, terwijl het de taak is. van den gezinsroman een gezins leven te teekenen als spiegel, van het groote leven daarbuiten, dat op ieder lid van het gezin zijn eigen stempel zet.

Handelen we dus in dit artikel over, den gezinsroman „De Familie Kruse" van Jeanna Otherdahl, die in haar vorige boeken de bewijzen gegeven heeft, dat ze is een Schrijfster van onmiskenbaar talent, dan gaat het om do' vraag, of deze roman werkelijk tot een gezinsroman is gegroeid.

De Zweedsche pers, zooals blijkt uit voorin het hoek afgedrukte recensies, was zeer tevreden over den roman, noemde dien „een der beste boeken, die dit jaar zijn uitgekomen" en kende hem „groote waarde (toe), zoowel als roman met zijn fijne karaktei'teekening, als ook uit het oogpunt van beschavingsgeschiedenis".. En deze lof is verdiend. Het boek heeft inderdaad beteekenis als roman en geeft stellig een goeden indruk van het leven der gegoede Stockholmsche kringen in het midden der vorige eeuw. Inzooverre beantwoordt het dus aan de eischen, die aan den familieroman te stellen zijn. Maar de eigenlijke kracht van de Schrijfster, zooals die zoo duidelijk blijkt uit „Inger Skram" ligt toch niet in de compositie der afzonderlijkheden, maar in de teekening en analyse •van die afzonderlijkheden zelf. Het licht is diffuus — en dat is juist — maar het blijft diffuus, omdat niet het gezin als geheel, maar enkele personen daaruit als Mevrouw Kristina, de moeder, en Agnes de pleegdochter over de andere figuren domineeren. We zien dat, als we het begin en het slot van 't boek samenvatten.

De familie Kruse is het gezin van den rijken brouwer Maarten Kruse, een goed, warm-voelend mensch. In zijn jeugd is hij bevriend geweest met Knud Lind, die later als predikant uit zijn gezichtskring verdween, maar dien hij zich nu, bij het begin van 't verhaal, weer herinnert, als hij droomt, dat Lind hem hulp vraagt voor zijn twee dochtertjes. Straks blijkt deze droom een soort van visioen geweest te zijn, als in oen der volgende hoofdstukken verteld wordt, hoe de predikant op de jacht verdrinkt en zijn ouderlooze dochtertjes (de moeder is sinds een paar jaar dood) naar Stockholm trekken om daar een onbekende tante te zoeken. En wanneer dan, na velerlei omzwervingen, deze kinderen Kruse ontmoeten, weet hij zijn taak. Na overleg met zijn vrouw neemt hij de beide meisjes, Agnes en Netta, bij zich in huis.

Deze daad nu is de spil van het heele verhaal. Want we zien haar als een daad van opoffering (Kruse heeft zelf vier kinderen, die veel zorg eischen), maar die straks rijke belooning geeft. En ook zijn deze meisjes, of ten minste Agnes, de eigenlijke hoofdfiguren van het boek. Haar blijven we zien: in het opgroeien met .Kruse's eigen kinderen, in haar toewijding voor Mevrouw Kruse en straks voor Stephan, den tweeden zoon des huizes, in haar liefde^ voor alles en allen. En aan het slot, als de debacle over het gezin gekomen is en Mevr. Kruse als arme weduwe achterblijft, 'staan Agnes en Netta weer op den voorgrond. Dan zijn ze haar troost en vindt zij in het meeleven der pleegdochters en vooral nu ook van, Netta (want Agnes trouwt met Stephan) het groote loon voor de daad van hulpvaardigheid, die zij eens verrichtte.

Dit alles is mooi en boeiend beschreven; zuiver ook van ontleding en nergens door sentimentaliteit ontsierd. Maar het is een afzonderlijkheid, als waarvan we boven spraken, een fragment van den roman van een gezin, dat niet met het overige volkomen tot een harmonische eenheid vergroeit. Dit element staat van meet aan in het volle licht; het blijft de lichtconcentratie ontvangen en is daardoor eigenlijk een roman in den roman. Het zijn ongetwijfeld de bijzondere eigenschappen van analyse en uitbeelding, die dit veroorzaken en we aarzelen geen oogenblik met te zeggen, dat èn Mevrouw Kristina èn Agnes prachtfiguren zijn, doch in den familieroman, die immers moet zijn samenbinding van onderscheidene, doch gelijkwaardige deelen, is zulk een sterk geaccentueerd element een bnevenwichtigheid, die tot gevolg heeft, dat het hcht niet ten volle valt op het gezin.

Voor het overige echter is „De Familie Kruse" een boek, dat werkelijk de qualificatie: van groote waarde èn als roman èn uit het oogpunt van beschavingsgeschiedenis, verdient. Want in de lotgevallen van Maarten Kruse en zijn zes kinderen krijgen we een voortreffelijk getypeerde teekening van den tijd te genieten en deze personen met bijfiguren als Muller, de oude bediende en Cille, het trouwe „familiemeubel", maken het geheel tot een boeienden roman, dien men van 't begin tot het einde (en 't is een lijvig boek!) met het grootste genoegen leest.

In hoofdzaak komt de inhoud neer op het volgende.

Kruse is groot-zakenman, die zijn huis ook op grooten voet heeft ingericht, maar óók een weldoener van anderen en een helper in allen nood. Daardoor valt immer een koesterende warmte in zijn huis en is het leven der familie, door de zorgzame" vrouw des huizes bovendien uitnemend geleid, rijk en gelukkig. Maar die goedgeefschheid van den vader wórdt aller ongeluk. Want tegen den raad van zijn oudsten zoon in, die hem vóór zijn vertrek (hij zal, als opvolger in de zaak; een relatiereis ondernemen) nog waarschuwt, blijft hij borg voor een firma, wier soliditeit twijfelachtig is. En als dan na eenigen tijd de debacle komt en die firma failliet gaat, is Kruse totaal geruïneerd. Zoozeer schokt hem dat bericht, dat hij dood ineenzakt, en als Thomas, de zoon, die telegrafisch teruggeroepen is., in Stockholm aankomt, vindt hij slechts de puinhoop van wat hij verliet.

Al het rijke bezit uit het groote huis moet worden verkocht. Mevrouw Kristina moet als een arme weduwe naar Upsala verhuizen om daar bij een vroegere huisjuffrouw der familie haar intrek te nemen en de welvaart maakt plaats voor de grootste ontbering. Maar dan zijn het de getrouwen van het huis. Muller, de ietwat excentrieke bediende, en Cilla, de trouwe gedienstige, die uitkomst brengen. Muller heeft een kostbare verzameling vlinders, die hij te gelde maakt en Cilla heeft haar zuinig beheerde spaarcenten — en van dat geld huren ze in Stockholm een huis, koopen terug verschillende erfstukken der familie als meubilair en zoo kan Mevrouw Kristina met de kinderen, voorzoover die niet reeds „in betrekking" zijn gegaan, weer een eigen woning betrekken, met eigen huisraad gemeubeld.

Nu schuilt de waarde van dit verhaal niet in het verhaal zelf. Men kan, zoo men wil; zelfs van gelukkige toevalligheden en onwaarschijnlijke gelukkigheden spreken. De kracht ligt in de karakterteekening: van Mevrouw Kristina en Agnes eu Kristin, . de dochter, en Muller en Cilla — we kunnen gerust zeggen van alle optredende personen. En in deze gave typeeringen, dat aanvullen door den een van den ander, de juiste belijning van ieders plaats in het geheel van 't gezin, is toch deze roman een alleszins goede proeve van den familie-roman, zoodat we, als conclusie van onze beschouwing en in antwoord op de vraag, die we aan het begin van dit artikel stelden, kunnen zeggen, dat de roman, ondanks de bovengenoemde onevenwichtigheid, als gezinsroman geslaagd mag heeten.

Als verhaal op-zichzelf, als lectuur zoo „men wil, is hij zelfs bijzonder goed. En, wat voor ons de waarde ervan verhoogt, hij is van een christelijken geest doortrokken. Zelfs is de strijd van Mevrouw Kristina om berusting in Gods weg, als Zijn hand zoo zwaar het gezin treft, een der mooiste passages.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

„De Familie Kruse”, door Jeanna Oterdahl.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's