GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is de verheerlijkte Jezus nog vatbaar voor lijden?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de verheerlijkte Jezus nog vatbaar voor lijden?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze vraag, die me gedaan werd door een moeder, uit naam van haar dochter, en die de eenige is, welke ik nog in voorraad heb, is zeker nog niet bij zoo vele van m'n lezers opgekomen.

Toch is het niet zoo vreemd, dat ze opkomt.

Als we denken aan Jezus' belofte, dat Hij, ook na Zijn terugkeer tot den Vader, met de 'Zijnen wezen zou al de dagen tot aan de voleinding der wereld; als we van Hem lezen, als.van den goeden Herder, die de Zijnen kent, en als van den Hoogepriester, die medelijden kan hebben met hunne zwakheden, en die voor hen tusschen treedt bij den Vader; en daarbij dan bedenken, dat onze Heere Jezus Christus, bij Zijn verheerlijking, hoeveel er toen ook bij Hem veranderde, toch waarachtig mensch is gebleven — dan voelen we de neiging bij ons opkomen, om Hem nog altoos toe te kennen alle mogelijke affecten, dié wij hebben, en waaraan ook Jezus, toen Hij nog op aarde was, toonde in 't geheel niet' vreemd' te zijn.

Wat Jezus als Herder en voorbiddende Hoogepriester voor de Zijnen in den hemel is en doet, dat kan, zoo redeneeren we licht, toch evenmin buiten zijn hart omgaan, als Zijn ontfermend ingaan op hun lijden en hun nooden, toen Hij nog op aarde was. En dus moet alle smart bij de Zijnen wel een schaduw van droefheid werpen ook in Zijn menschelijke ziel.

Nu moeten we stellig, naar al wat de Schrift ons hier openbaart, onverzettelijk • vasthouden aan de waarachtigheid van Jezus' menschelijke natuur na Zijn hemelvaart, en even onverzettelijk aan de innige, gemeenschap, die onze Heiland in den hemel maakt met Zijn volk op aarde.

Neen, die gemeenschap der liefde gaat zeker niet buiten Jezus' hart om.

Ze doet dat veel minder dan ónze gemeenschap met Hem buiten óns hart omgaat.

Rijker en teerder meeleven, dan er bij Jezus is met elk der Zijnen kan er zelfs, bij de innigst liefhebbende moeder niet zijn met haar lijdend kind.

Maar dat alles neemt niet weg, dat er voor lijden bij onzen Heere Jezus Christus geenerlei plaats is; zelfs niet in den vorm van medelijden.

Dit volgt reeds hieruit, dat er bij Jezus alleen plaats was voor het lijden van den Borg en Middelaar van Zijn volk.

Ander dan b o rg t o chf elij k lijden heeft Christus nooit gekend.

En dat borgtochtelijk lijden hield op, toen Jezus alle gerechtigheid had volbracht.

Daarmee was alle lijden voor Hem ten einde.

Alle lijden bij Jezus, nadat Hij voor de Zijnen de volle straf der zonde leed, en aan 't kruis uitriep: „Het is volbracht!" zou onrecht jegens Hem zijn.

Voorts is elke gedachte, als kon er nu 'nóg door Hem geleden worden, in tegenspraak met den staat, waartoe onze Middelaar sinds Zijn hemelvaart geraakte.

De staat der heerlijkheid, die reeds met Zijn opstanding uit de dooden aanving, werd met Zijn hemelvaart .en daaropvolgend plaatsnemen aan Gods rechterhand volkomen.

En die volle verheerlijking Zijner menschelijke natuur sluit haar volkomen zaligheid in.

In den hemel is geen plaats voor droefheid of

lijden in welken vorm ook; en wie bij Jezus' wederkomst dan ook mag ingaan in het nieuwe Jeruzalem, dat uit den hemel neerdaalt, dien zullen alle tranen van de wangen worden afgewischt. We moeien ons dus alle meeleven, alle ontferming en alle medelijden van den verheerlijkten Christus met de Zijnen denken, als in de zaligheid, die Jezus ten deel viel, verheven boven alle lij d en.

Hoe ze dat kunnen zijn, en dan tóch nog barmhartigheid, ontferming en medelijdon kunnen heeten, en het z ij n, teerder en inniger dan ze ooit bij ons kunnen wezen — dat hegrijpen we zeer stellig niet.

Zooals we óók niet begrijpen, hoe onze God, tot Wiens volmaaktheid behoort, dat Hij een volzalig Wezen is, toch in ontferming over ons bewogen kan zijn, en het van den Heiligen Geest zelfs heeten kan, dat Hij door ons , .bedroefd" kan worden-

Als de Schrift ons van dergelijke affecten in God spreekt, spreekt ze van Hem op menschvormige wijze, en zegt ze ons daarmee, dat ons doen en laten, en dat onze weg en ons lot, niet omgaaai buiten het hart onzes Gods, en dat Zijn liefde ze liefhebbend, helpend en zorgend onderscheidt, maar dat ze dit alles doet op een goddelijke wijze, d.w.z. op een wijze, die met de volmaaktheid van Gods wezen overeenkomt, maar die juist daarom oneindig hoog boven onze bevatting uitgaat.

En zoo is het óók in het liefdesleven van den Heiland.

Begrijpen — neen, dat kunnen we hier niet. Doch welk een genade als we g e 1 o o v e n mogen.

V.

Correspondentie. Lezer te H. (Post R.). Uw vraag zond ik, als vallende buiten mijn rubriek, aan een der andere medewerkers aan dit blad.

F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Is de verheerlijkte Jezus nog vatbaar voor lijden?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's