GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gerrit Willem Knap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gerrit Willem Knap

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

gekenschetst als kunstschilder en aestheticus, met een voorwoord van Prof. Huib. Luns, en 61 reproducties. Prijs ƒ7.90. Luze uitg. in leeren bd. ƒ 15.—. N.V. Drukkerij en Uitgevers-Maatschappij „De Vlijt", Arnhem.

II.

De verschillende phasen, die Knap in zijn kunstopvatting achtereenvolgens heeft doorgemaakt, d© drie phasen, waarin de geest van zijn tijd zich vooral uitte, zijn het realisme, het impressionisme en de tijd, waarin het streven naar st©rk©r gebondenheid zich openbaarde.

In het begin van Knaps loopbaan heerschen de beginselen van het realisme op alle gebied. Het accent is verlegd op het „diesseits". Er is een trek naar het materieel© ©n men heeft maar weinig of geen oog meer voor het hoogere, voor het geestelijke. De tijd begint te staan in het teeken der natuurwetenschappen en techniek. Op het gebied van de wijsbegeerte heerscht het positivisme en in de litteratuur d© naturalistisch© opvatting van Flaubert's Madame Bovary en de werken van Zola. Onder al deze p^arallelverschijnselen vinden wij dezelfde openbaring op het gebied van de schilderkunst.

Courbet, de grootmeester van d© realistische opvatting in de schilderkunst wil alleen schilderen wat men ziet, de realiteit zonder meer.

Knap ondergaat evenals de meeste kunstenaars van dien tijd deze invloeden en zijn ©erste werken dragen hiervan den stempel. Vooral zijn schilderij „Raamgracht met Zuiderkerktoren" getuigt van een zuiver naïef realistische opvatting, al is h©t doortrokken van een min of meer idealistisch licht.

Op het realisme volgt het impressionisme. Ddt impressionisme is eigenlijk hetzelfde realisme, maar nu wordt alles vervluchtigd. Het leven jaagt naar ©en vluchtig genieten van het momenteele. Het is ©en genieten van oppervlakkige indrukken ©n als men hierbij nog oog heeft voor een diepere wereldbeschouwing, dan is deze gewoonlijk het pantheïsme. De mensch zelf is hierbij vervluchtigd tot ©en luchtig moment in het haastig voorbijsnellen van het materieel gebeuren, een molecule in den eindeloozen stroom, die zich voortbeweegt volgens een doelloos motief. Deze geest spiegelt zich af in wijsbegeerte, wetenschap en kunst.

Overal is men ingesteld op de schafceering, op de nuance. De zielkunde is ©en zielkunde zonder zi©l, of als men nog van ©en ziel wil spreken, dan is deze de som van de indrukken, de gewaarwordingen van onze zinnen.

De wijsbegeert© is ©en soort psychologisme, dat d© indrukken van de zinnelijke waarneming ordent. De inhoud van dit bewustzijn is het voorwerp van onze kennis en h©t wereldbeeld gaat op in de geordend© kennis van den in voortdurende strooming verkeer©nden bewustzijnsinhoud.

De theologie is niet meer d© kennisse Gods, maar gaat op in godsdienstwetenschap en is de som van de religieuze uitingen van den mensch.

Op het gebied van het onderwijs is het id©aal het vele, het reëel-aanschouwelijk© en de m©©r geestelijfc gestyleerde opleiding aan het gymnasium treedt terug voor ©en meer materieel ge^schakeerd onderwijs op de H. B. S.

Zoo geeft ook op het gebied van de schilderkmist het impressionism© dan vluchtigen indruk. De realiteit verliest haar vastheid ©n soliditeit. Zij. baadt in ©en stroom van licht en lost zich op in vluchtige verschijningsvormen, die de schilder op zijn do©k omtoovert in klteurvlekken ©n kleurnuances.

Het wordt alles geschilderd© oppervlakkigheid, een zee van kleurvlekken, alleen gebonden door het licht, waarbij alle contouren v©rdwijn©n en zich oplosson en de lijnenperspectief zich vervluchtigt tot luchtperspectief.

Manet in zijn laatste periode en vooral Claude Monet Sisley en Pizarro zijn de groote impressionisten in Frankrijk en bij ons volgen de Haagsch© en Larensche school van Israels en Mauve en de meer forsche Amsterdamsch© school van Breitner ©n den jongen Israels. Tot deze Amsterdamsch© school behoort in dien tijd ook Knap. In deze» periode worden zijn stadsgezichten ©ii figuurcomposities ijler ©n luchtiger. De contouren verdwijnen steeds meer. Het schilderij wordt ©en eindeloos gewiemel van fijnvibreerend© kleurvlekken, al verliest hij ook hier niet den bouw en de saamg©bondenheid. In deze periode wordt ook zijn palet lichter. In bet algemeen kan men dit toeschrijven aan den invloed van het impressionisme, dat teger lijk luministisch is, het zwart van het palet weert en de gele, rood© ©n blauwe tinten laat vibreeren. in het volle natuurlijke licht. Maar ook zijn reizen' naar Italië zijn hier niet zonder invloed gebleven.

De Italiaansche lucht is ijl en transparant en alles trilt er meer in een bonter en luchtiger kleurengamma in de gouden zon aan den blauwen hemel. Knap schildert er in Venetië, Verona, Rome en vooral in Napels. Uit dezen tijd dagteekenen zijn fijne aquarellen 'en zpjn doeken met de fijn© zilverkleurige grijzen.

Als tenslotte in het impr©ssionism© h©t schilderij, zijn stevigheid verloren heeft, tot d© uiterste vaporeuz© fijnheid is gekomen, kan men in dez© richting niet verder. Het blauw, het geel, het rood zijH' eindeloos gevarieerd. De locale kleur heeft zich opgelost in niet meer te onderscheiden valeurs ©n toonwaarden. Het wordt tenslotte een ijl© luchtig© damp en bij ©en verder gaan in deze richting zou de kleurverfijning niet meer zijn waar te nemen' en zich in de vaagheid verli©z©n.

De opvatting van h©t impressionisme slaat nu om in haar tegendeel.

Ook dit verschijnsel vinden wij overal. In h©t impressionisme had de mensch zich op d© objectiviteit meer passief ingesteld. Zijn geheele wezen was er op uit overal indrukken, vluchtige impress sies op te vangen, deze te registreeren en in verband t© zien.

In de volgende phase, di© van het z.g.n: expres.sionisme in den ruimsten zin, treedt de mensch meer agressief op. Hij staat niet meer passief^ maar actief tegenover de dingen. Lag in het impressionisme het hoofdaccent op d© objectiviteit, in het expressionisme ligt het accent in h©t subject, het Ik. Was vroeger de ziel de som van de impressies van de zinnen, nu wil zij niet meer passief voortdrijven op ©en zee van onbegrensd© verten. Zij wil niet m©er geknecht zij'n door ©en

doelloos noodlot, maar laat zich met onstuimig© en ongetemde kracht overal gelden. Ook dit expressionisme, dat het impressionisme heeft afgewisseld, openbaart zich op alle parallelgebieden van het practische en theoretische leven, op dat van wetenschap en kunst. Op het gebied van de schilderkunst zijn vooral Cézanne en Van Gogh de groote baanbrekers en openbaart zich hetzelfde streven in meerdere of mindere mate met grooter of kleiner talent in allerlei richtingen als het kubisme, futurisme, abstractionisme, absolute schilderkunst enz. Die ziel heeft hier haar onderworpenheid, haar ontvankelijkheidsgevoel, haar passiviteit tegenover de natuur en de objectiviteit afgelegd en maakt nu omgekeerd de natuur tot drager, symbool van eigen subjectieve gevoelens, breekt om zoo te zeggen de natuur stuk en vernietigt die en bouwt de elementen daarvan weer op naau eigen opvatting, naar eigen architectuur en comr positie.

Cézanne bouwt het schilderij op in kleurvolumes in kleurblokken. Van Gogh vat d© natuur in ©en hartstochtelijk barok vlammend lijinenspel. Het kubisme kristalliseert en verstart het expressionisme tot dogma en ziet tenslotte niets anders dar)! bouw-en stijlcomposities. Hierbij' is, evenals in het abstracte schilderij b.v. van Piet Mondriaan en Theo van Doesburg en in de absolute schilderopvatting van Kandinsky de gelijkenis met de natuur geheel verdwenen. Vooral bij deze uiterste opvattingen klaagt de mensch er over, dat hij niet meer kan zien wat het schilderij voorstelt.

Alle opvattingen van het expressionisme in den ruimsten zin hebben gemeen, dat zij in tegenstelling met het impressionisme streven naar strenger opbouw.

En dit is, wat ook in de verdere' ontwikkeling van Knaps opvatting is waar te nemen. Het was vooral, zooals wij zagen, de compositiedrang in lijnenspel en kleuren, die zijn opvatting beheerschte. Mocht deze eigenschap door het impressionisme oogenschijnlijk wat gevaar loopen onderdrukt te worden, de tijd was nu aangebroken, dat deze zich met aUe kracht kon uiten en dat niet alleen door den invloed van de verandering van de algemeen© mentaliteit, maar hier werkt nu tevens de invloed van zijn Calvinistische levensopvatting, die intusschen bij hem was gerijpt.

Het Calvinistisch wereldbeeld toch is een beeld van groote streng© structuur. In zijn zuivere opvatting heeft het zich nooit verloopen in eenzijdigheden. Het heeft nooit een enkel© eenzijdigheid verabsoluut en ook geen enkele eenzijdigheid veronachtzaamd. Allereerst belijdt het God ala schepper van hemel en aarde. Daarmee heeft het oog voor het transcendente zonder te verloopen in deïsme. Het leert de immanentie zonder te. vervallen in pantheïsme. Het weet de realiteit, de» materie te waardeeren, zonder deze voor absoluut te verklaren en in mat©rialisme te vervallen. Heit heeft oog voor den bouw_, de architectuur in het geschapene, voor de algemeenheid, zonder voorbij te zien de eindelooze variëteit van h©t individueeley het bijzondere. Het heeft oog voor het gevoel in religie en kunst, maar vat ook in wijsgeerig-logisch systeem alle kategorieën van het materieel© en het geestelijke samen in tegenstelling met de pantheïstische al-eenheidsleer, theïstisch als mikrokosmos van den makrokosmos.

Het is nu voor dezeu bouw, voor deze Calvinistisch© visie voor den grooten bouw ©n compositie in heel de schepping, dat Knap in zijn laatst© kunstperiode sterk het oog geopend heeft en vooral bij zijn onderwijs in het teekenen aan het Geref. Gymnasium is het, dat hij hier den nadruk op legt.

Met het oog hierop heeft hij een schitterend© reeks teekeningen ontworpen, waarvan een kleine collectie eigendom is geworden van het gymnasium. Het accent ligt hier op de gestyleerdhedd, op den architectonischen bouw. Knap heeft z© vooral beschouwd als hulpmiddel bij zijn onderwijs om zijn leerlingen de aesthetische verhoudingen in lijnenspel en kleurschakeering in het natuurlijke bij te brengen; echter niet om hier bij t© blijven staan, maar tegelijk het oog te openem voor het aesthetisch schoon in al het materieel© en geestelijke.

Daarom was zijn onderwijs terecht ©en schakel in het geheel der vakken, die onderwezen worden. Het was hem niet te doen om wat te teekenen en het aanbrengen van wat kleuren, maar zijn onderwij'g was gedragen door een algemeen beginsel, een groote visie, die het oog tracht te openen voor al het schoon, allereerst in de natuur, maar daa ook! in de werken 'der kunst, niet alleen in de archiitectuur, plastiek, schilderkunst, muziek, maar oofc in de litteratuur en daarin ligt de waarde van zijn onderwijs voor de gymnasiale opleiding.

Eigenlijke schilderijen, die sterk door deze opvatting van gestyleerdheid zijn beïnvloed, bestaan er naast de bekende teekeningen van hem niet. Had hij langer geleefd, dan zou ongetwijfeld zijn nieuwe opvatting ook zijn schilderkunst in engeren zin beïnvloed hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Gerrit Willem Knap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's