GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De toestand der Wereldzending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toestand der Wereldzending.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Laymen's Poreigo Missious-inuuiry.

• Amerika is en blijft het land der onbegrensde mogelijkheden.

Ook op het gebied der zending.

Op Tiet wereldbudget staat Amerika bovenaan als de verreweg grootste in opbrengst; daarna volgt, en dan nog pas in de verte, Engeland. Ook draagt de Amerikaansche zending een geheel eigen stempel, dat men „Amerikanisme" noemt, en met het woord „Social Gospel" nader wordt aangeduid.

Het spreekt vanzelf, dat de geweldige wereldcrisis, waarvan Amerika ook rijkelijk zijn deel heeft, den zendingsarbeid niet onaangetast heeft gelaten. De inkomsten, die bij miUioenen dollars werden geteld, daalden onrustbarend. En de Amerikanen, practisch als zij zijn, overwogen dadelijk, wat er in dezen te doen zou zijn.

Dat de inkomsten weer tot het oude peil zouden zijn op te voeren, was buitengesloten; ook al, omdat bij velen de sympathieën voor den arbeid waren verminderd.

Daaraan hadden de terreinen, waar de Amerikaansche zending werkt, zelf mede schuld. De nationalistische geest had zich toch van de Chineezen enz. meester gemaakt, zoodat men zelfstandigheid eischte; echter, omdat de Inlandsche kerken zelf niet in staat waren in eigen behoeften te voorzien, mochten de Amerikanen blijven voortgaan alles te bekostigen, maar zij hadden er niet over te oordeelen, hoe de gelden zouden worden besteed. Wel betalen, maar geen medezeggenschap, was de leus geworden. En het is te verstaan, dat zoo iets de Amerikanen minder goed beviel.

Maar ook, al was de toestand niet overal zoo onpretüg geworden, toch kwam de vraag op, of de zendingsmelhode zelf wel deugde; was voor minder geld niet hetzelfdej^ misschien zelfs nog meer, te bereiken? Was de tijd niet gekomen, om de zending zelf aan ernstige critiek te onderwerpen ?

En toen de vraag eenmaal aan de orde was gesteld, duurde het niet lang, of een plan werd geopperd, om tot een daad te komen.

Na eenige voorbereidingen werd dan in 1931 een commissie opgericht, bestaande uit 15 mannen en vrouwen, waarvan een zekere William E. Hocking, professor in de philosophie aan de Universiteit van Harvard, voorzitter werd.

Al deze 15 personen waren „leeken", d.w.z. dat zij nimmer op een of andere wijze zich daadwerkelijk met de zending hadden bemoeid; zij_ hadden nimmer in een bestuur gezeten, ook niet op een of andere wijze tevoren studie van de zending ge­ maakt. Zij stonden dus „onbevooroordeeld" tegenover den arbeid.

Deze 15 menschen nu zouden, gesteund door 7 van de grootste kerkgenootschappen of „Denominationen" de groote zendingsvelden in Azië bezoeken, van het werk aldaar nauwkeurig kennis nemen, en dan in een rapport daarop de noodige critiek uitoefenen.

Daarom gaf men aan deze commissie den naam van „Laymen's Foreign Missions-Inquiry".

Zonder uitstel toog men op reis; naar het voorgestelde plan werd gearbeid; .spoedig keerde men terug, en legde de resultaten van het critisch onderzoek neer in een boek van 350 bl.: „Retlünking of Missions".

In Amerika verwekte dit boek een storm!

Eenerzij ds zeiden velen, die het zuivere Evangelie niet begeeren: ziet ge wel, dat het tijd werd, om de zending in andere banen te leiden? Maar anderzijds werden de zendingsleiders en het eenvoudige volk des Heeren ernstig verontrust, en vroegen zich af, of het nog wel gewenscht en zelfs geoorloofd was, aan zending te doen, als de richting moest worden ingeslagen, welke de commissie in haar boek als de juiste aanwees.

De beroering was er.

Over heel de wereld trok de publicatie de aandacht. In de zendingstijdschriften schreef men erover. En vooral ook het vasteland van Europa, Duitschland vooraan, oefende critiek op de leekencritiek der Amerikanen.

In het „Neue Allgemeine Miss. Zeitschrift" heeft niemand minder dan Prof. Richter, die in Amerika geen vreemdeling is, twee artikelen aan dit rapport gewijd. Zijn oordeel is weloverwogen en bezadigd. Hij weet het goede erin te waardeeren, en schrijft aan het slot zjjner beschouwingen: „Nog nooit is de Evangelische zending in haar geheelen omvang aan een zoo grondige algemeene critiek onderworpen. Aan de zeer edele bedoelingen van de commissie, om de zending in de tegenwoordige crisis en overgangstijd een beslissenden dienst te bewijzen, mag niet getwijfeld worden. Dat haar rapport in Amerika de grootste opschudding wekte en een diepgaande beweging te voorschijn riep, werd reeds gezegd. Te betreuren is, dat de commissie uitgegaan is van een opvatting van het Christendom en van den Christelijken arbeid, welke zich van die van bijna alle kerken, die aan zending doen, wezenlijk onderscheidt. Daarom vinden de uiteenzettingen, die den grond van het vraagstuk raken, de meest indringende tegenspraak, en de waardevolle practische uiteenzettingen en voorstellen worden in de hitte van den strijd voorbijgezien".

Het hgt niet in onze bedoeling, om breed op dit rapport in te gaan. Slechts in zooverre willen wij er de aandacht op vestigen als noodig is, om den weg te banen tot een beschrijving van den toestand der wereldzending in onze dagen, waaraan Prof. Richter, eveneens in genoemd tijdschrift, eenige artikelen heeft gewijd.

De commissie heeft haar arbeid wel serieus verricht, maar de tijd was toch ook weer te kort, om inderdaad .alles grondig te kunnen beoordeelen. Daarbij beperkte zij haar reis tot Azië, en dan nog tot die terreinen, die behoorden tot de 7 kerkgroepen, welke achter haar stonden. Voorts heeft zij nagelaten een beschrijving te geven van alles, wat achter den zendingsarbeid lag: de godsdiensten, de uitwendige toestanden enz., zoodat de eenheid van een overzicht van het geheel ontbreekt; de critiek viel meer op de onderdeelen van den arbeid, elk afzonderlijk.

Maar het hoofdbezwaar van de rechtzinnige zendingswerkers en der zendingskerken ging en gaat toch tegen den grondslag, waarop alle critiek rust, of liever tegen de beginselen, waarvan do commissie bij haar critiek uitging.

Deze „leeken" hebben de zuivere belijdenis der Schrift verlaten, en zich gesteld op het standpunt van het moderne Christendom; van dogma moet zij niet veel hebben; zij acht het genoeg, dat Jezus Christus ten voorbeeld wordt genomen, en men de heidenen ertoe beweegt om hun leven naar dal van Christus te richten en door den Geest van Christus te laten doordringen. "Het kruis der verzoening wordt practisch terzijde geschoven.

Vandaar ook, dat de prediking van het Evangelie veelszins op den achtergrond wordt geschoven; er moet veel meer gebeuren op het terrein van de maatschappij; de zending stelle zich ten doel, den mensch op het zendingsveld, die het economisch zoo ellendig heeft, te verheffen. De toestanden in de industriestreken en op het platteland zijn jammerlijk; daarop werpe zich de zending, dan treedt zij in de voetsporen van Jezus, die aan de armen brood gaf en de zieken genas.

Men merkt het wel, hier is het „social gospel" in optima forma.

Hoever de commissie gaat blijkt o.a. uit het hoofdstuk, dat over de zendingshospitalen handelt. Deze arbeid, welke dient om de ellende van velen te lenigen, wordt geprezen, maar een daarmee verbonden dienst van prediking van het Evangelie wordt sceptisch beoordeeld, en 't brengen van het Evangelie in de poliklinieken en ziekenzalen wordt, zonder meer af gekeurd.als. een onzedelijk misbruik maken van het ziek-zijn, om proselieten te maken.

„Een Christelijke levensweg" zij het ideaal der zending; dat blijkt ook uit het hoofdstuk over de „agricultural missions", d.i. de zending op liet platteland, in de tallooze dorpen en vlekken. De bevolking op het land moet tot „de volheid des levens" worden gebracht; daarom moet de zending zorgen voor het verschaffen van crediet en voor betere pachtvoorwaarden.

Niet anders wordt gesproken in het hoofdstuk over de industrie en het fabriekswezen. De commissie oordeelt, dat zij geen enkelen zendeling heeft ontmoet, die voldoende op de hoogte is van de verhoudingen op dit gebied en bij verbetering voldoende leiding kan geven. Alsof een zendeling deze dingen moet weten!

Aan het einde van haar rapport geeft de commissie in 10 stellingen kort weer, wat zij heeft uiteengezet. Bij het lezen daarvan moeten wij Pirof. Richter 'bijvallen als hij zegt, dat verschillende stellingen vanzelf spreken, en andere onmogelijk zijn te verwezenlijken.

Het hoogtepunt wordt bereikt in art. 10, waarin wordt voorgesteld een centraal zendingsbestuur, in den geest van de Roomsche Congregatio de propagande fide.

Of het boek de Amerikaansche zending zal kunnen bewegen in het aangegeven nieuwe spoor te gaan? Dal zal nog moeten blijken; waarschijnlijk is het niet, in elk geval is het niet te hopen. Volgens onze Gereformeerde opvatting heeft het streven der leeken-commissie meer van het humanisme dan van het Evangelie. Maar dat het rapport een zekere „crisis" heeft veroorzaakt in de zendingswereld, spreekt wel vanzelf. En de zending naar de Schriften wordt bij vernieuwing erdoor gedrongen zichzelf te onderzoeken aangaande grondslag en methode, doelstelling en gebruik der middelen.

Zoo kan en zal de „Rethinking of Missions'' nog tot zegen kunnen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De toestand der Wereldzending.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's