GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GESTELIJKE ADVIEZEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, deze rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Radio-vragen.

Uit de vele vragen, die nog ter beantwoording liggen, neem ik ditmaal eerst de vraag van een broeder over het gebruik van de „Radio" in onze gezinnen.

Voor mijn besef is het „Radiovraagstuk" een heel moeiUjk vraagstuk.

Op de onlangs gehouden Persconferentie van de N. C. R. V. heeft de voorzitter, Mr van der Deure, op 'die moeilijkheid in het slot van zijn rede oolf reeds gewezen.

Hartelijk ben ik het met hem ©ens_, dat wij de Radio niet mogen overlaten aan de wereld. Zij is er eenmaal en wij zijn als Christenen geroepen ook deze vinding zooveel in ons vermogen is, dienstbaar te maken aan de komst van Gods Koninkrijk.

Dat wij daarom een , ^, Omroep miet den Bijbel' hebben, is prachtig.

Ook hebben allen, "die Gods Koninkrijk liefhebben, een dergelijke organisatie te steunen. Voor mij is het echter de vraag: Hóé moeten wij deze zaak steunen.

Wamieer ik mij stel op het standpunt, dat wij de Radio moeten zoeken dienstbaar te maken aan de komst van Gods Koninkrijk, dan houdt dat iD. dat ik zooveel mogelijk heb te zorgen, dat de golven, die door den aether worden uitgezonden, óók dragen „de goede boodschap", hetzij in den vorm van woord of muziek of lied; opdat er kans zij, dat zij die de Radio openzetten, goede dingen hooren.

Maar daarvoor is nog niet noodig, dat men zelf een radiotoestel hebbe.

Ik voor mij gevoel wel roeping ©en „Omroep met den Bijbel" te steunen en anderen op te wekken tot dien steun, door b.v. een jaarlijksche contributie.

Maar ik zal er niet bij de menschen op willen aandringen, dat zij zelf een toestel aanschaffen. H'eett iemand een toestel, dan moet hij goede dingen kunnen hooren. Daar moeten wij voor zorgen-

Maar ik zie in hel hebben van dat toestel zooveel gevaren, dat de kans, dat het leven er rijker (; ii beter door wordt, op zijn zachtst gesproken, kleiner is, dan dat men er geestelijke schade van ondervindt.

De bezwaren die ik zie, zijni dez)e: a. Het leven wordt er zoo onrustig door. Telkens ontmoet ik gezinnen, waarin, onder alle praten door, die luidspreker zijn muziek maar laat klinken.

Dal brengt een sfeer van onrust, waarin bet de ziel heel moeilijk gemaakt wordt, zichzelf te zijn en kalm de vragen, waarvoor het leven, ook het in«est gewone leven in de huiskamer ons plaatst, op zich in te laten werken en te beantwoorden. Antwoordt iemand hierop: ja, maar ik heb daar juist behoefte aan. Ik moet wat muziek om mij heen hebben; dan zeg ik: man, dan deugt het niét met u, dan zijt ge de innerlijke rust reeds kwijt en dan is het juist vooir u noodig om' eens alle lawaai uit uw leven weg te doen, en te hervinden de stilte in uw leven, waarbuiten de ziel niet kan gedijen.

b. De radio werkt de oppervlakkigheid in de hand en maakt van onzen geest een soort worst, waar maar van alles ingestampt wordt.

Van alles en nog wat laat de radio hooren; op alle mogelijke terreinen leidt zij den mensch rond. Van alles een hap en een snap.

Dal geeft menigeen het gevoel, dat hij eigenlijk op alle terrein zoowat thuis is, maar hij komt er niet aan toe zich nu eens van eenig ding, op eenig terrein, een degelijk inziclit, een diepe overtuiging te verwerven.

Ons geestelijk bezit krijgt door de radio zoo ongeveer bet karakter van den inboedel van een goedkoopen bazaar.

c. Een zeer groot bezwaar acht ik dit, dat door het hebben van een radio de gelegenheid geschapen wordt om, door hel omdraaien van één knopje, de wereld in huis te halen en dingen te hoorein en te beleven, waarmede men anders niet in aanraking komt.

Dat bezwaar acht ik zeer ernstig. Naar den schouwburg gaat men niet, naar allerlei wereldsche concerten gaat men niet, naar voetbalvelden gaat men niet, naar declamatoren, die wulpsche, wereldsche dingen voordragen, gaat men niet, maar door de radio haalt men deze liingen bij zich aan huis; eerst, voorde aardigheid, a; aan de jonge menschen er naar luisteren, straks kurjien ze er niet meer buiten, en even later zitten de ouders, eerst met een bezwaard hart, straks /.onder gewelensklacht naast hun kinderen en husleren en genieten.

Laten allen, die een radio in huis hebben, maar eens zeggen, of zóó niet heel dikwijls de praktijk is. En nu weet ik wel, dat er andere dingen tegenver staan.

Daar is de mor gen wij ding, daar is het ziekenuurtje, daar zijn de radio-preeken.

Menige ziel is door deze dingen verkwikt. Daar zijn mooie lezingen, prachtige, zielverheft< nde uitvoeringen, ongetwijfeld.

Daarom acht ik voor menschen, die God ziek naakt, zoodat zij, afgesloten van Tiet leven, hun pad moeten gaan, de ra'dio een ding, waarvoor ij God kunnen danken.

Maar voor wie gezond is, en in en uit kan gaan, ijken mij de gevaren zoo groot, tegenover de voordeelen, dat ik niemand zal opwekken een adio aan te schaffen.

Want och (laten wij de dingen nu eens eerlijk en nuchter bekijken), dacht ge nu, dat de doorsnêeniensch zich een radio aanschaft om de morgenv.ijding en het ziekenuurtje en de preek? Neen^ men neemt een radio als bron van vermaak.

Wie ernstig zoekt den troost en de stichting van het Woord, kan hetzelfde, wal de radio hem ^eeft, 'H> k krijgen door Gods Woord zelf te lezen, een stichtelijk boek te lezen^ persoonlijk in het gebed ïiJl God te gaan.

Hij kan zelf naar Gkids huis gaan, en daar een (treek hooren en met de gemeente bidden en God ontmoeten.

Hij heeft voor den bouw van zijn geestelijk leven niet noodig de luidspreker, hij behoeft daarvoor de gevaren, die er aan het hebben daarvan verbonden zijn, niet Ie trotseeren.

Een ander bezwaar acht ik, dat er aan de radio toch ook aanmerkelijke kosten verbonden zijn. Hel is een moeilijke tijd. Op allerlei uitgaven, < ok voor Gods Koninkrijk, wordt bezuinigd. De Pending zit in nood.

Maar onderwijl wordt er in menig gezin, waar luen tevergeefs aan zou kloppen voor een verhooging van de bijdrage voor de zending of de kerk, of dergelijke, meer dan ..het. yierdubbela van wat men voor de Zending b.v. geeft, uitgegeven voor de radio.

De drang naar radio is zoo groot, dat men, naar mijn vaste overtuiging, veel te weinig ernst maakt met de vraag: kan ik mij deze weelde wel veroorloven?

Alles tezamen genomen is dit mijta. oordeel: In enkele gevallen, voor menschen, die van het leven zijii afgesloten, is de radio een rijk bezit.

In gewone gezinnen lijkt het miji beter de rust en de intimiteit van het gezinsleven te bewaren^ zichzelf en eikander te bouwen, te stichten door goede lectutu- en ernstig gesprek, dan zich met elkander te werpen in den stroom van radioklanken, met al de gevaren van veroppervlakkiging en verwereldlijking, daaraan verbonden.

Voor gezinnen, die in de wereld leven, die radio hebben, kan een Christelijke omroep evangeliseerende beteekenis hebben. Maar voor Christelijke gezinnen hjkt mij hetzelfde wat de radio geeft op degelijker, rustiger, minder gevaarlijke wijze te krijgen door lectuur, studie, nadenken, gesprek.

De wereld is al zoo rumoerig; moeten wij ons nu ook nog de rust van het binnenhuis laten rooven door den luidspreker?

Natuurlijk begrijp ik wel, dat ik met deze beschouwing vrij eenzaam sla.

De radiotoestellen zullen uit onze gezinnea niet maar zoo verdwijnen. Welnu, als ze er zijn, dan, en dit is het antwoord op de mij gestelde vragen, dan is het in elk geval roeping om alles uit zijn woning te weren, wat men niet zou willen hooren in een gehoorzaal; inzonderheid op den Zondag zij men voorzichtig; dal men niet door de radio zich late aftrekken van den H'eere en zich late rooven den zegen, dien de Zondag brengen kan.

Ook in dezen heersche teederheid over ons leven. Ook wat geschiedt in de binnenkamer, ziet en hoort God.

God beware ons voor een schijnheiligheid, waarin wij de wereld zouden hard vallen over haar doen en laten, terwijl wij in stilte, door de radio, met de wereld zouden meedoen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

GESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's