GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kleine levens.

G. van Bokhorst: De Stille Strijder. Callenbach, Uitgever, Nijkerk. G. F.

In snel tempo volgen de boeken van G. van Bokhorst elkaar op. Was hij voor enkele jaren nog een geheel onbekende, nu heeft hij reeds drie boeken op zijn naam staan.

Na „Onder lage daken" verscheen het vervolg: „Menschen ontmoeten elkander", in welke boeken het leven van Mijns Wortel beschreven werd met een uitvoerigheid, niet geheel evenredig aan de belangrijkheid van het gegeven.

Beide deelen beschreven het dorpsleven in het j Gooi, gedurende de eerste twintig jaren dezeir eeuw, waardoor Van Bokhorst opgenomen werd | onder de schrijvers van den modernen streekroman.

Ook zijn nieuwste boek, „De Stille Strijder" heeft het zelfde dorpsmilieu tot achtergrond en 1 speelt in den zelfden tijd. In het begin van hel bock wordt de Boerenoorlog genoemd, terwijl het afloopt in de eerste jaren na den grooten oorlog.

Bij zooveel overeenkomst, bestaat er evenwel een groot verschil in opvatting. Ging in de eerste boeken het leven van den hoofdpersoon dikwijls onder in de bonte reeks van dorpstafereeltjes, waardoor het verband heel los kwam te zitten, hier heeft de schrijver op dit pxuit een groote mate j van zelfbeheersching getoond. Deze gaat hier zelfs zoo ver, dal het dorp op een zoO' grooten afstand komt te Uggen, dat we nauwelijks het zien. Hadden de handelende personen niet hun dialect gesproken, dan zou de plaats van handeling amper zijn opgevallen. Een streekroman is het in zooverre dan ook niet geworden. De streek — het Gooi — dient niet om typische psychische eigenschappen 1 van den hoofdpersoon te verklaren. Karakters | als deze komen overal voor op het platteland, ze zijn niet gebonden aan den grond waarop de personen leven. Een groot voordeel levert dit hier op, n.l. dat Van Bokhorst niet zoo overdadig dikwijls zelfde dialectische gezegden aanhaalt als | in zijn vorige boeken.

Ook het tweede lid van de samenstelling, streekroman, kan men moeilijk toepassen op dit boek. Bij het woord roman verwacht men meer danl hier gegeven wordt. Wie hier de uit-werking vaii een probleem verwacht, komt bedrogen uit, want een probleem-boek is het allerminst en wil het I ook niet zijn. Zelfs van zielkundig gemotiveerde I karakterverandering is hier geen sprake. De hoofd-1 persoon is aan het eind dezelfde nog van het! begin. Zijn verandering blijft bepaald bij enkele uiterlijke kleinigheden. Maar ook dit kan men niet een bezwaar noemen, want het is zoO' gewild Daarom komt er geen geforceerde bekeering in het boek voor. Op zijn korte sterfbed ligt de hoofde persoon, Barend, grootendeels bewusteloos. Maar I de enkele trekjes die de schrijver geeft, doien ons 1 Barend zien als een geloovig man, die in zijii ] leven niet openlijk getuigde, zich zelfs niet durfde rekenen tot de geloovigen, omdat de kenmerken niet alle bij hem gevonden werden, maar die todi | diep in zijn hart zich een kind van God wist."

Toch is het godsdienstig element niet het gelukldgst beschreven. De schrijver wil blijkbaaï doen zien menschen die vroom zijn, maar zoii-| der eenige leerstelligheid. Er worden tamelijk dikwijls psalmen gezongen, door den vader vooral, ! maar noch hij, noch zijn vrouw, noch zijn knappe zoon, die trouw kerkganger was en op een christelijke normaalschool is opgeleid, weten wat de drie formulieren bevatten, die de zoon als onder-, wijzer zal moeten onderleekenen. Ook kminenj vader en moeder, die zelfs niet-eerUjke „handig-[ heidjes" aan de hand doen, om hun zoon maarl spoedig een meestersplaats te bezorgen, er ziciil volkomen kalm bij neerleggen, als hem een plaats I ontgaat, omdat hij het „bijbelsche" standpunt

verüecugae tegenc „gereformeerde" van het hervormde schoolbestuur. De lezer moet hier, door de beknoptheid van den schrijver, zelf maar zien te weten te komen oS de jonge onderwijzer hier niet de dupe is van zijn onbekendheid met de leer.

Het boek geeft uitvoerig het levensverhaal van een eenvoudigen arbeider, die door hard werken zich opwerkt tot gemeentewerkman en wiens oenige wensch het is dat zijn zoon hooger op zal komen, onderwijzer zal worden. En deze wensch ziet hij langzaam aan in vervulling gaan, ondanks de afkeuring der menschen, liier gepersonifieerd in den opzichter, die het niet kan zetten, dat de zoon van zijn ondergeschikte het zoo ver zal brengen. De botsing tussohen den nederigen hoogmoed van den vader en de wangunst der anderen breekt los in de ongetemperde scheldpartij waartoe de vader zich laat verleiden als de opzichter niet eerbiedig genoeg het bericht van het slagen opneemt. Hoe voortreffelijk ook het groeiend zelfbewustzijn van Barend ^eteekend wordt, verdoken onder een schijnbare onverschilligheid, de uitbarsting komt mij te geforceerd voor , bij een zoo kalm man als Barend is.

Vooral Barend en zijn vrouw Beertje, worden ten voeten xiit geteekend. Volkomen heeft de schrijver zich ingeleefd in de karakters van deze werkmenschen. De opkomende vraag of een zoo onbewogen leven van doodgewone menschen wel voldoende is, om de aandacht van de lezers gespannen te houden, wijkt geheel terug door de wijze van beschrijving. Dank zij vooral de heerlijke gave van den humor, die de schrijver bezit, krijgt dit eenvoudig leventje een kleur en glans die weldadig aandoen. Juist doordat Van Bokhorst zich in dit boek uitsluitend bepaald heeft tot zijn hoofdpersonen, leeren we hen volkomen kennen en krijgt hun leventje van allen dag beteekenis. De krimpende afstand tusschen het eenvoudige arbeidersgezin en het deftige huishouden van den hoofdonderwijzer, wordt prachtig geteekend', al wordt het slaan van de brug over de kloof, het huwelijk van den arbeiderszoon met de meestersdochter, in het duister voltrokken. Dit is : een gevolg van schrijvers taktiek hier, om alleen de hoofdpersonen te geven, waardoor vele anderen meer aangeduid dan uitgebeeld worden. Maar daardoor vervalt tevens de schrijver maar zelden in de fout van vroeger, dat hij dorps tafereeltjes geeft, die letterlijk niets met het verhaal te maken hebben.

Een bezwaar heb ik echter nog tegen de opvatting van den schrijver. Daar er weinig gebeurt in het leven van deze menschen, laat hij vooral hun innerlijk leven zien. Deze menschen denken als het ware hardop, en de schrijver gaat zich daar telkens inmengen. Geen oogenblik laat hij hen alleen, voortdurend wordt de lezer op iets eigenaardigs gewezen. Tenslotte denkt de schrijver j met hen mee, in hun eigen taal, waardoor een eigenaardige vermenging plaats heeft van dialect en Nederlandsch in de taal van den schrijver. Zijn begeerte om de menschen heelemaal uit te beelden in al hun. denken en zeggen verleidt er hem toe dingen neer te schrijven die tot de laag realistische besebrijvings-kunst behooren, waardoor de lezer onsmakelijkheden te slikken krijgt, die hem doen griezelen, zonder dat het beeld van de menschen daardoor scherper uitkomt. Beperking is nog zeer wel mogelijk.

Op den stijl heeft deze drang om alles te zeggen en te laten zien natuurlijk invloed. De zinnen zijn vaak heel kort en volgen elkaar als slagen op. Dit is geen moderne zakelijkheid, uitvloeisel van groote activiteit, van innerlijken drang om het levensgebeuren in korte grepen saam te vatten, waardoor alles wat niet beslist noodzakelijk is, wordt weggelaten, maar veeleer van de haast pm aUes wat zich voordoet op te teekenen, waardoor rustige beschouwing geen plaats vindt.

Anderzijds echter is het de fout van een deugd, want ondanlcs dat leest men het boek met genoegen. Van Bokhorst toont zich weer de scherpe opmerker, die van een zeer eenvoudig gegeven een zuiver uitgewerkt levensverhaal weet te maken. De eenvoudige menschen worden nooit kleinburgerlijk, omdat ze zich zelf blijven. De humor weet dit verhaal geheel van eentonigheid vrij , te houden en heft de tragiek van deze levens op.

Ondanks de gebreken die het nog heeft, is dit boek mij beter bevallen dan de twee vorige, die lang niet slecht zijn, omdat hier menschen geteekend worden, die echt zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's