GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, deze rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Organisatie-vragen.

„Mag ik, als Gereformeerd mensch, lid zijn van een of andere neutrale organisatie; patroonsorganisatie, ambtenaren-organisatie of dergelijke; ik ben er nu eenmaal lid van, ik kan er ook haajsit niet toe komen mij er los van te maken en toch is mijn geweten er niet heelemaal rustig onder; hoe moet ik daarmee aan? "

Ziedaar een vraag, die, als ik mij niet vergis^ eeft in het hart van niet weinige broeders en zusters in onze dagen.

En wat dient nu op deze vraag geantwoord? Om te beginnen wil ik er op wijzen, dat de vonn van deze vraag niet deugt.

„MAG ik wel lid zijn? "

Een vraag in dien vorm gesteld bewijst dat men de dingen van den verkeerden kant aanpakt.

Er blijkt uit, dat men zich, in den grond der aak, tot richtsnoer van zijn leven stelt de vraag: hoever kan ik gaan zonder dat ik zonde oe? "

Maar op die wijze krijgen wij, ieder moet d'at evoelen, een soort negatieve moraal.

En dat is niet goed.

We moeten ijiet vragen: „wat moet ik laten om voor zonde bewaard te blijven? "

Neen, ilc moet beginnen met te vragen: „wat moet ik doen om den Heere te behagen, Zijü Rijk, Zijn Naam, Zijn Kerk te dienen? Wat moet ik doen? "

Daarmee moeten we beginnen. Ook in het stuk van de organisaties. Doen wij dat, dan wordt voor mijn besef die zaak, waarover het in de hierboven geschrevein vraag gaat, gemakkelijk.

Daar is geen enkel levensterrein, geen enkele levensverhouding, ook niet in het maatschappen lijk leven, waarover het Woord van God geen heerschappij moet hebben.

Neutraal terrein. Niemandsland is er niet

Voor de inrichting van een bedrijf, voor dö verhouding van patroon en werkman, van Overheid en ambtenaar, stelt het Woord' des Heereü Zijn eisehen.

Eich des Heeren is, dat wij op alle terreila, in elke verhouding, dien eisch des Woords tot gelding zoeken te brengen.

Daarvoor is nooidig organisatie. Dat ligt voor de hand.

Alléén wanneer allen, die op een bepaald teirrein, in een bepaalde verhouding, als een éénheid den voor dat terrein geldenden eisch van het Woord zoeken te verwerkelijken, is er kans op slagen.

Daarmee is natuurhjk ook gegeven de eisclh' van christelijke organisatie.

Er is, al treedt dat niet elk oogenblik van dtew dag even duidelijk aan het licht, er is versciüi van inzicht en beoordeeling tusschen hen, die wèl en hen, die niet het Woord Gods tot richtsnoeir van hun leven aanvaarden.

Als iemand tegen mij zegt: „dat geloof ik nieit, ilc merk dat nooit; ik voel mij met mijn ongjen loovige vakgenooten en collega's in mijn neutrale organisatie heelemaal één"; dan antwoord ik: „beste broeder, dat kan aUéén hiervan komen, dat gij u nog nooit voldoende rekenschap hebt gegeven van den alles omvattenden eisch van het Woord; uw oog ziet nog niet scherp geno'eg; de grenzen! zijn er wel, maar gij hebt ze nog niet leeren zien."

Maar dan, ik herhaal het, is ook de roeping tot christelijke organisatie gegeven

Wanneer immers zij, die voor het Woord wül^i buigen, in één organisatie saamwerken met de anderen, die zich om dat Woord niet bekomr meren, dan zal hun streven verzwakt, geneutraliseerd worden door het streven van die anderen..

Zij kunnen, als zij heel dapper zijn, wel eens helder en klaar voor hun inzicht uitkomen; het kan gebeuren, dat men wel eens naar hen lidsteTt, maar de richting van het organisatielevenwordt door hen niet bepaald.

Zij moeten mee in den koers, door de andeiretï bepaald'.

Een mensch die zich tot ideaal stelt, te arbeiiden tot de voUe heerschappij van het Wooird Gods, ook op maatschappelijk terrein, kan zich niet uitleven in een neutrale organisatie, moet in zulk een organisatie telkens tot de benauwende ontdekking komen: „ik had het graag anders gewild, maar ik kan het niet veranderen."

Christ e 1 ij k georganiseerd zijn, dat is de eisch des Heeren, zoo alleen kurmen wij ons van onze roeping kwijten.

Nu is het mogelijk, dat er in een bepaald ber drijf, in een bepaalden kring, geen christelijke organisatie is, van gelijke waarde als de wèl bestaande neutrale. Dan kan het goed zijn, van die neutrale organisatie lid te zijn om daar zijn tnr vloed te Jaten gelden, maar dan altijd zóó, dat • men ernstig zoekt tot oprichting van een christelijke organisatie te komen.

Ook moet men zichzelf niet te ^auw wijsmaken, dat er niet een gelijkwaardige christelijke organisatie is.

Bijvoorbeeld:

Het komt voor, dat ambtenaren van een beh paalde provincie georganisieerd zijn in neutrale organisaties.

Allicht zal, om het betrekkelijk klein aantal, daar geen christelijke organisatie naast kunnen bestaan.

Maar kunnen zij, die tocia wel weten, dat christelijke organisatie eisch is, zich dan niet van die provinciale organisatie onthouden en lid zijn van een heel 't land omvattende organisatie', waaiin zij' ihun invloed' kunnen laten gelden op den gang van zaken óók in hun eigen provincie?

Inderdaad, in dezen is het nog lang niet wat het wezen moet.

Daar zijn nog te veel broeders (en zusters), die, uit oorzake van kameraadschappielijkheid of • vriendschap^ of omdat zij in die neutrale organisatie een eervolle positie hebben, maar neutraal gjeórganiseerd blijven.

Dat is niet goed.

Voor de arbeiders hebben wij dat al lang ingeh zien, dat zij ChristeUjk georganiseerd moeten zijn.

Datzelfde geldt voor patroons en ambtenaren.

Al dien mannen-broeders, die ia zulk een neutrale organisatie maar blijven meeloopen, roep ik in allen ernst toe:

Mannen-broeders, door uw afzijdig blijven ver- . Kwakt gij de christelijke organisaties en belemr: ' mert die, bij haar strijd voor de heerschapp, ij'^

van het Woord', gij maakt het xizeJf onmogelijk om organisatorisch geheel naat uw roeping te leven.

Gij offert uw trouw aan uw Chmten-roeping, ook op maatschappelijk terrein, op, aan vïiend!schap, kameraadschap of genoegelijkheid

Weet wat ge doet.

De strijd 'is fel.

Alle afbreuk-doea aan de kracht van het leger, dat strijdt voor de heeirschappij van Christus, jsl zonde.

Weest toch getrouw en schaart u bij hen, bij wie gij "behoort.

Doet het nu, dadelijk, flink.

Daar zult gij vrede bij hebben.

Godls Koninkrijk zal etr door gediend zijn. Uiw gdioorzaamheid zal het ook weer gemakielijker maken anderen tot gehoorzaamheid te wekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's