GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvinistisch Reveil.

Er is een schoon e harmonie tussdien de woorden der Heilige Schrift: „Zijt nuchter en" en „Word't vervuld met den Geest!"

Er is allereerst een directe beteekenis in dieizie woorden. Wij zijn nog al eens geneigd om dte éérste beteekenis van een Bijbelwoord voorbij te zien. En dat is juist niet nuchter. De Sclirift wil zeker ook zeggen, dat de mensch die leeft voor zijn buik of zijn tabakspot, voor zijn chequeboekje of voor zijn roem, de Schatten des Geestes niet kan verwerven. Waar weelde, stand of positie no. 1 zijn, kan het koninkrijk Gods niet bloeien. De Hemelsche Opvoeder prent dit ons in onze dagen hardhandig in, omdat wij trage leerlingen zijn gewoïrden. En deze school gaat niet uit vóór de les is geleerd. Not 1 is no. 1 ! Dat is eenvoudige waarheid. Wie zal durven zeggen, dat het ook werkelijkheid is? Wij zijn er vèr van af, van een evangelisch leven! Ik. U. Allen! Maar ik heb toch voornamelijk iets anders op het oog. Nuchterheid is werkelijkheidszin. Nuchterheid zegt: het ziet er niet mooi uit!

Wij hebben de wereld tegen. De ganscho wereld! Zij mag zich geven voor een nationaal reveil, zij zal zich nooit geven voor een calvinistisch reveil. Zij zal ons den voet dwars zetten! De proletarische sandaal! De boerenklomp! De liberale bottine! De fascistische kaplaars! Wij behoeven dien tegenstand niet te onderschatten: Zijt nuchteren! Wij hebben voorts de omstandigheden tegen. Het zal de grootste moeite kosten ons publieke leven finantiëel üa stand te houdeiL Onze eeredienst! Onze scholen! Onze stichtingen van barmhartigheid! Onze Zending en Evangelisatie! Ons vereenigingswezen! Er zal geloof toe noodig zijn om diaken te wezen, om üd van de Commissie van Beheer te zijn, om penningmeester te worden. Mei M.O. Boekiiouden komen wij! er niet. Slechts met H. O. Boekhouden, geleerd in de school van den Heiligen Geest. Met luchthai-tigbedd klapwieken wij niet over de bezwaren heen, wij zuUen op handen en voeten moeten klauteren over heuvels van Moeilijkheid: zijt nuchteren!

Wij hebhen ook onszelf tegen. Dat is het ergste. Zagen wij het maar meer in! Ik , weet niets benauwenders in ons christelijk leven, dan het besef, dat wij er z ij n. Onze confessie is a f. Onze dogmatiek is af. Onze Bekeering js af! Ja well! Maar wij zijn niet zulke pieten, wij zijn niet zulke kranen! Wij zijn er niet met ons geloof. Niet met onzio geloofskennis, niet met onze geloofskracht. Er staan wel kapitalen op onzen naam, dat weet ik ook wel. Maar wij geven pasmunt uit, tiet kleingeld gaat van hand tot hand. Het goud is aan de circulatie onttrokken, de gereformeerde stuiver wordt bij tiendliizenden aangemunt. Wij zijn er ook niet met onzen wandel. De heiügheid is ons niet sierlijk. Wij zijn bij degenen die van verne staan. Deze zijn nuchteren!

Wordt vervuld met den Geest. Dat is Gods Woord aan de nuchleren. Zijn bevel en Zijn belofte, eisch en gave! Nuchterheid is naakte armoede! Maar wie er zich op verheft en het alls leen triumphfanfape door de wereld' schalt „wij zijn nuchter!", die is waarlijk een d^waas in den over- Ireffenden trap. Nuclilerheid js béter dan tnbeei ding, maar verdienste is zij niet. Zij is openbaring van schuld. Al het Mijne is het uwe! zegt do Vader uit de gelijkenis tot den Oudsten Zoon. In zijn klacht „mij hebt gij nooit een bokje gegeven" klaagt deze niet den Vader aan, maar klaagt !h.ij zichzélven aan. Hij kon rijk zijn, toch was, hij arm. Die stakker! Hij verging van honger aan des Vaders tafel!

Hoe kon hij met den dichter spreken:

Alleen mijn hart, die dorre stengel! Hoe mild en malsch Gij hem begoot, Vertoont noch blad noch bloiemgebengel, De taaie stok blijft grauw en dood!

Maar te'rwijl de overvloed der oordeelen op aarde is, wordt de Gemeente geleid aan de beek der wellusten!

Wordt vervuld met den Geest!

Dan gaat alles bloeien.

O, hoe verlangt mijn hart naar een oalvinistiseh reveü!

God doe het ons beleven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's