GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redactie,

Uit de Dagbladpers namen we ook in Nederland kennis van de uitspraak van de generale vergadering der Gereformeerde Kerken in Indië over de Oxford-Groepbeweging en velen, die zich voor het optreden van deze Beweging Interesseeren, zullen met groote belangstelling van deze uitspraak kennis genomen hebben.

Deze uitspraak toch bracht ons niet een uitspraak van den een of anderen theoloog, welke, hoe noodig en nuttig steeds, toch nimmer meer dan een persoonlijke uitspraak is, maar hier spraken de Kerken. Wat aan deze uitspraak — in een enkel blad zelfs „principiëele uitspraak" genoemd — toch wel een zeer bijzondere beteekenis geeft en dan ook met recht onze lielangstelling vordert.

Wij Nederlanders kennen Indië niet en weten dus ook niet hoe de Oxford-Groep zich in Indië openbaart en daar optreedt.

Gezien de tweeërlei houding van onze Regeering tegenover het optreden van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland en in Indië — waarvoor zij zeker haar goede redenen heeft — blijkt het mogelijk te zijn, dat Nederlanders in Indië, als aanhangers van een bepaalde beweging, zich anders openbaren en anders optreden, dan hun geestverwanten in Nederland.

Maar daarom dan ook juist — omdat wij in Nederland het optreden van de Oxford-Groep- of Buchman- Beweging niet kennen en tweeërlei optreden mogelijk schijnt, spitsten we ons om te luisteren naar het oordeel over haar door de Kerke» in Indië. Zij toch moeten in de eerste plaats tot beoordeeling bevoegd en in staat geacht worden.

Geachte Redactie, ik moet het uitspreken, dat de uitspraak der Indische Kerken mij wel zeer ernstig teleurstelde.

Vanwaar die teleurstelling? Omdat die Kerken in de Oxford-Groep iets verkeerds zagen? Neen! Omdat zij er ook veel goeds in zagen? Ook dat niet. Maar omdat hier Gereformeerde Kerken een officiëele uitspraak deden en een Classis besloot, van welke uitspraak en van welk besluit de Kerken m.i. niets dan onheil kunnen verwachten.

Mij blijkt daaruit, dat het mogelijk is in onze dagen, dat Gereformeerde Kerken ten opzichte van een geestelijke beweging, neen! zeggen, maar toch ook weer: ja! afkeuren, maar toch ook weer goedkeuren; afwijzen, maar toch ook weer toejuichen. Nu zie ik zeer wel de mogelijkheid in of de wenschelijkheid soms, dat de Kerk zich over een bepaalde beweging nog niet uitspreekt. Dat zij zich, om welke reden dan ook, haar oordeel nog voorbehoudt. Maar dat een Gereformeerde Kerk met een persbericht komt, waarin zij zich uitspreekt, zonder zich uit te spreken, dat zij de schijn aanneemt leiding te geven, zonder dit te doen, acht ik toch wel een zeer ernstig teeken des tijds, waarvoor ik niet nalaten kan met grooten ernst de aandacht te vragen van allen, die onze Gereformeerde Kerken nog liefhebben.

De bezwaren van de Kerken in Indië, onder A. aan het adres van de Oxford-Groep genoemd, hebben dan toch maar op niets minder betrekking dan op: ten eerste, het bestaan en voortbestaan der kerkelijke gemeenschap; ten tweede, het werk van den Heiligen Geest in verband met het geopenbaarde Woord Gods; ten derde, op het niet tot hun recht doen komen van centrale geloofstukken; ten vierde, op een propaganda naar buiten, die „licht" — dat is dus: gemakkelijk — tot onschriftuurlijke levenspractijken aanleiding geeft.

Op grond van deze bezwaren wordt dan ook onder D. uitgesproken, dat „de kerkeraden goed zullen doen met de leden der kerken, die aan deze beweging deelnemen, op bovengenoemde bezwaren ernstig te wijzen en, waar noodig, het deelnemen aan de beweging te ontraden..."

De ambtsdragers in de Kerk van Christus, voorgelicht door de „meerdere vergadering" zien zich hier dus hun taak en roeping aangewezen, om te handelen overeenkomstig Gods Woord in Hand, 17.

Maar behalve A. en D. bevat die uitspraak ook nog een B. en C.

En nu stel ik mij voor, dat ik, als ouderling door de uitspraak der Kerken daartoe gedrongen, mijn taak aanvat en met vermaan, „waar noodig", tot de kudde ga, die ook aan mijn zorgen is toevertrouwd. Ik wijs de leden op die uitspraak en dring aan op onderwerping daaraan. Ik wijs ze op die ernstige principiëele bezwaren tegen de Groep. Ik wijs ze op A. en D.

Maar dan komen die leden met dezelfde uitspraak, maar dan met B. en C, en zij vragen: moogt gij, dienstknecht van Jezus Christus, mij vermanen omdat ik meewerk in een beweging welke, naa: r de Kerken zelf hebben uitgesproken, (B.) „er zoo grooten ernst mee maakte de roepstem tot bekeering te doen uitgaan tot de wereld"? Moet gij mij vei-manen, zelfs deelneming ontraden, aan een actie, die „veler consciëntie heeft wakker geschud en het middel in Gods hand is geweest om velen te brengen tot kennis van onzen Heere Jezus Christus"? „die in ruimen kring verlevendigd heeft de behoefte aan persoonlijke geloofsversterking door Bij bellessen en gebed"? Moogt gij mij dat BE­ LETTEN?

Waarna hij mij dan toevoegt (C): de Kerk acht „veroordeelen van deze beweging voorshands niet verantwoord", zijt gij, ouderling, dan meerder dan de Kerk? En dan, ja, waarlijk, dan voegt hij mij, op aanstichting van dezelfde uitspraak, ook dit steekhoudende nog toe: Zie maar eens naar de gebreken in de eigen kring en wees eens wat schuchterder, broeder!

Zoo sta ik dan, als ouderling gevolg gevend aan een uitspraak van de Kerk, tegenover een gemeentelid, die dezelfde uitspraak citeert.

REST ONS DUS NIETS ANDERS, DAN SAMEN UIT TE MAKEN WIE IN DEZE VERMAANT MOET WOR­ DEN, HIJ OF IK.

Zoo ergens, geachte Redactie, dan is in deze uitspraak toch wel „alle leiding zoek" en ik kan niet nalaten neer te schrijven: o, vaderen, op wien we ons voor en te na beroepen, hoe hebt ge het klaar gespeeld met die Remonstranten, die ook een centrale waarheid niet tot haar recht deden komen, maar zich aan al dat andere niet bezondigden en waardoor we toch heden nog over zoo'n kostelijk belijdenisgeschrift beschikken.

Neen, geachte Redactie, dat is geen uitroep vol ironie, maar dat is een uitroep van een ouderling, die de kudde verscheurd ziet, omdat de leiders geen leiding meer geven.

Laat de Kerk de Oxford-Groep tegenstaan OF niet tegenstaan. Laat zij voorshands nog zwijgen en het erkennen nog niet tot oordeelen in staat te zijn OF om bepaalde redenen nog geen kerkelijke uitspraak wenschelijk te achten. Maar ALS de Kerk spreekt, laat zij dan de gemeente den weg wijzen en laat dan haar ja, ja en haar neen, neen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's