GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Brengt actieve conjunctuurpolltlek reflfllng?

„Er is", schrijft de lieer Truyen in zijn artikel in het maandschrift „Economie", dat we den vorigen keer noemden, „bijna geen land meer, of het is do werkloosheid op een of andere wijze van expansie-politiek door de overheid, een actieve conjunctuurpolitiek, te lijf gegaan. De uiteenloopende methoden hebben dit met elkaar gemeen, dat zij de geldcirculatie bevorderen en dat de koopkrachtsinspuiting gelijktijdig op een bepaald moment massaal optreedt, om den vicieuzen cirkel van: verminderde inkomens — mindere vraag — mindere prodtictie — verdere vermindtering van inkomens te doorbreken. De quaestie van de beheersching der conjunctuur is daarmede een dringende aangelegenheid van die practische politiek der regeering geworden, om de rationalisatie-werkloosheid te bestrijden".

Deze zinnen zouden doen vermoeden, - dat de richting, waarvan de schrijver een vertegenwoordiger is, meent, dat ook de Nederlandsche overheid niet achter kan en mag blijven, dat ook zij geroepen is actieve conjunctuurpolitiek te beoefen nen, d.w.z. op ruime schaal middelen beschikbaar moet stellen ten einde het bedrijfsleven uit zijn moeilijken toestand te verlossen, dat ook zij daartoe „pompinstallaties" moet bouwen, die de „rustende kapitaalmassa's" in beweging zullen brengen en naar plaatsen stuwen, waar zij „vruchtbare diensten" kan verrichten.

Toch ziet hij zeer groote bezwaren, en erkent hij volmondig, dat over het effect van die maatregelen verschil van meening besïaat. Er zijn, luidt het, economisten, die van meening zijn, dat er ondanks de conjunctuur-verbetering (al of niet aan actieve welvaartspolitiek te danken), permanente werkloosheid, zal, of moet overblijven. Er is in dit verband wel het getal van tweehonderd'duizend werkloozen genoemd. (Dat beteekent natuurlijk niet, dat dit „altijd", of liever: gedurende een reeks van jaren, vrijwel dezelfde personen zullen zijn. Die massa is, wordt verondersteld, in .een toestand van beweeglijk evenwicht: voor iedere groep viit haar, die werk krijgt, komt een ongeveer gelijke hoeveelheid nieuwe werkloozen in de plaats.)

Daartegenover zijn er deskundigen — en onder hen is in ons land de meest bekende: Prof. Goudriaan, de nieuwe „idirecteur" der spoorwegen — die oordeelen, dat Nederland die v; erkloosheid zal bezitten, welke het zelf kiest. Dat beteekent; indien de wil er maar is, en de juiste maatregelen worden genomen, zal ook Nederland een welvarend bedrijfsleven kennen, dat aan alle valide krachten werk geeft. „De oeconomische activiteit is zonder limiet, omdat de vraag van nature geen grenzen heeft. Men behoeft slechts de koopkrachtige vraag te scheppen (onder het initiatief van de regeering) en de motoren van het oeconomisch leven zullen op volle toerental draaien". Hoe kan het ook anders, zegt Prof. Goudriaan: De ontwikkeling van de productieve krachten (daaronder zijn ook de machines), dwingen tot meer verbruik — de goederen worden steeds goedkooper en beter — en anderzijds liggen kapitaal en menschelijke arbeidskracht braak en hunkeren om gecombineerd te worden met de krachten der natuur tot nuttige dingen voor de bevrediging van dikwijls de allernoodzakelijkste behoeften van de menschen. Elke werkloosheid zou dus naar zijn meening, bestreden kunnen-worden door het scheppen van de „koopkrachtige vraag". Omgekeerd is dus dat scheppen geoorloofd, sterker: plicht, als er werklooislieid is. Zoo optimistisch is deze bekende figuur ten aanzien van het allesbeheersdhende vraagstuk van onzen tijd, dat volgens hem de „stabiliseering op het gewenschte niveau", meclhanisc!h-automatisch zal verloopen. De overheid neemt de maatregelen om de „machine" op gang te brengen — zij stelt de regelen — en het „vrije spel der krachten" zorgt voor de rest. Die krachten geven richting aan de beweging van het oeconomisch leven, en bepalen haar verloop. Het komt verder weinig aan op persoonlijke leiding; hier regeert de wet van oorzaak en gevolg.

Het beeld van de pomp, in de Vereenigde Staten zoo geliefd, keert telkens terug. Het komt er maar op aan, om dat instrument aan den gang te brengen, te zorgen, dat het de leven-wekkende materie over de dorre velden van het oeoonomischo gebied uitstort, en de vruchten zullen in ongekende hoeveelheden geoogst worden.

Drs Truyen ziet echter, zooals gezegd, de be^ zwaren van een zuivere conjunctuurpolitiek heel goed in. Hij meent, dat het inzicht, dat een groot deel der werkloosheid niet door conjunctuurmaatregelen alleen kan worden weggenomen, hoe langer hoe meer — ondanks menschen als Prof. Goudriaan — algemeen goed wordt. Terecht zegt hij, dat d© voorstanders eener zuiver-oonjunctureele oplossing een abstracte redeneering op de werkelijkheid toepassen. (hetgeen trouwens bij oeconomische beschouwingen dikwijls het geval is). In den meest algemeenen zin, aldtis de schrijver in „Economie" is de vraag onbeperkt; in de concrete situatie van de huidige maatschappij echter niet.

En evenmin is de verbruiksstimuleering onbelemmerd. In theorie kan men heel gemakkelijk aantoonen, dat het verbruik zich bij den oeconomischen vooruitgang zal en moet aanpassen; in werkelijkheid verloopt die „aanpassing" niet zoo eenvoudig. Vandaar, dat de voorstanders van een zuivere actieve conjunctuurpolitiek met milde hand credieten willen geven, om eventueele verschillen, door achterblijven der vraag ontstaan, op te heffen. Dat geschiedt bijvoorbeeld in Duitschland, waar een „krachtige activeeringspolitiek" het oeconomisch leven tot grooten bloei gebracht zou hebben. Echter is tegelijk een zeer straffe organisatievoirm ontstaan, die nauwkeurig het verbruik regelt. Dat kan ook niet anders, vervolgt de schrijver, want het productiemiddelenapparaat zal niet automatisch in de goede richting groeien. Er werk't immers bij dien groei een complex van niet-mechanische factoren. Trouwens: onze tijd, met zijn prachtig oeconomisch apparaat, toont overduidelijk, dat er van automatische aanpassing en groei geen sprake is. De schrijver had hier als voorbeeld vooral ook de Vereenigde Staten kunnen noemen. De conjunctuurpolitiek, die tot het eind van het vorige jaar schijnbaar zooveel succes had, stuitte plotseling op schier onoverkoombare hindernissen. Arbeidsconflicten op groote schaal, wantrouwen in de kringen van het g^ootbedTijf, en zoovel© andere moeilijkheden, brachten talrijke, ernstige storingen in den „groei". Merkwaardig, dat ook in dit „vrije land" op een strenge organisatie werd aangedrongen, die alle storingen moest wegnemen en in de toekomst voorkomen.

De historie in de landen, welke de actieve conjunctuur-poliLiek voorstaan, bewijst inderdaad dat zonder toepassing van zware machtsmiddelen het systeem niet functionneeren kan. De meening van Prof. Goudriaan, dat de door haar ingeleide beweging in zeer geringe mate afhankelijk is van bepaalde persoonlijke leiding, klopt niet met de werkelijkheid.

Niet alleen in het „pompstation", maar overal langs het „buizennet", bij alle „kranen", staan menschen, die streng toezien op de wijze van circuleeren, en op den aftap. En die helpers volgen trouw de bevelen, die vanuit het centrum worden gegeven.

Zulk een rigoreus .bestuur is te ver-wachten. Een regeering, die de middelen verstrekt, zal geen risico willen dragen. Van het effect harer maatregelen hangt immers het oordeel van het volk af. Zij komt met de pretentie, dat haar daad er een is van definitieve bevrijding en hulp; zou zij dan ook maar één oogenblik willen afhangen van het „vrije spel der krachten", zou zij den moed hebben om geduldig af te wachten, zou zij het geloof aan de mechanisch-automalische stabilisatie bezitten?

Geen denken aan! Nauwkeurig zal zij bijvoorbeeld toezien, dat van de door haar beschikbaar gestelde middelen, zoo weinig mogelijk naar vreemde gebieden vloeit: een nauwkeurige controle op het verkeer met het buitenland, ook op het goederenverkeer, is onafwendbare eisch. En verder zal zij moeten eischen, dat niemand uit den middelenstroom aftapt om het niet direct te gebruiken, m.a.w. alle handelingen van sparen en reserveeren moeten zich aan haar strenge wetten onderwerpen. Enzoovoorts: zij bepaalt het begin, maar ook het einde; dus wil zij over alle verbindingen zeggenschap hebben.

Wij kunnen ons dus heel goed indenken, dat de bezwaren tegen een dergelijke poUtiek groeien. Zij beteekent immers de volledige ondergeschiktheid van het individu, en van elke individueel© handeling. Om de menschen tot het brengen van die offers bereid te maken, wordt een beroep gedaan op het „algemeen welzijn" of op het „belang van het volk". Hoe schoon deze leuzen ook mogen klinken, de werkelijkheid is een hard systeem van gebondenheid.

Neen, de schrijver van het artikel in „Economie" verwerpt om al die redenen de zuivere actieve conjunctuurpolitiek.

Bezien wij een volgend maal de oplossing, die hij geeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1938

De Reformatie | 8 Pagina's