GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eene Amerikaansche Synode in Zitting.

II.

De belangen van Calvin College en Serainary, gevestigd te Grand Rapids, behoor en tot de zaken op de Synode behandeld. In het leven der Christian Reformed Kerken in Noord-Amerika hebben zij een importante plaats. De eenheid en de invloed van de groep gingen op en neer met de „School der Kerken". Reeds kort na den „Terugkeer" van 1857 begon de kleine groep te denken aan „eigene" opleiding. Nederland was destijds zoo ver af. Het laten overkomen van leeraars van daar eischte veel reisgeld. Niet elkeen der overgekomenen bleef loyaal aan de kleine „Ware Holl. Geref. Kerk" — zooals de titel was destijds — een terugslag op de uitspraak dör Synode der Nederlandsche „Moederkerk". Ook andere factoren lieten zich gelden. En zoo kwam men "nolens vol ens" tot „eigen" opleiding. Eerst dienden als zoodanig Ds W. H. van Leeuwen, afkomstig uit de „Kerken onder het Kruis" en Ds R. Duiker. Later was Ds D. J. van der Werp de „leermeester" der jonge en oudere mannen die zich geroepen gevoelden om van de opleiding gebruik te maken. Ds van der Werp was, behalve „leermeester", herder en 'leeraar eener gemeente, en redacteur van „De Wachter". Hij was inderdaad een „man of the hour" — zooals we dat op het Engelsch zeggen betreffende menschen die groote diensten bewijzen ter gelegener tijd. Toen kanker dezen trouwen en stoeren arbeider nedervelde, (1876), was er een andere „man of the hour" om Van 'der Werp's plaats in te nemen. Ook hij diende eerst in drieërlei functie: pastor, redacteur, „leermeester". Er waren in bovengenoemd jaar zes „Nazireërs" — bijna allen reeds van mannelijken leeftijd — soms vaders van gezinnen. Daar men de vakken en studiejaren steeds vermeeirderde en uitbreidde, kwam het, ook weer „nolens volens" tot de oprichting eener heusclie „Theologische School" en wel in April 1876. De plaats dezer inrichting was Grand Rapids, en is zulks tot op dezen dag. Eerst vond men onderdak in de opperzaal van de WilUams Str. „Chr. School". Eerlang kwam er een tweede „docent", zooals men nu de leermeesters noemde, en wel Ds G. K. Hemkes. In 1890 werd Dr Geerhardus Vos de derde docent en met hem werd de School zeer beduidend verbeterd. Vooral een flink uitgewerkte Dogmatiek werd zeer gewaardeerd. Vroeger gebruikte men Francken's „Kern", en Marck's bekende werk. De Vos' boek was vooral gebaseerd op het driedeelig dogmatisch werk van Chas. Hodge, dat als verdere lectuur was aanbevolen. Jammer dat Dr Vos' verblijf aan de Theol. School niet langer was. Hij vertrok naar Princeton Seminary in 1893.

Zijn vertrek was een inderdaad zwaar verlies, naai- den mensch gesproken, en met alle respect voor hen die later lijdelijk de Dogmatiek enz. onderwezen.

Doch de curatoren deden hun best om da belangen der School te behartigen, in 1895 twee „leerkrachten" toevoegend aan het literaire deparlement. Die twee waren Klaas Schoolland, doctorandus in de letteren (Groninger Universiteit), en A. J. Rooks, die zijn gi'aad van M. A. — magister arüum — behaald had aan de Staatsuniversiteit van Michigan.

Drie jaren later stelde men het Uterair departement ook voor dames open. En sedert dien werd de uitbreiding der voormalige „Theologische School" in de oogen van buitenstaanders eèn soort „wonderboom". Reeds in 1893 kreeg men een eigen gebouw — op den hoek van Madison Avenue en Franklin Street — een „up to date" gebouw. En toen — inderdaad een wonder in veler oog, en wel in 1917, erlangde men niet minder dan „tien akkers", óók aan Franklin Street, maar meer naar den buitenkant der stad. En daar kwamen mettertijd gebouwen op die onze broeders van Kampen en Amsterdam met bewondering vörvullen — en — soms, mèt — zal ik zeggen: „heilige jaloerschlieid"? We moesten noodig eens een photo geplaatst hebben in „De Reformatie". Zou zulks mogelijk en welkom zijn, Dr Schilder?

Aan de Synode 1939 werd gerapporteerd dat er in 'dat jaar 431 studenten aan het College studeerden — dat was, zoo werd gemeld, 91 meer dan in Januari 1934.

Aan het Seminarie, zoo rapporteerde Prof. L. Berkhof, de president ervan, waren gedurende het laatste jaar elf s'tudiosi (allen College graduates). In de eerste klas (Juniors) vier; in de tweede klas (Middlers) vier; en zeven in de hoogste klas (Seniors). Tezamen 35, heel wat minder dan enkele jaren geleden, toen men inderdaad vreesde, dat men een veel te grooten „overvloed" van candidaten zou erlangen. De arbeid eener z.g.n. „Emergency" committee heeft echter die vrees veelszins beschaamd gemaakt. En dit jaar werden dr negen jonge mannen candidaat gesteld. Na examinatie door de Synode zelf — in secüevergaderingen. Natuurlijk ging vooraf examinatie onder leiding

van het Curatorium, tlians bestaandie uit achttien leden — één van elk onzer Classes. Gesteund door een „finance committee".

Wij houden er niet van om met sommen gelds een soort „show" of vertoon te maken. Omdat de toestanden en geldswaarden in Amerika — met Nederland vergeleken — zooveel veirschillen. Alleen noteeren wij dat het „budget" voor het volgend jaar werd vastgesteld op $ 127.580.00. Daarvan wordt $ 94.410 berekend op salarissen voor het College en Seminarie faculteit — tezamen omtrent dertig mannen broeders, behalve een „dean" voor de vrouwelijke studenten, een bibliothecaresse, en een directeur voor „athletics" — de laatste belast met allerlei gymnastiscbe oefeningen.

Als een nieuwe leerkracht komt a.s. jaar de heer Henry Zijlstra, die reeds vroeger onderwijs gaf in de Engelsche literatuur, thans te Harvard studeert, om den doctorsgraad te erlangen en — verleden jaar heel wat tijd wijdde aan de vertaling in 't Engelsch van Dr K. Schilder's driedeelig werk over het Lijden des Heilands.

We hebben echter genoeg opgeteekend over Calvin College en Seminarie, En zullen nu nog enkele regels wijden aan een zaak waarin de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Christian Reformed Church als twee „partners" bezig zijn sedert jaren — n.l. Z u i d-A m e r i k a.

Het „Jaarboek" der G«ref. Kerken geeft allerlei cijfers omtrent „Classis Buenos Aires" en de kerken die deze classis uitmaken, n.l. Buenos Aires, Tres Arroyos, Chubut, alle drie in Argentinië, en Carembehy, in Brazilië. Voor de twee laatstgenoemde kerken „leenden" onze Amerikaansche kerken twee jeugdige predikanten, n.l. Ds I. Potts, die Tres Arroyos dient, zijn salaris betalend, en Ds W. Muller, die sedert enkele jaren Carembehy dient. Ook zijn salaris wordt door onze kerk betaald. Tenminste in den eersten tijd was dit het geval. Gaandeweg wordt dit op genoemde plaatsen beter. Ds A. C. Sonneveldt dient sedert jaren de gemeenten Buenos Aires en Chubut. Elk jaar arbeidt deze veteraan te midden van het Gereformeerde volk te Chubut, in het verre zuiden, in het z.g.n. Patagonië. Het is deze Chubut-kolonie, die oorspronkelijk gevestigd werd door Zuid-Afrikaanders, ongewillig om te wonen onder de Britsche vlag. Velen hunner gingen en gaan terug naar Zuid^-Afrika. Ook sommigen van de kerk door Ds Sonneveldt bediend.

Er werd geklaagd dat de jeugd van Chubut heel wat afweek van de Verbondspaden. Die klacht werd geuit door Ds D. Postma, die een paar jaar geleden de Kolonie bezocht. Onze kerk sprak de gedachte uit, dat Zuid-Af rik a behoorde te zor^ gen dat Chubut een leeraar bekwam. Zoodat b.v. Ds Sonneveldt zich kon bepalen in zijn arbeid tot Argentinië's hoofdstad, en het „Kerkblad" door hem geredigeerd —een arbeidsveld dat behoefte heeft aan geregelde „full time" verzorging. Tot hiertoe kwam daar helaas nog niets van, helaas. Tevens meende Ds Sonneveldt dat Ds Postma den toestand te Chubut te donker had gekleurd. Ook werd onzerzijds de gedachte uitgesproken dat het goed zou zijn voor de broeders Potts en Muller, om classisbeurten te vervullen te Chubut. Tot verandering van klimaat, omgeving enz.

Kort en goed — het besluit der Synode was, dat schrijver dezes, die voorzitter is onzer Commissie voor Zuid-Amerika, a.s. najaar zal confereeren met de deputaten voor diezelfde zaali in het land der Vaderen. Dit diene dezen waarden broederen voorloopig als mededeeling, dat we met hen hopen te beraadslagen omtrent de belangen van onze Gereformeerde broeders en zusters onder het „Zuidelijk kruis" van hun sterrenhemel — en nog steeds, door genade, trouw aan het Evangelie des kruises.

Grand Rapids, Mich., 21 Juni 1939.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's