GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GROEN VAN PRINSTERER EN „SAMENWERKING”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GROEN VAN PRINSTERER EN „SAMENWERKING”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt tegenwoordig in onzen kring druk gepraat over de vraag of het nog wel mogelijk is met hen, die ons uitgeworpen heibben uit de gemeenschap der kerk, samen te werken in allerlei christelijke organisatie, in school, politiek en maatschappij. Er worden op deze vraag verschillende antwoorden gegeven. De een zegt: de synodalisten hebben ons uitgeworpen uit de gemeenschap der kerk, d.i. uit de vergadering der geloovigen; zij hebben ons niet geschrapt, geroyeerd als lid van een godsdienstige vereeniging, waarin zij ons een ietwat lastig element vonden, maar zij hebben ons behandeld met het wapen van de kerkehjke tucht; en dat houdt in, dat zij ons gesloten hebben uit het koninkrijk der hemelen; immers de oefening van de kerkehjke tucht is hanteering van de sleutelen des hemehijks, en volgens Zondag 31 van den Heidelbergschen Catechismus houdt de uitsluiting' xdt de gemeente in uitsluiting uit het koninkrijk Gods; derhalve zijn wij door de sjaiodalisten ook uitgeworpen uit allen arbeid voor het koninkrijk Gods, uit aUe christeihjke actie, uit alle christelijk organisatieleven. Het moge waar zijn, zoo zegt deze broeder, dat de synodalisten deze consequentie niet verbinden aan hun tuchthandelingen, maar daarmede bewijzen zij alleen maar, dat zij de kerkelijke tucht degradeeren tot een actie van reglementaire orde; en nu mogen wij hen in dit degradeeren van de kerkehjke tucht niet volgen; wij moeten hen houden aan hun officieele uitspraken en handelingen; wij moeten het wezenhjk karakter van de tucht handhaven en dus de consequentie trekken die de synodalisten niet willen trekken.

Een ander heeft aUeen maar, of althans hoofdzakehjk, oog voor de deformatie in de kerk. Hij ziet niet dat deformatie in de kerk moet voeren tot deformatie in de verschillende levensverbanden. Of anders gezegd: hij ziet niet dat achter de deformatie in de kerk lig^ een geest van afval van 't Woord welke zich onvermijdelijk doet gelden in het gansche leven. Hij somt op het vele goede dat er is, in de antirevolutionaire beginselen niet alleen, maar ook in de menschen die die beginselen willen voorstaan en verdedigen, ook al doen die menschen in de kerk mee aan het bedrijven en handhaven van onrecht. Hij vreest een steeds voortgaande verbrokkeling die ftmest is voor den invloed van de christehjke partijen op het staatkundig leven.

Een derde heeft zeer wel oog voor de dieformatie die zich ook in het christehjk-politieke leven voltrokken heeft en voltrekt, maar meent dat wij binnen het kader van het politieke leven moeten worstelen om reformatie, en dat wij, zoolang men daar naar ons wil luisteren, niet moeten breken met de factische A. R. partij.

Het is niet mijn bedoeling dit vraagstuk hier in den breede te behandelen. De redacteur van De Reformatie is er mee bezig.

Echter wil ik noemen een argument dat wel wordt aangevoerd om de „samenwerking" in de politiek tusschen leden van verschillende kerkgemeenschappen te verdedigen.

Dat argument is dit, dat ook Groen van Prinsterer, de grondlegger van de A. R. partij, zijn volgelingen had onder leden van verschillende kerkgemeenschappen, en dat de Afgescheidenen in hem hun politieken leider hebben gezien, ondanks het feit dat hij niet met de Afscheiding meeging maar bleef in het genootschap dat de Afgescheidenen zoo heftig vervolgde.

Nu weten we allen wel dat de historie niet maatgevend is voor onze handeUngen, en dat dus in zooverre het doen van Groen en van de Afgescheidenen voor ons geen norm is.

Maar ook afgezien daarvan geloof ik dat het argument minder kracht heeft dan het velen toeschijnt te hebben.

Immers Groen was, hoewel hij niet met de Afscheiding meeging, toch een warm pleitbezorger der Afgescheidenen. Den 23sten Maart 1837 diende hij bij koning Willem I een memorie in, getiteld: De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het staatsregt getoetst.

Hiervan zegt Groen zelf m. zijn Nederlandsche Gedachten (8 Aug. 1872): „De verdediging der Afgescheidenen in 1837 was een daad die voor den gewezen kabinetssecretaris eigen bezwaar had.

Het was een bedrijf waarbij de publieke opinie getrotseerd werd. Het was bovendien oppositie tegen een Koning dien ik hoogschatte en, ook om persoonlijke welwillendheid jegens mij, liefhad”.

Deze memorie werd in den loop van hetzelfde jaar, hier en daar gewijzigd, gepubUceerd. Bhjkens een brief dien Groen schreef aan zijn zwager mr D. van der Hoop (gepubUceerd t.a.p.) zijn deze wijzigingen verzachtingen: „Ik leverde mijne Memorie, in verscheidene opzigten sterker dan het boekje, den 23en Maart in”.

Voorts heeft Groen de Afgescheidenen publiekeüjk verdedigd in zijn „Het regt der Hervormde Gezindheid" (1848). Wel voert hij daar zijn bezwaren tegen de Afgescheidenen aan, maar niettemin erkent hij hen daar als behoorende tot de Hervormde Gezindheid, wijst hij op het onrecht hun aangedaan, verwijt hij zichzelf en zijn vrienden niet genoeg voor de Afgescheidenen op de bres te hebbengestaan (blz. 123 v.v.).

En tenslotte — om niet meer te noem< »n — heeft Groen meermalen in de Tweede Kamer gesproken ten gunste van de Afgescheidenen (zie Adviezen, register achter het tweede deel, bij Afgescheidenen).

Er was dus inderdaad reden voor de Afgescheidenen om zich te scharen aohter Groen van Prinsterer als politiek leider, want hij verdedigde hun kerkeUjk recht.

En dat was dan niet een do-ut-des-verhouding — leen verhouding waarin de eene partij iets geeft met het doel van de andere iets te verkrijgen—, niet een verhouding van „poUtieke" berekening in dezen trant: omdat Groen ons kerkehjk verdedigt, daarom zullen wij hem de pohtieke klandizie gunnen, maar de Afgescheidenen zagen dat Groen opkwam voor het reöht in het gansche leven, ook in de kerk. Dat wekte bij hen vertrouwen. Groens Schriftuurlijke, anti-revolutionaire levenskijk deed hem zien de revolutie in den staat én in de kerk, en deed hem daartegen strijden. Het was dezelfde revolutie die in staat èn kerk de harten innam. Tegenover die revolutie in staat èn kerk stelde Groen het EvangeUe. Hij streed voor de kerk, niet alleen in de politieke organen maar ook bij de kerkelijke besturen. Hij zag zijn roeping om voor reformatie het pleit te voeren. En, al had hij bezwaren tegen de Afscheiding, voor de Afgescheidenen voelde hij sympathie. Niet omdat hij, met nivelleering of terzijdestelling van het kerkeUjk verschil, een zoo groot mogelijke schare van volgelingen achter zich wilde verzamelen, maar omdat hij oog had voor het staatkundig recht der Afgescheidenen, en voor het — hoewel in zijn oog betrekkeUjk — kerkelijk recht van de Afscheiding.

Een gedragshjn, soortgelijk als die van Groen van Prinsterer, zien we in onze dagen nauweUjks. Een enkele synodalistische advocaat verdedigt voor den rechter de aanspraken der vrijgemaakten op de kerkelijke goederen. Maar de leidende figuren van de A. R. part"' zwijgen de kerkeUjke rechtszaak dood. Zij verdedigen met hand en tand het z.g. interkerkelijk karakter der partij en beroepen zich op de „souvereini-

teit in eigen kring", welke dan uitgelegd wordt als een niets-met-elkaar-te-maken-heblDen van kerk en politieke partij.

Was er bij de politieke voonnannen een publiek opkomen voor het kerkelijk recht, dan kon er nog van vertrouwen sprake wezen. Nu is het vertrouwen op zijn minst sterk aan het wankelen gebracht, zoo niet geheel teloor gegaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

GROEN VAN PRINSTERER EN „SAMENWERKING”.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1947

De Reformatie | 8 Pagina's