GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

de beterebelofte (a) I.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

de beterebelofte (a) I.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik zal mijn wet geven in hun binnenste. Jer. 31 : 33.

De wet in hun hart geschreven

Het is een merkwaardige , , speling der geschiedenis", dat in Gereformeerde kringen den êénen keer verzekerd wordt: dit beteekent nog niets „zaligmakends" (d.w.z. niets waarmee de zaligheid gemoeid is), en den anderen keer: maar dii beteekent alles: het is een weldaad van wederbarende genade, waarmee de zaligheid rechtstreeks gemoeid is

Den eenen keer toch wordt hetgeen hier staat, beschouwd als ook in de heidenen aanwezig. Den volgenden keer als: alleen in de uitverkorenen aanwezig.

Hoe vaak hebben niet gereformeerde hoogleeraren, doctoren, dissertatieschrijvers met hand en tand verzekerd: e wet is in het hart der heidenen geschreven! Zelfs als men hun tegenkwam, en zeide: aar dat staat er niet (in Rom. .2 : 15), zelfs dan hielden ze nog vol: e wet in 't hart der heidenen geschreven.

Maar ze haastten zich dan, daaraan toe te voegen: dit is geen „zaligmakende" inschrijving, ze is geen vrucht van radicale levenswending, ze is geen zaak van wedergeboorte, o neen, in de verste verte niet. Het is alleen maar zoo iets als een zedelijk besef. Soms zeiden ze 't nog zwakker: een aangeboren vermogen tot kermis, niet eens 'n aangeboren kennis. Vrucht van een algemeen Geestes-getuigenis.

Maar nu het wonderlijke: zet diezelfde menschen voor Jeremia 31, en plaats hen tegenover diezelfde woorden: de wet in het binnenste. Dan verklaren ze, met dezelfde vasthoudendheid: maar hier beteekenen die woorden de allergrootste, althans ten eeuwigen leven beslissende „zaligende" inschrijvingsbeneficie. En dus: alleen te vinden in de tot het eeuwige leven uitverkorenen. En dan vervolgen ze him doxologie met stijgend — hoewel wat te vlot formuleerend— pathos. Ze verzekeren: vroeger kwam de wet , , van buiten af", nu komt ze „geestelijk, door het innerlijk werk van God zelf in het hart" (de vraag, of een algemeen inwendig getuigenis des H. G e e s t e s in de heidenen, ook niet „geestelijk, door een innerlijk werk van God zelf in het hart" geschiedt, welke vraag toch op hun eigen standpunt alleszins behoorlijk is, laten ze ditmaal liefst buiten beschouwing). Ze verkondigen: ditmaal ' is hetgeen door den profeet bedoeld wordt, geen ideaal meer, dat gesteld wordt, doch een „volledige en zuivere vervulling" van het ideaal. Het beduidt dézen keer, zoo verzekeren ze, „de innerlijke leven s-gemeenscha p", „die ieder bondeling in het Nieuwe Verbond met God verbindt". En, straks heelemaal op drift, verkondigen ze: „de (jodskennis, waarvan hier sprake is, is natuurlijk(!) niet een uiterlijke of zuiver verstande-1 ij k e kennis, maar de geestelijke kennis van. de waarachtige godsvrucht, de kennis, die door levensgemeenschap met den Allerhoogste verkregen wordt'.' (Aalders, K. V.). „Het spreekt vanzelf"(!) — aldus de epiloog, „dat déze profetie uitsluitend(!) het oog heeft op wat wij noemen de o n z i c h t-b ar e kerk" (dezelfde).

„De twee huizen" van Israël en Juda (31 : 27) „met het oog waarop" (K. V. op Hebr, 8) de nieuwe verordening is gegeven, zijn dus twee onzichtbare huizen geworden. Zeg maar rustig: enhids, dat geen huis is, hoogstens ontwerp-van-huis.

Tegenovier wie zulke Itegenstellingspareni opstelt (niet nationaal maar innerlijk, niet uiterlijk of bloot verstandelijk maar geestelijk-waarachtig) is de vraag niet ongepast: is soms „verstand" een „uiterlijk" ding? Het schijnt toch wel iets innerlijks te wezen evenals wil, gevoel?

En als men zou zeggen: ja, maar zoolang God iemand nietw eder, baart, blijft Hij maar zoowat aan den buitenkant opereeren, dan zou men willen vragen: moet dan in uw lof redenen op die heidenen, die de wet in het hart heeten te hebben, het spreken (tot in titels van dissertaties toe) over een „algemeen inwendig getuigenis van den Heiligen Geest" niet worden veranderd in een meer correct spreken van een „algemeen uitwendig getuigenis van den Heiligen Geest? " Met welk recht zegt gij den éénen keer: 't verstand, dat is iets innerlijks, den anderen: 't verstand, dat is iets uiterlijks?

En, als men die vragen wat al te direct-persoonlijk vindt, dan stellen wij de vraag aldus: indien de „Synopsis" (een klassiek gereformeerd leerboek van gereformeerde theologen , , uit den bloeitijd") spreekt van ónwedergeborenen, bij wie het zaad des woords niet in goede aarde viel, maar die toch „inwendig zijn g e r o e p e n", omdat het Woord van God niet maar het ééne oor in, het andere uitging, doch het zieleleven raakte (verstand, „historisch geloof", wil, „wondergeloof", beide, „tijdgeloof"), hebt gij dan goede reden om te zeggen: die bloeitijd was t ó e n al een tijd van verval, en als de Heere God de Kerk door persoonlijke, individueele zielszorg het Woord nauw op de conscientie bindt, en op den man af gaat, dan is dat nog maar buitenkants< gedoe ? Als Hij niet meer doet, en te beloven heeft, dan zullen wij meesmuilend zeggen: het is nog niet veel zaaks met die beloften, het zijn nog geen betere beloften, het is maar, nu ja, niet nationaal, maar dan toch slechts institutair, massaal, compagnie-gedoente ? Móógt en durft gij zoo spreken?

Het zijn vragen, die om antwoord roepen. En daarom moeten we volgende week nog maar even verder gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

de beterebelofte (a) I.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1948

De Reformatie | 12 Pagina's