GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE CRISIS VAN HET GEZAG in het bedrijfsleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CRISIS VAN HET GEZAG in het bedrijfsleven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(XII)

Op grond van hetgeen in ons vorig artikel werd besproken meenen wij tot de volgende omschrijving van den eigendom te mogen besluiten: Eigendom is de door Gk)d bij de schepping aan den mensch verleende opdracht tot het oefenen van heerschappij, in afhankelijkheid van God als den Eenigen en Absoluten Eigenaar, over het door God op aarde geschapene.

In Antirevolutionaire Staatkunde, het driemaandelijksch Orgaan van de Dr Abaham Kuyperstichting (derde jaargang, uitgave J. H. Kok N.V. Kampen, 1929) komt een interessant en met name ook in onzen tijd, nu het vraagstuk van de medezeggenschap in de onderneming weer sterk de aandaciht spant, ter lezing en overweging aan te bevelen artikel voor van dr W. A. van Es onder den titel: Het gezag en de eigendomsverhoudingen zooals deze naar voren komen in verband met de medezeggenschap". In het vervolg van deze reeks hopen wij op dit artikel nog wel terug te komen. Reeds nu vermelden wij, dat de schrijver blijkens punt 9 van de aan het eind van zijn artikel door hem gegeven Samenvatting tot deze conclusie komt over het bij contract of wet geregelde medezeggenschapsrecht: Zulk een recht met betrekking tot die — b.v. commerciëele — leiding van de onderneming, welke principieel geheet buiten de gezagsverhouding tusschen werkgever en werknemer in de onderneming omgaat, wettelijk of contractueel voor te schrijven, is een inbreuk op de eigendomsbevo egdheden van den ondernemer, en moet daarom als socialisme en klassenstrijd worden afgewezen. Of in bijzondere omstandigheden toch ook hierover wel eens overleg met de werknemers aanbeveling verdient, moet aan deze omstandigheden en aan het oordeel der ondernemers worden overgelaten." (blz. 373) Dit is dus een radicale afwijzing van hetgeen thans ook van A.R.zijde, nu wij twintig jaar verder leven, vrij algemeen wordt voorgestaan. Hoewel deze conclusie van den • schrijver onze onverdeelde instemming heeft, meenen wij toch dat des schrijvers argumenten nog klemmender zouden zijn geweest, wanneer hij in zijn vroegere werken, zooals werd besproken, en ook in 't onderhavige artikel zich strikt gehouden had aan zijn eigen eens gegeven omschrijving van het wezen van den eigendom als gelegen in heerschapp^. Zoo gezien is het toch op zijn minst een verzwakking, wanneer hij gaat onderscheiden tusschen gezag en eigendom en dan als volgt: Het gezag heeft betrekking op personen, de eigendom op zaken". Daarbij onderscheidt hij dan vervolgens nog een machtssfeer, die de eigendomsverhouding schept, welke onder bepaalde omstandigheden een gezagssfeer worden kan, wanneer een persoonlijk wezen tot deze machtssfeer ingaat (blz. 3pi). Wij betreuren dit daarom, omdat in deze zondige jvereld met het woord machtssfeer niets gezegd is over de zeggenschap van deze macht. Weliswaar beziet ook deze schrijver gezag en eigendom beide onder het gezichtspunt van het beschikkingsrecht, dat evenwel volgens hem na den zondeval ontstaat en als gevolg van de zonde is aan te merken. Op grond van Gen. 1 : 28 zijn wij evenwel van oordeel, dat eerst gesproken moet worden van een opdracht tot heerschappij, en dan bij de schepping, waaruit dan een beschikkingsrecht voortvloeit. Wanneer wij aan deze allereerste onderscheiding vasthouden dan zien wijl zoowel mensch als wereld, persoon als eigendom, liggen onder een door God ingestelde rechtmatige heerschappij. Dit geeft ons voorts dit voordeel, dat terwijl de schrijver opmerkt op blz. 371 dat „de eigendom dikwijls een gezagssfeer schept", omdat hij nu eenmaal gezag verbonden acht aan een persoonhjk wezen en daarop gericht, wasirin dus opgesloten ligt een vorm van eigendom, weliswaar dikwijls voorkomende, doch staande buiten de gezagssfeer, wij daarentegen allen eigendom niet maar dikwijls doch altijd zien liggen in de sfeer der rechtmatige heerschappij, nog scherper gedefinieerd achten te bestaan in rechtmatige heerschappij.

Wij dienen nu vervolgens de vraag onder de oogen te zien, hoe 't op grond van de Heilige Schrift en dan weer teruggaande tot op de Schepping met de uitoefening van deze heerschappij is gesteld. Wij kunnen ook zeggen of er bij den paradijstoestand sprake was van communalen, gemeenschappehjken, of privaten, individueelen eigendom.

.Dr W. A. van Es, die den eigendom ziet als een gevolg van de zonde, geUjk wij met citaten aanwezen, acht dus in den staat der rechtheid eigendom onbestaanbaar. Hij spreekt dan ook van „het communisme van den hof van Eden" (brochure. De grondslagen van den Ejtendom bij het licht van de eerste vijf boeken der Heilige Schrift, blz. 24) ten aanzien van de eigendomsregeling en acht hetgeen volgens hem daarvan nog aan te treffen is bij de eigendomsverhoudingen onder Israël niet alleen een herinnering te zijn aan den verloren paradijstoestand doch ook een profetie „dat er nog eens weder een levensstaat zonder eigendom te verwachten is" (brochure, blz. 25).

Reeds de heenwijzing naar Gen. 1 : 28 en de da.arin gegeven eigendomsbepaling alsook de een vorig maal reeds geciteerde erkenning van dr Van Es, dat in Gen. 1 : 28 beginselen liggen uitgedrukt, waaruit onder bepaalde omstandigheden de eigendom zich ontwikkelen kon" (proefschrift, blz. 43), wanneer wij namelijk onder deze bepaalde en niet nader, door den schrijver aangewezen omstandigheden niet uitsluitend de omstandigheden na den zondeval moeten verstaan, dwingen ons tot .afwijzing van deze „conmiunistische" typeering zoowel van paradijs als van nieuwen hemel! en nieuwe aarde. Doch ook overigens.is o.i. wanneer wij deze ^aak bezien vanuit de Schrift-verbanden, en letten op het geheel der Godsopenbaring in de H. Schrift, voor een dergelijke beschouwing geen plaats. Dit wil­ len we volgende week zien.

P. GROEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

DE CRISIS VAN HET GEZAG in het bedrijfsleven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's