GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Binderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Binderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEW GROOTE SCHAT.

Iemand heeft eens gezegd: »Och, al dat praten over rijke en arme, mooie en leelijke talen is dwaasheid. Overal weten de menschen elkaar wel te vertellen wat zij noodig hebben of weten moeten." En een jongen, met wien ik er over sprak, zei: »Ik begrijp het^niet. Want als ik wil weten wat een woord in een andere taal is zoek ik het in 't woordenboek op. Dus is de eene taal net als de andere, maa? de Franschen zeggen voor winkel: boutique, de Engelschen shop en de Duitschers Zaden. Dit is alles."

De man die zoo sprak was heel knap: de jongen minder. Maar allebei hadden't glas mis.

De Bijbel, dat weet gij, is geschreven in talen, die ons vreemd zijn, in het Hebreeuwsch en het Grieksch. Nu is het een groote zegen des Heeren dat zijn Woord voor ons vertaald is, maar ook dat dit kon en wel zoo goed en heerlijk als 't geschied is.

Ik bedoel nu niet, dat er zulke knappe menschen waren die de vreemde talen verstonden, schoon dat ook een groote weldaad Gods is. Maar hoe knap zij ook waren, als onze taal niet zoo geweest was als zij is, hadden zij nooit Gods Woord zoo goed kunnen overbrengen.

Als gij dit wilt begrijpen, let dan maar eens op de woorden die in uw Bijbel tusschen haakjes of schuin gedrukt staan. Wat zijn dat ?

Wel, woorden die er eigenlijk met in de grondtaal staan.

Zijn die er dan nu maar zoo tusschen gezet?

Dat moest wel, vrienden, anders zouden wij het niet begrijpen. De Hebreeuwen en Grieken zeiden de zaken anders dan wij en vatt'en het toch. Laat maar een» die woorden weg die ik bedoel, en gij zult zelf zien dat het dan niet te begrijpen is.

Ja, zelfs met die woorden zijn we nog niet heelemaal waar we wezen moeten. Want er blijven nog altijd dingen over, die men nu eenmaal met kan overbrengen. Die legt de dominee dan ook als hij over een tekst predikt, gelijk gij in de kerk hooren kunt, er dikwijls bij uit, omdat hij de vreemde taal verstaat en het weet.

Gij begrijpt nu wel hoe veel moeilijker 't zou zijn de hooge en diepe en goddelijke dingen, waar de Bijbel van spreekt, in on^e taal weer te geven, als die nu eens daarvoor geen woorden of uitdrukkingen had. Wat zouden we dan het Woord Gods moeilijk en dikwijls verkeerd verstaan! Maar Gode zij dank, dat is zoo niet, en we hebben een Bijbel zoo duidelijk en klaar, dat we den Heere wel mogen danken, die ons een taal schonk, waarin alles zoo goed en klaar ons kan worden voorgesteld.

Dat er onder onze lezers velen zijn, die zooveel bezitten, dat zij hun eigen rijkdom niet weten, zou ik niet durven zeggen. Maar zeker is, dat we allen heel veel hebben, dat we uit gewoonte haast niet opmerken, en waarvoor we maar al te dikwijls vergeten den Heere God te danken. Ja er zijn dingen, die de meeste menschen en kinderen nog nooit als een geschenk van de Heere hebben beschouwd, al hebben ze er dagelijks nut van.

Tot die dingen behoort ook de taal die wij spreken.

Zonder taal kunnen we ons de menschen niet voorstellen. Die onderscheidt hen van de redelooze dieren. Maar al hebben nu ook allen een taal, 't is toch lang niet hetzelfde welke.

Niet alsof nu onze taal juist de beste en mooiste zou zijn in de wereld, maar toch moge we den Heere danken, dat hij ons een eigen taal gaf niet alleen, maar ook zulk een, waarin we alles zoo juist, gemakkelijk, krachtig en schoon kunnen zeggen; waarin we ernstig maar ook vroolijk, heel los maar ook zeer statig ons kunnen uitdrukken; een rekbaar, makkelijk gewaad, waarin we onze gedachten zoo kunnen kleeden dat het past, past in dubbelen zin.

Ik sprak eens een zendeling die den Bijbel had overgezet voor onwetende heidenen, die ook een taal hadden, maar enkel voor zeer gewone dingen. Nu kwam hij aan \tt woord »Middelaar", dat wg dad«lgk begrijpen. Maar daar

was in die taal volstrekt geen woord voor. Ten einde raad, heeft men er toen maar »deur" voor gezet, omdat een deur de gemeenschap geeft tusschen twee plaatsen. Maar gij voelt wel, dat dat toch maar een behulpsel was en het niet hetzelfde is als de Heere Jezus zegt: »Ik ben de Deur''' en als wij lezen dat Hij is de Middelaar. Doch in die taal kon men 't niet beter zeggen.

Dit nu maar om duidelijk te maken wat we bedoelen. Later spreken we over meer.

Naam en daad.

Dat de Spanjaarden veel houden van lange titels en vele namen, is ons ook uit onze geschiedenis wel bekend. Denk maar eens aan namen als Ferdinand Alvarez van Toledo, hertog van Alva, of Don Louis de Zuniga y Requesens e. a.

Kort na het sluiten van den Munsterschen vrede, bezocht een Hollandsch schipper die Gerrit Pietersz heette een Spaansche haven. Hij bleef er eenigen tijd liggen en zijn zoontje Kees maakte kennis met het volk, en leerde zoo met hen wat praten.

Op zekeren dag kwam 't gesprek ook op de lange, vele en fraaie namen der Spanjaarden en vroegen eenigen aan Kees hoe het kwam, dat hij en vele Nederlanders zoo misdeeli waren wat namen betreft.

»Och, " zei de jonge Kees eenvoudig, »het zal wel zoo wezen, dat wij klein van naam maar groot van daad zijn."

De Spanjaarden hadden toen niets meer te zeggen. Kees Pietersz droeg zijn korte namen met eere.

AAN YfèAGERS.

D. V. De vader van koning Nebukadnezar komt in den Bijbel niet voor. Maar wij weten uit de ongewijde boeken dat hij Nabopolasser heette en stadhouder was des konings van Assyrië, ruim 6 eeuwen vóór Christus. Met de Meden verbonden maakte hij zich van Assyrië vrij, dat vernietigd werd Hij stichtte toen het rijk Babyion en werd door zijn zoon opgevolgd. Deze is die Nebukadnezar, waarvan we in den Bijbel lezen.

CORRESPONDENTIE.

T. O. te S We zullen gaarne kortelijk op uw vraag antwoorden. Veel hebben we er in vroegere jaargangen van dit blad reeds over gezegd.

Op een vraag over ^Valerius" kunnen we moeilijk antwoorden, wijl behalve de vele gewone menschen die zoo heetten, een aantal bekende personen dezen naam droegen-

HoOGENBrRK

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Binderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's