GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DEN STRIK ONTKOMEN.

DE VREEMDS BRIEF.

IV.

Uw Herder zal niet slaeyea.

MARNIX.

William rees op; het was hem onmogelijk een woord te uiten. Hij knikte even met het hoofd en verliet de kamer. In de breede gewelfde gang stond hij stil; hij dacht een oogenblik na, toen sprak hij zachtkens:

„En al zouden ook de koningin en de kerk en mijn vader het goedkeuren, ik doe, ik doe bet niet. Den man, die mijn leven redde, die ons, die niemand leed gedaan heeft, die hier argeloos in den strik loopt, zou ik helpen verraden! Hoe kan mijn vader zoo handelen! Ik kan hem niet gehoorzaam zijn. Ik zou geen rust hebben zoo ik Ruther overleverde aan zijn vijanden. Hij moet gered worden, maar hoe? Wat kan ik doen? ”

Langzaam steeg hij de trap op, die naar boven leidde. Toen hij voorbij des vluchtelings slaapvertrek kwam, was daar het licht reeds uit. Maar van binnen klonk een stem, de stem eens bidders, die sprak:

„Die in de schuilplaats des AUerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen; " en een stem daar buiten fluisterde: „Amen.”

De morgen was nog niet aangebroken toen William na een slapeloozen nacht opstond, naar beneden ging, en zijn paard zadelde. Zijn vader wachtte hem, en herhaalde nog eens zijne aanwijzingen. De jonkman gaf zwijgend een teeken van toestemming, toen sprong hij te paard, en weldra stierf het geluid der hoefslagen in den grauwen morgennevel weg.

Zoodra William buiten het gezicht van Caldon-house was, wendde hij het paard, en dreef het toen met de vaste hand eens bekwamen ruiters in snelle vaart vooruit. Een kwartier later hield bij stil voor een kleine, onaanzienlijke woning, waar nog alles gesloten was. Snel sprong hij van 't paard, trad naar de deur van het huisje en begon te kloppen met een geweld, zoo vervaarlijk dat een doove er van zou zijn opgeschrikt.

Een oogenblik later werd de deur geopend en iemand, wiens tongval den vreemdeling aanduidde, riep: „Wie daar? "

„Ik ben het, Broors, " antwoordde William haastig; »vraag mij niets, er is geen tijd te verliezen. Lawrence Ruther, die bij ons zich bevindt, is verraden. Over een half uur zullen de soldaten hier zijr, om hem gevangen te nemen. Ik moet ze gaan halen, maar ik wil niet — ik zal hem redden, ik ben.....”

Maar, heer Willy.”

„Stil, later zult ge alles weten. Wilt gij mij in Gods kracht helpen? Gij zijt een goed schrijver. Zet met een paar woorden op 't papier, welk gevaar hem dreigt. Ga dan naar mijn huis, en klim in den boom, die aan de achterzijde staat. Dan zijt gij voor 't venster van Ruthers slaapkamer; zorg dan dat hij het bericht krijgt, en hij is gered. Maar spoedig of alles is verloren; want als ik er om zeven uur met dt mannen niet ben, zal mijn vader zelf handelen; - r-ik ken hem.”

„’t Is onmogelijk, " jammerde kleine Broors, die uit de onzamenhangende mededeelingen wel begreep dat er gevaar dreigde, „p«pier, pen en inkt heb ik zelf moeten leenen, om den brief, diien ik kort geleden aan Rather zond, te schrijven. Wat zullen wij doen? Hadt ge maar zelf de waarschuwing geschreven, jongeheer, ik zou haar wel bezorgd hebben.”

„Dat kou ik niet, Broors, zonder dat mijn vader 't bemerkte; ik schrijf daarbij nooit, en ben het bijna verleerd. Maar daar is nog één middel. Durft ge 't hem gaan zeggen? ”

„Met Gods hulp ja. Ik heb al zoo menig gevaar doorleefd, en vrees voor mij zelven niet. Maar zal het middel baten? Ik moet hem eerst wekken, want bij zal nog wel niet op zijn, en dan met hem spreken; en als men ons hoort, wat dan? ”

„Toch weet ik niet anders, beproef het; misschien zal het gaan; wekken moet ge hem toch.”

„Stil, " riep kleine Broors eensklaps, terwijl zijn gelaat verhelderde, „daar bedenk ik iets. Wacht eens even.”

Hij trad haastig het huisje weder binnen; weldra keerde hij terug met een blad papier in de hand, dat uit een gedrukt boek gescheurd was. In de andere hand hield hij een stuk houtskool, blijkbaar uit den haard genomen.

„Wat gaat ge doen, Broors? " vroeg William baastig.

„Jongeheer, de tijd snelt voort; een weinig geduld en gij zult alles weten.”

De jongeling zweeg en zag alleen toe, terwijl kleine Broors het papier omvouwde, zoodat de vouw een weinig voorbij de helft van het blad kwam, en er dus aan den eenen kant een gedeelte uitstak; op dezen uitstekenden rand maakte de Vlaming met het stuk houtskool een kruis. Toen sloot hij de deur zijner woning,

groette huitig dea lOon des landheers en verdween.

Willum zette wederom zijn paud tot gestrekten draf aan, en sloeg den weg in naar Dnrham, waar liij aankwam juist toen de klok half zeven geslagen had.

Onbewust van de plannen, die er gesmeed werden, van de gevaren die hem omgaven, lag Ruther nog altijd in diepen slaap, in zijn kamer op Caldon-house. Mocht ook den vorigen avond eenige argwaan in zijn ziel zijn opgerezen, bij bezat de eigenschap, gemeen aan allen wier leven hen roept gevaren te trotseeren, om namelijk te kannen rusten en zich ontspannen, zoodra de gelegenheid zich vooidoet. Maar meer nóg dan dat was hem de wetenschap, die de Schrift hem gepredikt en de ondervinding bevestigd had, dat het oog des Heeren open is over degenen die Hem vreezen, maar Zijn aangezicht tegen hen die kwaad doen, en de ziel Zijns volks zoeken.

De morgen was niet meer verre, toen de prediker door een zacht geklop ontwaakte. Hij luisterde. Het geluid hield aan. Hij trad naar de deur om die te openen, toen hij bemerkte dat het kloppen van de andere zijde kwam. Verwonderd zag hij rond, of ook een tweede deur ergens zichtbaar was, maar te vergeefs.

Daar werd nogmaals geklopt, harder en sneller, als door een die geen tijd tot wachten heeft. Thans ho3rde Rather duidelijk, dat men aan 't venster tikte. Hij trad er heen, schoof het zware luik weg, en — wie schetst zijn verwondering, toen hij te midden van de nachtelijke duisternis een man ontdekte, die zich voorover boog op den tak van den boom, die bij het venster stond. Half besluiteloos staarde hij de vreemde verschijning aan, niet anders meenende dan dat zijn vijanden hem hadden nagegaan, en thans gereed waren hem te grijpen. Reeds blikte hij om zich heen om een gelegenheid tot ontkoming te vinden, toen de nachtelijke bezoeker de hand uitstrekte naar het raam, en iets door de nauwe reet schoof tusschen het boogvenster en den muur, waarin het gevat was. Ruther zag een papier uit de spleet steken; onwillekeurig vatte hij het aan, en zoodra de brenger dit scheen bemerkt te hebben, liet deze zich van den boom glijden, en verdween uit de oogen van den verbaasden prediker.

’t Was dezen niet moeielijk te raden wat dit alles beteekende. De vermoedens, die hij gisterenavond had opgevat, werden weder levendig: hem dreigde gevaar. Toch verloor hij, de kraclitige, in Goi vertrouwende Cbristen, zijn tegenwoordigheid van geest niet. Didelijk sloot hij het luik, sloeg vuur, stak eene kaars aan, en nam het toegestoken blad op.

Gelijk gezegd is, was het toegevouwen, doch zoo dat de eene helft grooter was dan de andere en dus uitstak, weik uitstekend ge deelte bovendien met een zwart kruis was bewerkt. Zoo ira had Ruther het papier niet gezien, of hij herkende een blad uit het Engelsch Nieuw-Testament van Coverdale, het Ëtrangehe van Mattheus. £a bij het flikkeren van het kaarslicht las hij de woorden, waarbij het teeken geplaatst was:

„Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere." (Matth lo : 23).

Het overige van den tekst was bijna geheel door het omgevouwen deel van 't blad bedekt.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 februari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 februari 1911

De Heraut | 4 Pagina's