Over het hoogste gezag - pagina 33
Redevoering bij de aanvaarding van het professoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
34 redding van de menschelijke ziel op den voorgrond staat. Terecht zegt von Ketteler: „de vereeniging dien wij staat noemen, zal des te volkomener zijn, hoe hooger de indi vidualiteit en de persoonlijkheid is der leden van den staat, en hoe vaster de band die allen omvat" (48). Zij zijn ook de mannen der ware vrijheid; want „het wezen der menschelijke vrijheid bestaat in de zedelijke en redelijke vrijheid" (49). Door de uitbreiding der staats macht worden wij weer, als dienstbaren, „onder de wet" gebracht: niet evenwel onder de goddelijke, maar onder de menschelijke! De geloovige daarentegen poogt de ont wikkeling te bevorderen van een rijk, dat niet door de wet maar door de liefde beheerscht wordt, al ligt dit eindpunt nog ver! En dit niet tot zelfverheerlijking; niet tot verheerlijking van volk of maatschappij; maar, vermits hij zich door eene buiten en boven hem staande macht laat leiden, ad majorem Dei gloriam! De tijden zijn ernstig, moeilijk. „Het Christendom", zegt Neander, „heeft, door de schuld van hen die het belijden, zonder dat het hun in vleesch en bloed is doorgedron gen, op verre na niet genoeg gedaan. Wat op ware en gezonde wijze uit het Christendom te voorschijn had moe ten komen, treedt nu als karikatuur tegen het Christen dom op. W a t in samenhang met het Christendom eene macht is, die de wereld opbouwt en bewaart, wordt, afgesneden van den wortel, eene macht der verwoesting. Wij kunnen het dreigend gevaar niet groot genoeg ach ten; wij staan aan den rand eens afgronds, waarin die duistere macht alles dreigt mee te slepen. Het wordt tijd voor een ieder zich te bezinnen, boete te doen en op stellige en besliste wijze zich in den kamp partij te stel len; alles er aan te wagen. W a n t de grootste slag, die ooit in de jaarboeken der geschiedenis staat opgeteekend, wordt voorbereid. Nederlaag of overwinning teekent den verderen loop der wereldgeschiedenis" (50). Zóó waarschuwt Neander; zóó waarschuwen alle groote Christenen van dezen tijd. Laat ons die waarschuwing
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884
Inaugurele redes | 39 Pagina's