GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 17

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 De geschiedenis, die voorafging, kennen we genoegzaam uit de gelijlduidende berichten van de hoofdpersonen zelven; vooral uit de mededeelingen, die aan de commissie van voorbereiding en aanMarnix van St. Aidegonde te danken zijn i). En nu kan van al die berichten de hoofdzaak in één enkelen volzin worden uitgedrukt: alle komen neer op dit ééne, dat de Emdensche Synode niet is samengekomen, voordat alle Kerken van de Nederlandsche natie, die op eenigerlei wijze konden geraadpleegd worden, niet slechts die in Duitschland, maar ook die in Engeland, niet slechts die in 'de verstrooiing waren, maar ook de kruiskerken van het vaderland, alle zonder onderscheid in de zaak bewilligd hadden, en zich tot de vereischte medewerking hadden bereid verklaard. Zonder eenige moeite is dat zeker niet gegaan. Er wordt ook gesproken van tegenstand, die moest overwonnen worden; van broeders, die het voorgestelde doel niet wilden, zeggende: „Het zijn niet dan menschen instellinghen" ^). Maar ook wordt dan medegedeeld, hoe er op die broeders gewerkt is; met name door den ijver van Marnix, die reeds jaren lang meer dan iemand gedaan had om op kerkelijke eenigheid aan te dringen, en die thans, nu er uitzicht was om haar te verkrijgen, meer dan iemand heeft toegebracht aan den goeden uitslag ^). Het ') De twee hierboven bedoelde stukken zijn eerst onlangs bekend geworden, door de in Augustus 1889 verschenen uitgave van het tweede Deel van het „Ecclesiae Londino-Batavae Archivum", inhoudende „Epistolae et Tractatus cum Eeformationis turn Ecclesiae LondinoBatavae historiam illustrantes; Ed. J. H. Hessels". Deze uitgave is zeer zeker prachtig uitgevoerd, maar ook tevens, naar den inhoud gerekend (282 brieven, uit de jaren ISdé—1622), bijzonder kostbaar (per deel 70 sh., in den Nederlandschen boekhandel ƒ 45.—). Daar zij dus wel niet veel verspreiding zal vinden, zijn de belangrijke stukken over de Emdensche Synode, die daarin voorkomen, hierachter overgenomen in Bijlage I ; met toevoeging van hetgeen over de voorbereidsolen van die Synode reeds elders was openbaar gema.akt; opdat men dit alles ('t welk in de hierboven blz. 7 genoemde Nederl. Synod Acta niet is opgenomen) hier nu zou bijeen hebben. ") Deze bedenking wordt uitdrukkelijk genoemd in de Punten die door de Kerken van Keulen op de Prov. Synode te Aken van 9 Sept. 1571 ter behandeling werden ingediend. Aldaar was zij denkelijk ontleend aan het antwoord, waarin een deel der „Hollanders" de eerste uitnoodiging om aan eene generale Synode mede te doen, met opgave van redenen, had afgewezen, welk stuk niet bewaard is, maar vermeld word t in den brief van de Kerken te Keulen aan den Prins, d.d. 22 Aug. 1571. Althans wanneer sprake is van tegenstand en bedenkingen, wordt altijd alleenlijk van „HoUandsche" broeders gesproken; niet slechts in den genoemden brief, maar ook in dien van dezelfde Kerken aan de Nederlandsohe predikanten te Heidelberg, d.d. 18 Aug. 1571. In den brief van de zes gedeputeerden aan den Nederlandschen Kerkeraad te Londen, d.d. 24 Juli 1571, wordt slechts in het algemeen gedoeld op bezwaren in den kring „vaude wtgewekene Dienaren ende broederen van verscheyde provinciën". Zie de in deze noot aangehaalde stukken hierachter in Bijlage I. ") Het hierboven over Marnix gezegde blijkt, voor zooveel de Emdensche Synode betreft, uit de hierachter in Bijlage I opgenomen stukken. Met betrekking tot den vroegeren tijd toont de door hem gestelde (en door Gaspar van der Heyden mede geteekende) zendbrief, dien hij d.d. 21 Maart 1570 aan de verstrooide Nederlandsohe Gereformeerde Kei-ken schreef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's