GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 37

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

mogelijk of ook waarschijnlijk, dat ruimte en tijd als de noodzakelijke voorwaarden van alle (uiterlijke en innerlijke) ervaring, bloot subjectieve voorwaarden voor al onze aanschouwing zijn.'' i) De maior van den syllogismus in deze redeneering is dus: wat noodzakelijke voorwaarde is, is bloot subjectieve voorwaarde, m. a. w. wat ik noodzakelijk in mij hebben moet om te kunnen ervaren is bloot subjectief, ligt in mij en niet in datgene wat ik ervaar. Nemen wij bij dezen maior eenen minor: Oogen zijn eene noodzakelijke voorwaarde om te zien, dan moet de conclusie luiden : oogen zijn eene bloot subjectieve voorwaarde voor het zien, en naar Kants redeneering moet deze conclusie leiden tot dit oordeel: ik heb oogen en gij hebt geene oogen. Immers hij concludeert niet: dat wij niet kunnen iveten of de dingen in tijd en ruimte zijn, maar beslist negatief: de dingen op zich zelf zijn niet in tijd en ruimte. Van het niet kunnen kennen of niet kunnen iveten besluit hij tot het niet zijn; terwijl hij van het niet kunnen kennen strikt logisch alleen had kunnen besluiten tot onzekerheid aangaande het zijn. Kants stelsel moest dan ook, ofschoon hij dat niet wil, leiden tot solipsismus, de leer dat ieder slechts van zijn eigen bestaan zeker is, wat eigenlijk reeds ligt opgesloten in het cocjiio ergo sum van Descartes. Want wel weet ik dat Kant het subjectieve generisch opvat, niet van den enkelen mensch, maar van de menschheid, maar dit is, strikt genomen, reeds een sprong in de redeneering; immers waarom zou de eene mensch voor den anderen wel als een object an sich kenbaar zijn, zoodat het geoorloofd ware

i) »Es ist also ungezweifelt gewiss und nicht bloss möglicli oder auch wahrscheinüch, dass Raum und Zeit als die nothwendigen Bedingungen aller (ausseren und inneren) Erfahrung, bloss subjective Bedingungen aller unserer Anschauung sind." Krit. der reinen Ver., pag. 94, Kirchm. (Allgemeine Anmerkungen zur transscendentalen Aesthetik.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's