GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moderne letterkunde en christelljke opvoeding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne letterkunde en christelljke opvoeding.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Wat leest ons christenvolk?

De letterkundige beweging van '80 is zeker door ons christenvolk, — en ik durf pok gerust zeggen: door de Nederlandsche natie, — niet terstond begrepen. Men zag en las de ppzie'nbarende literairie producten, maar men miste de objectiviteit en nuchterheid tot beoordeeling van 'dé zielkundige gestelidheidi), waarvan deze letterkunde 'de noodzakelijke uiting was.

Het duidelijkst kan ik 'dit toelichten met den roman, dien somm'igen na de „Camera Obscura" als het best© en mieest populaire Nederkndschiei letterkunjdige werk hebben geprezen: „Eline Ve're" van Lonis Coupetus.

Van Deyssel is niet de eenige, die van dit boek heeft gezegd: Kunst om te kussen.

Ik weet zeker, dat dit boek is gelezen, (zoowel om zijn tinteleniden, artistieiken, dat is natuurlijken, stijl, als om zijn verbluffend eerlijken en waarachtigen verhaal-inhou'd) ook door het christelijk („publieli." Ik hebl het boek jn mfeer 'dan 'één christenhuiskamer aangetroffen en ken tal van or*thodoxe „broeders", idie het hebben genoten. Zelfs in het zeer orthoidoxe Kampen, in de kringen 'der „Eigen Inrichting", waar ik destijdte (studeerde, maakte het boek bij' zijn verschijning bij de „intellectueelen" opgang. ;

Ik wil niet ontkennen, dat er ook velen zijkx, die zich aan ideaen eohttypischen niodernen roman hebben geërgerd en er hevig teg'cn hebben gewaarschuwld, miaar dat waren voor een deel dezelfde menschen, die iedere romanliteratuur voor den christen onnuttig achtten, en liefst ook Van Lennep CS. iuit hun huiselijke veste banden.

De christelijke romanlezers, die „De Hoos van Dekama" en „De Schaapherder", zonder conscientiebezwaar hadjden geslikt, verslonden nu vrij' algemeen met dezelfde graagte „Eline Vere" en weenden literaire tranen om haar tragisch lot.

„Eline Vere" was immers geen gem'een boek. Het werd niet door godslasterlijke taal of schunnig© tafereelen ontluisterd. Er 'kwamien zelfs geen bordeelhistories in voor, gelijk in het beruchte „Klaasje Zevenster" van den solieden Van Lennep. Het was de kunstige reproductie van het leven van een echt modem Haagsch meisje, een kind van ons nerveus, décaldient, levensmoe, geslacht!

Waarom zou < wie „Ferdinand Huyck's" romantische lotgevallen haid doorleefd, „Eline Vere" ongelezen laten?

In bat laatlsite boek waS zfeiker nog iets meer wat bekoorde, omldat ook de niet-literair geschoolde lezer instinctief voelde, dat Louis Couperus waarachtig© 'menschen gaf, die ons nader staan dan dé tooneelhelden van ld© ouder© auteurs.

„Eline Vere" werd aanvaard, het boek ging erin, het veroverde vele zielen, die overigens voor dfe mannen van '80 een afgrijzen hadden.

En zoo is het ook hier gegaan, gelijk wel m'eer in ons klein wereldje geschiedt: De praktijk ging vooraf aan jde theorie, . het was: Primum viver'e, deinde philpsophari, dat is: eerst leven, dan denken over het leven!

Zonder dat velen zich de werfcelijlcheid bewnst waren, was er iets heel belangrijks gebeurd: 'de moderne lettterkunde, ide nieuwe kunst, had hel hart der kunstarme christenen aangeraakt, en meer nog dan Kloos met zijne mooie sonnetten, is Louis Couperus met zijh populairen roman de wegbereider dezer kunst geweest.

Tracht u van dezen ommekeer (of wilt ge het ontwikkeling noemen? ) goled rekenschap te geven, want tot da orienteering op het gebied, dat wij' hier betreden zijh, is het constateeren van dit feit bet eerst noodzakelijk. •

Indien de Kunst, als een imperialistische godin, zich opgemaakt had om de christenmenschen te betooveren, haid ze geen listiger instrument kunnen kiezen dan de schitterende schepping van den Haagschen levenskiennier.

Voor den christen heeft reeds in het algemeen de modern© kunst dit vóór bij d© oude, dat 'ze het waarachtige dichter nadert. Ze stelt de fantatsie in dienst van het leven. In één woord: ze is realistisch, en heeft de bijbel ons niet het heihge realisme geleerd? Is id© h©erlijkheid van de Soh'rift niet juist haar eerlijkheid? Dat zij niet omhult en vergoelijkt, maar ontdekt en tentoonstelt wat de wereld, wat de mensch, in zijn armoede en leelij'kheid is?

De modern© kunstenaars staan in dit opzicht veel nader bij' het christendo'm dan de verhaalbedenkers uit een vroeger tijdperk, dat ze bezitten wat Carlyle noemt dien heldenmoed der oprechtbeid, en deze oprechtheid heeft hen, ik zeg niet zedelijk, maar artistiek, b'ezield om de armoede en den wanhoop te schilderen van den mensdhzonder-God.

Wie wil weten hoe het er uitziet in een menschenziel, die den troost van het leven en den moed om te leven mist, kan niet terecht bij' die zoetsappige, strooperige, brave-Hendrik-scheppers van de vorige generatie, hij moet gaan staan voot d'en onbewasemden spiegel van de nieuwere kunst.

Zeker, 'tis wel mooi, er; , vooral aandoenlijk, als de roman afloopt na vreeselijke verwikkelingen Jn een blijde ontknooping, w, anneer de smachtenid© en geplaagide verliefdien elkander toch' eindelijk krij-'gen en samien, nadat' het boek uit is, leven „nog lang lein gelnkkig"; bet is wiel heerlijk, als de Noiorddorpsche vossen ten slotte 'krij'gen op hun kop het lo'on des verraaids, het is alles prachtig, nxaar., . het is niet waar...

Schiller heeft geen recihl om, te zeggen: Die .Wieltgeschiahte ist das Weltgeiricilit Veeleer is het omgekeerd: De wereldgeschiedenis is zóó donker, Hat zij e i s c h t heit wereldgericht.

Van gevaarlijk gesproken, ja, dan is 'dve kunst toch ook geiraarlijk te noemleln, die het rauwe leven romantiseert, de natuurlijke menschen tot engelen en helden hörschept, ten dé hel van dit leven ómgoochelt tot een iSoorL hemel. . .

Verwonder u dus niet over het feit, dat een christen de mpldjeme letterkunde aanvaardt juist om haar realisme.

Verwonder u niet als heit huitengewoon eerlijke en tragische boieik van Ina Boudier—Bakker meit den profetischen titel „Armoede" door de örüiodoxen .wordt gelezen 'sn geprezen ^). Dit boek is leerzaam voor wie aandurft en aanwil de weAelijkheid der ellende. Het is waar, vreeselijk waar, wait in dit boek staat: „Er schuilt armoede in ieider menschenbestaan. Die armoede scheidt de menschen. in verbittering van onbegrepenheid, of dïijft ze naar elkaar toe in hulpeloosheid van verlangen, maar de liefde vermag niet de leemten te vullen, eenzaam blijft ten slotte ieder, naast flengene, die hem het liefst is. En zoo tobben we rond, elk op zijn manier."

Dit is de , miensch, de vreemldeling buiten het verloren paradijs.

Hier kan zelfs' een christen nog sielf-k'ennis leenen.

Voeg nu daarbij' het feit, idat |de modernen, biehalve over de kunst van !dit ïealis'me, ook beschikten over de nog hoogere kunst van het zuiver impressionisme, vooral uitkomend in hun klankrijke, gevoelde, 'en dus geivoelige, poëzie, dan - is het raadsel verklaard, Üat velen, die in hun weneldbesdhouwing volstrekt antithetisch tegenover deze kunstenaars stonden, toch van hun geestesproduciten smulden, de één onbewust, alleen pmd'at hiji geboeid werd door de verbaal-substantie, de alnder (en dat waren de weinigen), omidat hijl hief zijta ingeschapen dorst naar echte kunst bevredigld voelde.

Dat deze kmist doioï valsche bijmengsels werd onteerd, en dat achter deze kunst veelal een antichristelijke zielkundige gesteldheid was verborgen (soms ook niet verborgen), belette den letterlustigen christen niet zich in dezen sdhocnen bloemhof te vermeien. Men greep de kunst en nam hielt andere er op toe. Men verdroeg het eene, omidat men het anidere liefhad.

Maar het was niet gering wat de moderne kunst hier met het begeerde insmokkelde in biet christelijk erf.

Ik noemde als voorbeeld Eline Vere.

Als objectieve schildering van de zieleleegte van den modernen mensch was dit boek op zichzelf niet aanstootelijk, ©et begeerlijk, wijl paedagogisch nuttig voor den christen, , maar 'in deze levensgetrouwe hersdhepping: van een zieltragedie werd toch ook, — misschiien door den schrijver onbiedoeld — een levensbeschouwing gecolporteerd, die met het w.are christendom vloekt: de visie van het noodlot! Met, de aanvaarlding vam het noodlot of het uitsluitend natuurgebearen woridt niet alleen de religie, maar zelfs de moraal, uitgeschaikeld|, en wondt óf het pessimisme, óf het epicurisme tot levensbeerscher. Heit pure reaüsme is daarom uit zedelijk oogpunt nog gevaarlijker dan het onwaarachtig romantisme, ^voorzoover het nog de zedelijke norm eerbiedigt.

De oipkomst va]ni de moiderne letterkimdé beteekende düs VO0Ï1 het poisifcLevei clmistendbm'hetgevaaï van een vijiandelijfeen aanval, van een koniende crisis.


¹) Wegens correctie-verzuim heeft de drukker mij ia het vorige stuk laten spreken van de filosofie der „tachtigers". Dit is een te groot woord. Filosofie was eir niet. Wel de psychologische gesteldheid.

²) Een Chiistelijk boekhandelaai-verzekerde mij, dat de verschijning va; n een nieuw boek van Boudier—Bakkfï vreugde wekt bij al zijn Christelijke klanten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Moderne letterkunde en christelljke opvoeding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1920

De Reformatie | 8 Pagina's