GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Schilderijen zien.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schilderijen zien.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In hef feit, dat H. M. onze Koningin-de schilderkunst liefheeft, mjag gesymboliseerd liggen, dat deze steeds de bij uitstek nationale kunst is ge-Wieest. Er zijn niet veel terreinen, waarop ons land 'ku.nste-naars voortbracht van wereldberoeinlden naam. We hebben groot-e dichters gehad — maar niet zóó groot, dat heel - de wfereld zich op hun werken heeft geworp-en, gelijk o-p' de Grieksche en Liatijnsche Klassieken. Wat zijn onze bouwwerken, onze standbeeld-en vergeleken met wat men elders ziet? Maar schilders hebben wij en hadden wij. Onze schilders acht men de moeite waard om, naar ziclh toe te trekken, men 'maakt Rem'brandt tot - een Duitscher. Onz'e schilders worden g-ezo-oht in büitenlandsche .musea., ja we hebben het toiegelaten of moeten aanzien, dat veel van het schoonste over de grenzen ging.

Tochl als men let op het leven van ons volik! schijnt ook de schilderkunst weinig po-pulair te zijn. M-en ho-ort lachen o-m prac'htwerken, centsprenten en p-oppenKastenwerk trekt so-ms meer de aandacht dan goede repro-ducties.

Een kwestie van geld, zult ge zeggen. Ongetwijfeld, maar ook, als het geld „geen rol speelt", wordt al te vaak het leelijke gekozen boven het schoo-ne-, het overladene boven het fijne.

Is daar verbetering in te brengen?

In zékeren zin niet. Aanleg is niet te malcen. Mien moet oog hebben om schilderkunst te kunnen genieten.

Toch is er wel iets te doen. Misverstand kan worden bestreden, ' een enkele vingerwijzing ter oefening mag worden geboden.

Dat wil ik voor heden als niet d e s k u n d i g e doen. Misschien dat, die het wel zijn, lachen. Ik mjag toch zeggen, wat mij 'heeft geholpen, hoe ik heb geleerd.

Zeker er zijn bodcjes over Schilderijen zien. Ik noean voor belangstellenden: -dat van B. P. W^iggers^-van IJsselstein, dat het opschrift van dit artikel tof titel heeft en voo-ral hef mooie: Het zien vain 'kunstwerkeii door E. Kor e vaar — Hesseling. Hier spreken de vrouwen van het vale en zie hebh-en platen tot hun dienst. De laatste moet i'k - missen en vakman reken ik me allerminst. Alleen als belangstellende spreek ik.

En zoo maak ik tw.ee opmerkingen thans, later misschien nog een enkele meer.

Eerst iets tot oefening.

Wiann-eer ge voor een schilderij ° staat, probeer dan eens een antwoord te vinden op deze vraag', wa.t spreekt me het meest toe: de 1 ij n of' de kleur.

Op dit punt vialt een scheiding te maken en het leeren zien van dit onderscheid, geeft oog voor veel.

Er zijn schilders, voor wie de Meur alles is. Ziet ge een zwarte weergave van hun werk', dan is de hleerlijlcheid er af, dan spreekt het niet meer toe, dan her'fcent ge het bijkans niet meer. Maar als ge voor het schilderstuk staat, komt een warme kleurengloed u tegen, het blinkt alles en glanst. Het zijn de mannen van de 'kteui*. Lijnen, vormen treden op - den achtergrond. S-otas z.ijn ze niet dui-.delijk te qinderscJheide-n. Maar kleuren ziet ge, de kleuren verklaren u de dingen, geven er inzicht in, ge leert zie 'kennen, gelij'k ge ze nog niet eerder hebt gekend.

Op ander werk' daarentegen overheerscht de lijn.

De forsdhe lijn of de fraaie lijn; - Ge ontvangt oog voor den vorm, doordat die vorm scherp uitkomt, zwiart op wit oif licht op donkeren achtergrond. Ge 'kiint de lijnen volgen in h'eel hün loop, ge Idunt de figuren a. h. w. van het doek nemen, lichten uit ihet .geheel. Nii pas leert ige hoe een ding er uitziet, hos de spieren loopen van den arm., wat de lijn van een nek is. Ge ziet verhoudingen, h-et - een uit , het ander spruiten.

Ik taiaakte hier de scheiding scherp, te scherp. Want 'H-eur en lijn liggen ni-et zóó naast , elkaa, r, dat zie niets met elkander zouden te maken hehh-en. Geen waar schilderij is enKel kleur of enkel lijn. Er is zelfs een zeker - e-venwicht mogelijk. Maar toch er blijft kleur en lijn en het onderscheiden Va.n die twee leert schilderijen zien. Ik geef hier .geen theorie, noch oyer de verhouding van kleur en lijn noch over de samenstelling van eenig schilderstuk'. Het .gaat slechts om' de kwestie, stel ter oefening, " als ge voor een schilderij staat, ook de-ze vraag, w^at boeit m'e het meest, kleur of lijn.

In de tweede plaats wil ik trachten een misverstand weg te nemen. Al te veel h'eersch't de meening, dat een schilderij behoort te wezlen een ge149 trouwe afbeelding van de werkelijkheid. En als men de werkelijkheid niet nauwkeurig ziet uitgebeeld, wordt het schilderstuk veroordeeld.

Hier is een waandenk'beeld. Ongetwijfeld zijn er. grenzen. "E-en portret, waarin de persoon - nauwelijks te herkennen is, een stilleven, waarin bloem, nc-C(h vaas of vrucht mteer valt te onderscheiden, ik bedoel niet voor een, die geoefend is, maar voor [het groote publiek, gaat over die - grenzen en lldoiTit in strijd met hiet karakter Van de schilderkunst. A..an zulke decandentie is onze tijd 'helaas al te rij-k. komt in strijd met karakter van de schilderkunst.

Maar is hier een uiterste, - het andere is niets te vragen dan de getrouwe afbeelding, van wat het C'Og ziet. Dat kan vaardiglheid zijn, kunst is het zlelker niet. Zelfs een goede fofo is 'm'eer dan voorstelling, van wat voor de lens is geweest.

De schilder is kunstenaar, omdat hij de dingen dieper ziet dan een ander en de ; ga.ve heeft, dat diepere op het - doek' te brengen. Ik' zeg dieper, dat is niet anders. De scIMlder ziet - er meer in, liij - ziet ihet wezen, het - eigenlijke, het bijzondere. Dat kan liggen in de dingen izelf, in hun onderlinge verhouding, . Hij ziet de scho-onheid en weet die schoo-n weer te geven. Wie het schilderij ziet, ziets iets meer dan de werkelijkheid. Wie een persoon lang fce.nt, ziet in het goede p-ortret zijn bij-Moder ikiarakter uitkomen. Op h!et goede landschapstuk zien we de schoonheid 'beter, dan toen we zelf de plaats bezochten. Het stilleven geeft ons oog vo-or den rijkdom in vo-rm en kleur van de eenvoudige gebrui'ksvoirwerpen, die gebracht zijn in bijzondere o-mgeving.

De schilder heeft ook middelen, voor wat hem trof, zijn indrujk te vertolken. In onzen tijd zijn er voo-ral twee. Het eene is, wat ik' zo-u willen noemen: het overdrijven van de kleur, het andere is: de vereenvoudiging.

Voor het eerste een voorbeeld. Onlangs hoorde i'k van iemand, die zich ten zeerste vroolijfc had geimaakt over een schilderij, waarop blauwe paarden waren vo-o-rgesteld. Hij had veel gezien, m'aar nog no-oit een blauw paard. Maar hij had nog no-oit aandachtig beschouwd - de kleur van een paard bij ondergaande zo-n. Het wla, s hem. nog nimmer opgevallen, dat dan - de schaduwen heel bijziendere tinten hebben, dat inderdaad over het paaxdenlijf fca, n vallen een blauwe glans. De schilder had het w-el gezien en - het uitgebeeld, .wiat te kras, iets gedurfd, wat overdreven en toch, als ge het stuk zaagt in g-oede helichting-, dan zaajgt ge de schoonheid van het paard bij dalende zon.

En nu de vïereenvaudiging', die met het vorige samenhangt. De werkelijldieid is altijd uiterst samengesteld. De indrukken verdringen zich'. Nu heeft de schilder één indruk bo-venal. Dien wil hij vastleggen, overbrengen. En nu schildert hij zóó, dat op het schilderij de indrukken zich niet verdringen, dat men er één k'rijigt en houdt en van dien een-en onder den indruik komt. Daarota zien we een iets te stra'k loo-pende lijn, een voor den niet geoefenden b-escho-uwer misteek'end lijkend lichaamsdeel, een éénkleurig vlak, een naar den maatstaf der werkelijkheid gemeten onjuiste verhouding zelfs. Zoo is .het samengestelde weggenomen en de gegrepen eenheid treedt in volle scihoo-nheid naar voren.

Heeft men daar oog voor gektegen, dan lacht men niet meer, miaar is men menig schilder dankbaar, dat hij ons heeft leeren zien, w'at we te voren nog nooit 'hadden gezien.

Zonder eenige pretentie, als leek' schreef ik 'deze dingen op-. Ze hebben mij leeren genieten, verstaan, wat i'k vroeger niet genoot, niet verstond. Misscjhien kunnen ze óok een ander helpen.

, L'AICUS.

Opbloei.

Uit den kring van „Het Christelijk IJetterkundig Vierbond" kreeg ik een schrijven, waarin iriij wordt blerictht, dat de voorstelling, die ik in „De Reformlatie" (Nov. '20), en later in het boek „Moderne Letterkunde en Ohristelijke Opvoeding", van den toestand van dit Verbond ih'eb gegeven, thans niet meer overeenstemt met de feiten.

De sdhrijver erkent, dat toentertijd het Verbond inderdaad op sterven na dood was, •wegens den geest van cohservatismie, die den opbloei van nieuw leven onderdrukte, zoodat er zelfs plannen voor een eervolle begrafenis bestonden, m; aar hij deelt mee, dat sinds dien tijd Jiet Verbond weer is opgefleurd en een nieuwen koers is uitgegaan.

Wij nemen gaarne acte van deze mededeeling en vinden het billijk, dat onze lezers van deze verbetering ook kennis dragen.

Over de gesehiedenis van de splitsing zielf oordeelen Avij niet, alleen willen we de wenschelijkheid uitspreken, da, t men blijve aansturen op; vereeniging yan de twee groepen. Het Verbond en de Kring van Jongeren mloeten tracihten elkaar te vinden.

Voor twéé letterkundige organisaties met ieder een tijdsclirift, is er geen plaats, en boivendien: We 'hebben elkaar noodig.

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Schilderijen zien.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's