GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Eenige Gezangen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Eenige Gezangen”.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV (Slot)

IV (Slot.)

In mijn vorig artikel had .ik het over - , fivl^^^: lische-gezangien-lucht”.

Daarmee wilde i'k niet ontïêffitiieih'i dsÈf éï' ohdei”.Evangelische Gezangen sdho'one liederen zijn.

Maar dat de bundel als zoodanig een geest adem die 'de onze niet is en ook niet m'ag zijn.

Wat de Evangelische Gezangen, de goiede iii*" te na gesprolken, over bet geheel kenmierkt, is b«t oppervlak'ldge godsdienstige optimisme.

Daaraan her'lcent inlen iden, tijd, waarin zij z-"]? *? ontstaan. '

Maar h'Oe zo'uden 'de nieuwe gezangen, in bei Liturgie-Rjapport aan de Synode aangeboden, - ondersteld, dat zij-alle onveranderd werden ing^'' voerd — 'door latere geslaöhten worden beoordeeld.

Zou mien niet als hun 'kenmerk aangeven ^e^^ ondichterlijfe nuchterheid of liever nog: zekere'C-: ^ standelijkheid ?

En - als Men daarna jb^fê^^gtelijk leven onzer lerken iging lafmteten, zou' toen het dan niet beschuldigen v; an inteltektu-alistoé?

Enkele igoede regels en verzen nu daargelaten is er te we.inig; bewogenheid, te weinig bezieling in.

Men neme eens ide berijtoing v: n Rom. 8:33-39.

De onberijtode tek'st verraadt door zijn vragen en afgebroken zinnen heftig zielsbeweeg.

En wiat is daarvan in de berijming overgebleven?

Het Idan idus niet heeleiniaal hieraan liggen, dat •'-'déze herijmers zich nog veel angstvalliger bij den tekst hebben laangesloten dan onze psalmherijmers.

Want enge aansluiting zou juist van het slof $aü Romeinen 8 heel iets andeis hebben gemaakt.

Zelfs de berijmingen van'de gedeelten uit Openbaring ontbomien aan die verstandelij'kheid niet.

Moet dit niet eenigszins aan de gem'oedsgesteld-*^^iieid v; an de berijmiers worden toegeschreven?

Ik kan deze vraaig te vrijer stellen, waar mij „absoluut lonbekend is, wie de berij'rners zijn.

Ook houdt 'die vraag nog niet de minste be-" s(ihuldiiging, , yian.intelliek!tualisme tegen de^ herijmers .zelf in.^ UMifSil^^'

Zij kunnein zèet wèl evenwichtige, of mogelijk ook 'zelfs wiat eenzijdig-mystieke naturen zijn.

Voor zichzelf khnnen zij (hoog'stens er uit afleiden, dat, wiaai' zij zich zetten tot berijming met den drang ; om op loen bepaalden tijd klaax te zijn, zij m.i. slechts leverden een rijm'produkt, waaraan verstandelijfcheidsstoetten kleven.

Indien zij op inspiratie hadden k'unnen Wachten, zouden zij misschien mtet heel iets-anders voor den dag zijn gekomen.

Welke konklusie ik uit dit alles moet trekken, , ligt v'oor de hand.

Naar het 'mij vjoorkdmt is de tijd te kort geweest '^ voor desbetreffende Deputa.fen, öm' behalve de herziening van de liturgie — waiarlijk geen peulschillatje! — nog met een definitieve proeve van de uitbreiding v; an „Eenige Gezaftgen" te komen.

Zelfs als zou deze p-ïoeve doior Synodaal besluit dan ook slechts als een VaOirloopige moeten ^TFiOrden heschouwd, zoo' zou daardoor onvermin-Pflerd blijven de hulde aan hun enorme werkkracht.

Dat onze kerken in meerderheid zich met deze proeve ingienomen zoiuden .toonen., , laat ...zich bijna niet denken.

Daarvoor s^|i§p|^ill^^pivJ^i^||!S"Yêel iiï het oog.

De Synode 'zou 'ioip 'grond er v'ah kleine verbeteringen kunnen aanbrengen in de „Eenige Ge­ zangen".

Maar wanneer zij ehkfele gioede berijmingen - uit de proeve aan den bestaanden bundel toevoegde, zon zij te veel stukwerk leveren.

En dat kan van de Synode niet worden verwacht.

Het zou onbescheiden zijn de Sjmode hier den|vieg té willen aanwijzen.

Daarmee zou door ide pers de grenzen, ; harerj> e; ; l^oegdheid worden overschreden.

Doch het is wellicht niet al te onpas, wannéér eenige denkbeelden worden opgeworpen.

En dan zou ik met dezie vragen willen aankomen:

1. Zou het niet béter zijn, wanneer eerst nog eens principieel heel de gezangenkwestie onder de oogen wondt gezien? Aan den eenen kant zijn er in onze kerken, die tegen alle nieuwe gezangen, ook tegen berijmingen van Schriftgedeelten, bezwaar > hebben. Aan den alnderen jdant Vermogen velen niet in te zien, waarom^ de nieuwe gezangen juist berijmide of onberijmde .Schriftgedeelten moeten zijn en waaTom; de bedenkinigen, welke hiertegen zijn ingebracht, niet op pralktische tojanier kunnen ondervangen worden. Zou een rapport, waarin deze dingen ampel worden b'esprokfen, een Synode niet den zoo noodigen steun in den rug geven en tegenover eventueel dissentiëerende broederen mteer verant­ woord doen zijn?

2. Zou het niet geraden zijn, dat, vóór de Sy-, node nieuwe gezangen aanvaardt, zij eerst de mé-., tbode Vaststelt, welke Deputaten hij de keuze en ad, e wijze van berijminjgen hebben te volgen ?

Behoeft het nogmiaals uitdrukkelijk verzekerd, dat onze kritiek niets te kort wil doen aan de waar-' deering, welke wij Voor het werk van de Deputaten hebben?

De Deputaten hebben zelf ook kritiek.

Bij de nieuwe' berijming der Tien Geboden en van een gedeelte van den lofzang van Zacharias gaven zij dat niet onduidelijk te verstaan.

Waarschijnlijk hebben zij meerdere berijmingen voor zich gehad en daaruit de voorgesteldei als de meest geschikte naar hun oordeel gekozen.

Maar daaruit volgt nog niet, dat zij over de voorgestelde herijtaingen zelf geheel. tevreden zijn.

Alleen inleenden zij nu reeds met een bepaalden L , .^^, y^orslagi te. mtoeten komen.

Hierover nu ll^an toen in gevoelen van hen ver-"s'eBiileri.

Men kan zich bok op het standpunt stellen: slechts 'dan, wanneer er gezangen zijn, die aan hooge eischen voldoen, mogen ze voorgedragen.

Want talen kan zich wel laten leiden door de wijsheid yan het spreekwoord: beter een half ei dan een leege dop.

Daar staat echter tegenover, dat in de praktijk heel 'dikwijls hiëÜl^liichzelf niet zoo K|^d||: de vijand is geblekbïi vaïi het betere.

Ik vrees dan ook, dat, wanneer deze nieuwe gezangen zouden worden ingev'oerd, zij aan Ijetere in den weg zouden staan.

Het is toch niet aan te nemten, dat latere Synodes weer spoedig tot herziening zouden overgaan.

Dat zou a-an de stabiliteit in ons kerkelijk leven ook niet bevorderlijk zijn.

Liever in deze nog eenig geduld geoefend, dan te nemien wiat er'té kïiig'ein - is, . .ook„; al laat. het, onbevredigd.

De Ijéspreking van de„.'inielodieën stel ikhög'wat uit.

Niet lang zijn. l'-viSh' ondergeschikt .beIntegendeé "

Een gebrekkige melodie kan een op zichzelf goed üed voor het gezang onbruikhaar maken.

Daarom moet bij deze beproeving niet alleen over de berijming maar ook' over de compositie worden geoordeeld.

Doch ler rees bij mij een plan, dat wat tijd vraagt 'Om' het uit te weckten en méér plaats in ons blad, dan wiaarover we op het oogenblik' kunnen bésdhiikken.'

Ik zal daarom' de be'handeling van andere rapporten laten voorgaan.

Dienen tijd en plaats, dan hoop ik naar het beraaimde plan de melodieën ter sprake te brengen.

En anders geef ik ook da, aroiver oordeel mijn kort weer.

In tien haak?

Op het oogenblik doet in onze pers het volgende artikel, dat Ds A. de Geus in „Friesch Kerkblad" schreef, de ronde:

Naar aanleiding van de correspondentie, die gevoerd moet worden inzake het Rapportenboek wensch ik hier een paar opmerkingen te maken, die m.i. niet geheel overbodig zijn.

Volgens de opdracht der Generale Synode van 1930 hebben „de leden van het Moderamen" de taak de Rapporten tijdig aan de Kerken te doen toekomen. Zij' achten, dat die opdracht beteekent, dat aan elke Kerk één exemplaar wordt toegezonden, gelijk aan elke Kerk steeds één exemplaar van de Acta wordt bezorgd.

Deze enkelheid brengt sommige ouderlingen-geesten in een bevceging, die door de enkelheid der Acta nooit gestoord werd.

Die ouderlingen willen gaan studeeren. Dat is een kostelijke zaak. Met het oog daarop is. het jammier, dat de Generale Synode niet een. uitgeverszaa: k van dit Rapportenboek heeft gemaakt. Die exemplaren, die 4 of 5 gulden zouden moeten bosten, zonden misschien wegvliegen. Maar de Synode heeft dit nu eenmaal niet bepaald;

Maar uit de correspondentie blijkt, dat sommigen meenen, dat de hestuideering van die rapporten vóór de Classicale vergaderingen, die aan de Particuliere Synodes van dit jaar voorafgaan, moet afgeloopen zijn. Dat is m.i. niet geheel juist.

Wat hebben de Classicale vergaderingen, Wat hebben de Particuliere Synodes met deze Rapporten te mpjken? Dfe zaken, die daarin behandeld worden, hebben betrekking op-de plaatselijke kerken en verder op dien kring van kerken die door de Generale Synode wordt gevormd. Hoogstens zou men voor het Rapport over Art. 13 een zeer bescheiden plaatsje op een Classicale tafel kunnen reserveeren en evenzoo in de P'articuliere Synode.

Maar w'at moet een Classicale vergadering of een Particuliere Synode doen met die andere rapporten? Men kan daarover wel praten, een paar dagen aaneen wel. Maar waartoe dient het?

Heeft een Kerk naar aanleiding van een of ander rapport iets voor te stellen, dan stelle zij' .dat voor aan de Generale Synode. Daarvoor heeft zij de Classicale vergadering niet noodig, noch de Particuliere Synode. Dikwijls komt dergelijk voorstel in zoo'n meerdere vergadering m'et het verzoek om het door te zenden naar de Generale Synode. Maar die meerdere vergadering is toch geen brievenbesteller. Het adres van de Generale Synode weet men toch wel: het is de Utrechtsche Kerk.

In die bewteging zit echter iets gevaarlijks. De meening is er niet vreemd aan, dat het Heilige der Heiligen van de Generale Synodes niet te naderen is dan door den Classicalen voorhof en het Particulier Synodale Heilige. Dat hiërarchisch element moet weg.

Voor somimige zaken is er w'el zoo'n gang naar de Generale Synode, maar dat zijn zaken, die tot de mindere vergaderingen bebooren en daar niet afgedaan kunnen worden. Maar men doordringe zich er . toch goed van, dat de zaken der Generale Synode Wel al de plaatselijke kerken en elk van haar . aizonderlijk aangaan, maar dat er tusschen de plaatselijke Kerk en de Generale Synode geen enkele vergadering mag gesteld worden, dan alleen in het pas genoemde geval.

Maar mag er dan in de Classicale vergadering en in de Particuliere Synodes niet over die zaken gesproken worden ?

Mogen, mogen! maar m, i. hooren z.e er eigenlijk niet thuis. Deze meerdere vergaderingen hebben alleen te handelen over wat hun eigen federatie van Kerken aangaat; en laten ze daar goed over handelen.

Heeft een Keikeraad niet voldoende licht over de in de Gen. Synode te behandelen zaken, en wil hij toch meespreken, laat hemi dan licht zoeken wUar het te vinden is, , of laat hem het initiatief , 243 nemen tot een samtenspreking met andere personen in een conferentie. Doch dat wordt dan niet wat •wij noemen een kerkelijke vergadering.

Het zou een schoone taak ziju, als van honderden plaatselijke Kerken schrifturen ter Generale Synode kwamen, goed rakende de quaesties die behandeld worden in de rapporten over de Echtscheiding, „ het Leerboek, de Legerpredikanten, en last not least de' regeling van Art. 13 en de Liturgie.

Voor mijn besef zouden die missiven van de . , plaatseUjbe kerken, ondersteld, dat ze zakelijfe goed' f^ifif-.hi elkaar zaten, meer beteekenen d'in uitspraken van • "'• Classes of Particuliere • Synodes.

En als er dan Classes en Particuliere Synodes zijn, die zich toch met de genoemde zaken bezig hou-• den en besluiten nemen en deze ter kennis van de Generale Synode brengen, moet deze dan de uitspraken, voorstellen, e.d.g. maai' ter zijde leggen?

Zoo onvriendelijk is de Generale Synode nooit geweest. Zij neemt ook nota van , , de overtollige goede wterken", maar dat doet ze' naar luid der historie op haar manier. Doch ze zal vooral haar aandacht geven aan w'at komt van een plaatselijke 'kerk.

In dit woord van een voor Synodale vergaderingen getraind man als Ds de Geus 'is veel, dat ter harte idient genomen.

Inderdaad leeft mén vaak nog te zeer in de gedaehte, dat de Generale Synode voor de plaatselijke kerken niet te bereiken v!alt dan langs den weg van classis en particuliere Synode.

Die valsche voorstelling' kan door een stukske als : het bovenstaande goeddeels uit den weg worden geruimd.

Het is uitneanend, dat Ds de Geus daarop eens flink iden nadruk lei.

Maar toch komt het ons voor, 'dat hij weer te veel naar den anderen kant overhelt en eenzijdig wordt.

Wij willen hier niet dadelijk gereed staan miet het brandmierk „half-independentisme", m'aar toch is er in zijn uiteenzietting iets niet in den haak'.

Als een plaatselijke kerk in de gelegenheid is cla.ssis of particuliere Synode in haar voornemen, om met een voorstel, amendement Oif iets dergelijks naar de Generale Synode te gaan, te kennen, ge-Icoven wij, dat zij daartoe ook verplicht is.

Dat reeds eischt de bescheidenheid, de wetenschap, dat aan mjeerdere plaatselijke kerken meer gaven geschonken zijn dan ^an één alleen.

Als gij u tot-een of ander regeeringscollege wilt wenden mét een verzoek.of voorstel, dan laat gij uw missive eerst eens aan-uw vrienden lezen en ge vraagt: wat zegt ge ervan? Oordeelen deze, dat er Avijzigingen in mloeten worden aangehracht, dan •zult ge na: ar hun raad allicht luisteren.

Zoo is het oofc het mieest natuurlijke, dat een plaatselijke kerk ter classis vraagt: wat denkt gij van dit voorstel, dat ik de Generale Synode zal kenbaar maken? Misschien oordeelt de classis, dat het voorstel door ernstige bezwlaren wordt gedrukt. Dan heelt de plaatselijke kerk het volste rapht om' dit toch bij de Generale Synode in te dienen. Maar in de mjeeste gevallen zal zij er van afzien.

Zoo worden de classicale v'ergaderingen de groote zeef, waarop vele gebrekkige voorstellen blijven i liggen en dit verlicht het werk van een Générale Synode laanmérkblijk.

Echter kan zoo'n voorstel ook de gioedkeuring wegdragen van de classis, deze' kan 'het al of niet geamendeerd lovernemen en het ter tafel brengen op de particuliere Synode.

En wanneer 'deze het dan oo'k voor haar rekening neemt, dan kan Ds de Geus het toch niet meenen, dat aan het oordeel van die meerdere vergadering niet meer gewicht behoort te worden gehecht dan aan dat eener plaatselijke kerk.

Want dan zou hij toet een der grondbeginselen van lons Gereformteierd kéilcrecht in konflikt geraken.

Ds de Geus beroept zich op de historie.

Waarop hij speciaal het oog heeft, weet ik' niet.

Maar voorzoover die historie in de offioiëele acta beschreven wordt, geeft ze toch ander bescheid.

In de opleidingskwestie b.v. legden de uitspraken der ipiartic.uliere Synodes juist heel veel gewicht in 'de schaal.

Om nu van de Synodes in de 16de eeuw te zwijgen.

Natuurlijk talag. Ds de Geus er niet van verdacht zijn raad te .hebben gegeven ont het nadeel van het leenigszins te laat verschijnen der rapporten weg te nemen.

Maar 'het zou toch onpraktisch zijn, indien ten opzichte van de Rapp'orten zijn advies algemeen werd gevolgd.

Nu reeds kwamen plaatselijke kerken met voorstellen.

Ik 'wil er één noemien.

De kerk van D'elft zal op 'de e.k. vergadering van.'de classis 's-Grayenhage het volgende' voorstel indienen:

De classis besluite tot doorzending naar de Ge^ nerale Synode, op de e.k. P'articuliere Synode van Z.-H. ten N. voor te stellen:

1. Uit de door deputaten G. S. voorgestelde Liturgie van de morgengods'dienstoefening „op den dag des Heeren'" worden de punten 5—7 geschrapt en daarvoor in de plaats gesteld:

5. Zingen. (Bij voorkeur wissele men een P'sali» vers waarin de door Gods wet schuldig gestelde

gemeente zich uit; ? i& f'!*& et een psalmvers, waarin de begeerte uitbomf omi als verloste gemeente naar 's Heeren wet te wandelen.)

6. Gebed.

II. a. In het voorgestelde „Formulier om to bevestigen de Dienaren des Woords", worde in de tweede vraag ook instemming gevraagd met de verklaring van Gods Woord naar de belijdenisschriften der Geref. Kerken.

b. In datzelfde „Formulier" Worde geschrapt — na het nederknielen van den dienaar — de zinsnede: „In den naam des Heeren verleen ik u de macht en het recht h«t Woord en de Sacramenten te bedienen, en de schapen van den Goeden Herder te weiden."

Deze kerk volstaat dus niet met eenvoudig een vóór-jof tegen-uitspra.ak te doen hooiren, , — wat oo'k niet in de bedoeling ligt —• miaar doet wijzigingen aan de hand.

Te verwachten valt, dat andere miet nog mee: ingewikkelde voorstellen zullen komen.

Stel nu eens, dat al die voorstellen ter Generala Synode kwamen en dat de kleinste helft der kerken — zeg een driehonderdtal — dien weg insloeg, zou dan de Synodale Comimissie ad hoc, die dat alles heeft uit te pluizen en te wikken en zoo noodig in een rapport te ontzenuwen, dan niet diep' to beklagen zijn ?

Men nocht dan wel het instituut van Synodeartsen .uitvinden, ilie bij de naehtelijk'e vergaderingen antichambreerden om de in zwijm vallende broederen de eerste 'hulp bij ongelukken toe tö dienen.

Of zouden zij niet gedwongen worden er zich van af te maken?

De uitkomst zou leeren, dat juist die weg onveilig gemlaakt wordt door hiërarchische leeuwen

Want aan de uitspraken der plaatselijke kerken zou niet voldoende aandacht kunnen worden ge^ schonken en de Synode zou vrijwel buiten de kerken om , moeten oordeelen.

Naar de Synodes worden niet zelden dezelfde personen Iceer op keer afgevaardigd.

Bij deze algevaardigden zou dan voor een groot deel de toilacht van bindend advies in onze kerken

komen te berusten. Daaromi — als er nog eenigszins gelegenheid toe is — doen de plaatselijke kerken het verstandigst haar voorstellen eerst op het agendum' "der classicale vergaderingen te plaatsen.

Misverstand.

Indertijd verschenen in deze rubriek' artikelen over de Loochening der Gemeene Gratie.

De firma Eerdmians en Sevensma te Grand-Rapids in 'Amerika, verzocht mij ze Voor afzonderlijke uitgave gereed te malten.

Hieraan heb ik voldaan, ik schreef er het bijna traditioneele , , Woord iVooraf' bij, vulde hier en daar aan, verduidelijkte het een en ander met een paar woorden en gaf er een tiental stellingen bij in het vertrouwen, dat die wellicht als leiddraad bij verdere discussie eenigen dienst kunnen doen.

De brochure is thans verschenen onder den titel:

„Het misverstand in zake 'de leer der Algemeene ' Genade".

Hoewel speciaal voor Amerika bestemd, .heeft de uitgiëversfirma ze ook voor lezers in Nederland verkrijgbiaar gesteld.

Recensie kian in dit blad natuurlijk niet gegeven worden, daar volgens redactioneelen regel boeken van redactieleden nooit worden "beoordeeld, maai alleen laangekondigd door den auteur zelf.

Van die taalfc heb ik mij thans gekweten.

Voor hen, die er belang in stellen, geef-ik' de tien stellingen, waarin ik mijn betoog samenvatte:

1. Verkorenen en verworpenen deelen van den val tot de voleinding der wereld in dezelfde natuurlijke zegeningen.

2. De zegeningen dalen alle van God at.

3. God is er niet toe verplicht die te schenken, de mensch kan er geen recht op laten gelden en waar er tusschen genade en recht geen derde is, mogen deze zegeningen ook ten op'zichte van de niet-uitverkorenen genade heeten.

4. De Schrift spreekt ook herhaaldelijk van genade, waar niet de particuliere genade bedoeld is, die alleen het deel is van de uitverkorenen en waardoor zij de zaligheid deelachtig worden.

5. De genade, bestaande in natuurlijke zegeningen, kan niet uit de particuliere genade voortvloeien, omdat de laatste vernieuwing des harten in zich sluit, waarvan natuurlijk bij hen, die niet zijn verkoren, geen sprake kan wezen.

6. Wel wordt de genade, in natuurlijke zegeningen bestaande, ook aan de wereld alleen geschonken om der uitverkorenen wil.

7. Omdat deze natuurlijke zegeningen aan alle meiischen worden verleend, mag de , genade, die ze brengt, terecht een algemeene genoem'd worden.

8. Zoo leerden reeds Calvijn en andere vooraanstaande Gereformeerde Godgeleerden.

9. Niet de gaven der algemeene genade op zichzelf, maar het misbruik ervan leidt tot verzwaring der eeuwige straf.

10. De algemeene genade mag en kan nooit als voorwendsel dienen voor een leven in wereldgelijkvormigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

„Eenige Gezangen”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's