GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Zondag” door Esther Stahlberg.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zondag” door Esther Stahlberg.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de weken, waarin deze rubriek van ons blad niet tot de regelmatig weerkeerende behoorde, is het aantal nieuwe boeken, waarvoor onze aandacht werd gevraagd, aaxizienlijk vermeerderd'. Het is dus allereerst noodig, nu we weer tot het gewone formaat weerkeeren, die boeken te bespreken.

En dan noemen we voorop een reeds eenigen tijd geleden verschenen „Finsche vertelling", : „Zondag" door Ester Ötahlberg, een boek, dat in meer dan een opzicht merkwaardig genoeg is, om het te bezien.

Het is opmerkelij'k, hoezeer tegenwoordig de romans uit de noordelijke landen van "Europa de belangstelling onzer nederlandsehe uitgevers hebben. Verschillende Deensche, Zweedsche en Noorsche Auteurs zijn hier te lande reeds goede bekenden geworden, door de vertaling van schier geheel hun literairen arbeid, of door regelmatige overzetting van elk nieuw boek, dat ze publiceeren.

We behoeven slechts namen te noemen als die van Jörgen Falk Rönne, Knut Hamsun, Ingeborg Vollquartz, om dit te bevestigen-En, door de over 't algemeen goede literaire qualiteiten van deze „skandinavische" romans en de daaraan geëvenredigde overzetting, vormen die vertalingen een zekere zelfstandige groep in onze literatuur, die, vooral ook om haar karakter, niet zonder beteekenis is.

Met dit nieuwe boek' nu, uit het Finsoh, intro^ duceert W. Versluys' Uitgevers Mij! een andere vertegenwoordigster van deze Scandinavische auteurs. Ester Stahlberg, voorzoover ik weet, hier te lande niet eerder bekend. En ze doet dat met een roman (bescheiden „vertelling" genoemd) die geheel aansluit bij wat de overbeerschende richting is in onze eigen nieuwste romankunst.

Het meest moderne 'typeroman immers is de „jeugdroman", de veelal vezel-fijlne ontleding van de gedachtenwereld der opgroeiendb jeugd. Niet zoozeer de feitelij'ke verhoudingen zijn daarbij' hoofdzaak, als wel de verklaring daarvan uit de omstandigheden, de beschouwing dus van doen en denken der jongeren (soms kleine kinderen nog) tegen den achtergrond van hun opvoeding en omgeving. De jonge mensch, in zijh karakteropenba­ ring product van velerlei factoren, dat is de hoofdfiguur der nieuwste romankunst-Daarom ook is de betrekking tusschen ouders en kinderen, vooral die tusschen moeder en kind, zulk een overheerschend element. Want het is boVen alles de sfeer waarin iemand is opgevoed en met name de leiding, die in zijn kinderdagen van de moeder is uitgegaan, die op de ontwikkeling Van het karakter in. vloed heeft geoefend. En 'dan is het de bedoeling van vele dezer romans door de teak'ening van die atmosfeer de lijnen aan te geVen van het zielebeeld der hoofdfiguren, de verklaring te vinden dus van hun denkbeelden en daden. Men denke b.v. aan „De Jeugd van Francesco Campana" van Scharten Antink als aan een der beste en meest sprekende voorbeelden. En daarnaast staam vele andere, als „Eva's 'Jeugd" van Nico van Suchtelen, het zeer recente „Merijfntje Crijzen's Jeugd" van A. M. de Jong, „Lieveke" van Eline Mare e.d.

Door de steeds idreigende infectie met de nog altijd heerschende psycho-p'athologie, kan hierin een zeer gevaarlijke tendenz komen, de afschuiving n.l. van de schuld van allerlei afwijikingen en indolenties bij' den jongere op de ouders, die in hun opvoeding tactloos, of erger nog, liefdeloos en zelfzuchtig zijln geweest. Voorbeelden daarvan zijn boeken als: „Naar de diepte" van Van Hulzen en „Jonas 'Truttman" van Ernst Zahn, waarin alle verantwoordelijkheid voor het verkeerde der kinderen voor rekening van de ouders komt en de kinderen dus slachtoffers zijln in plaats van schuldigen, een strekking, waarvan het gevaarlijke wel niet behoeft te worden aangetoond.

De bedoeling kan echter ook precies andersom gericht zijn: op een aanwijzen van de beteekenis, die ©en juiste opvatting van de taak der opvoeding hebben kan voor het kind, van de waarde, die vooral ook het rechte besef van moederplicht heeft. Romans van deze strekking zi|n er onder de nieuwere gelukkig ook, niet slechts in de christelijlke kunst, waar we haar 't eerst en natuurlijk verwachten, maar ook onder de andere verhalen, bij Auteurs als Boudier—Bakker, Von Goch—Kaulbach, Cora Westland, e.d. Zelfs is, mogelijk wel als een soort reactie, deze richting in den laatsten tijd vrij sterk.

Welnu, tot deze laatste groep behoort het boek, dat thans aan de orde is, de vertaling van Ester Stahlberg's roman en vooral ook daarom is het een goede introductie van de Schrijfeter hier te lande.

Deze algemeene inleiding was niet slechts noo^ dig om deï). roman in z'n juiste belichting te bezien, maar is tegelijk deel van de bespreking zelve. Want ze bevat de kern 'daarvan.

Het verhaal is enkelvoudig. Een jonge vrouw, zelf kinderloos, neemt een pas-geboren jongen tot zich en voedt hem op, samen met haar man. Met al de liefde, die intuïtief is v|oor de vrouw, leidt ze het kind, voorzichtig, maar eerlijk. Ze praat steeds weer met hem over al de vragen, die zich aan hem opdoen en tracht haar antwoorden werkehjke antwoorden te doen zijn, zoo, dat niet een vage onbevredigdheid anderen de gelegenheid geeft het ontwikkelings-proces der kinderziel te storen.

Daardoor wint ze de warm© genegenheid van het kind, dat in moeder het alle-moeilijkheden-oplossend vermogen weet, maar ook het volle vertrouwen, omdat geen noodzak'eliijk geweieden uitvluchten tusschen haar en het kind staan.

Buitengewoon mooi komt de kracht van zoodanige opvoeding uit, juist als het teerste pmit in de verhouding van deze mo: eder tot „haar" jongen, geheel onverwacht, aan de orde komt, het feit, dat zij eigenlijk zijn moeder niet is. Met groote wijsheid weet zij dan bet gesprek zulk een vorm te geven, dat de noodzakelijke schok onmiddellijk gebroken wordt en niets van het bestaande in de ziel van het kind wordt beschadigdi.

De vrucht van zoodanige atmosfeer van liefde en toewijding wordt bij het opgroeien van den jongen openbaar. Hij' is aanhankelijk, gehoorzaam, lijdzaam, maar 'toch ook een pittige en natuurlijke jongen, die z'n belangstellingen en liefhebberijen, ook z'n gebreken en zwakheden heeft, een echte zoon, die het leven der ouders vervult en in de koestering van hun liefde zelf ook weer warmte geeft.

Al de gebeurlijkheden Vajx het jonge leven worden onder deze belichting geteekend: bet kinderspel en het eerste leeren, straks de verdere ontwikkeling in de voorbereiding voor 'het maatschapschappelijk leven, met het van huis-en in den vreemde moeten, de ontwaking ook der jonge liefde en van het zelfstandig bewustzijn — 't komt alles in doorloopende teekening aan de orde. En in de openbaring van het karakter, die telkensl weer daaruit spreekt, blijkt de vrucht van de goede en zorgvolle leiding, die van het O'üderlijk huis steeds is uitgegaan en blijlft uitgaan-

Te meer Qntroerend is dan ook het slot — als een kortstondige, felle ziekte Jörgen in zijn bloeijaren wegrukt en alle glorie en hoop der ouders door den doodszeis wordt neergeveld-Met de ont-. leding van wat dan omgaat in het oud'erhart, eindigt het verhaal.

Uit deze korte samenvatting van den • inhoaö moge de beteekenis van het boek onzer lezers

duidelijk zijn. 't Geeft de duidelijke illustratie van Je kracht eener goede opvoeding, van het geheim waarin die kracht - bestaat.

De vorm is ietwat eigenaardig.

Het geheel wordt verteld als gedaohten-aaneenvoeging van de moeder, die, na het sterven van jörgen op een Zondag, voortaan des Zondags in den geest zich met hem weer vereenigt ©n het geheele voorbije leven terugleeft. (Vandaar ook de titel). Door deze constellatie komt iets weekehjks in het boek. Alles wat verteld wordt, is door weemoed overkleurd, omdat de vernietigende scheiding steeds tusschen de feiten en h-et heden staat.

De verhoudingen worden daardoor alle ietwat geïdealiseerd en soms zelfs eenigszins sentimenteel van. intoneering. Het boek heeft dan ook een zeer bijzondere, eigen stemming, waarin men eerst zioh inleven moet, om haar op de juiste waarde te schatten. Geheel reëel wordt eigenlijk de indruk niet, maar de teerheid, die als een waas over het Terhaal ligt, neemt toch het onbevredigende daarvan grootendeels weg.

’t Minst echter ten aanzien van liet religieuze. Zeker, ook dat is vaak heel fijh. Men leze maar eens de passage van den strijd der moedter om het stervende kind los te kunnen laten. Maar in het vaag-occultistische, dat er onmiskenbaar in is, gaat toch verloren de scherpte van het wezen der religie, en bhjift een gevoel van onwezenlijke mysticiteit achter.

Onze ruimte laat niet toe, dit met aanhalingen te bewijzen. Men moet trouwens het boek lezen, om het juist en duidelijk te gevoelen, want 't is meer nog de sfeer van het geheel, dan de bepaaldelijk aan te wijzen bewoording, die dezen indruk maakt.

Maar als men zich tot de rustige lectuur van dit verhaal zet heeft men tegelijk de gelegenheid, om het mooie ervan 'te genieten en de werkehjke kracht ervan 'te zien.

Want mooi is dit boek eii het kan een rijke beteekenis hebben ter verdieping van het inzicht in 't teere werk der opvoeding.

Hermann Löns, De Wulpen roepen,

In de Löns-serie, die we bijl herhaling reeds noemden (uitg. van A. G. Sehoonderbeek, Laren) is weer een nieuw deel verschenen: „De Wulpen roepen”.

Op de eigenschaptpen van deze interessante beschrijvingen van het dierenleven wezen w© te voren al en wat we telkens opmerkten, constateeren we ook nu weer: dit nieuwe deel heeft 'hetzelfde frissche karakter als de vorige deelen. Zelfs is het in z'n teekening van liet vogelleven „in het broek en in de broekweiden", van de bedrijlvigheid „in de velden" en „tusschen riet en biezen" in bijizonderen zin frisch en fleurig. W© leeren het leven kennen van wulpen en |)iiep©rs, van korhoen, raaf en kraanvogel, van kuikendieven, fuut en rietzangers, van hazen, buizerds en hamsters op^ een wij'ze, die even oriënteerend als interessant is, en de jagerseivaringen en - waarneming tusschen de beschrijvingen door maken het boek tot een verhaal, dat men leest als een roman. De penteekeningen van Sj. Kuperus zijn uitstekend en geven het mooi uitgegeven boek een aanlokkelijk aspect. Door al ^'n gunstige eigenschappen van vorm en inhoud (v/aarbij we enkele ietwat ruwe uitdrukkingen moeten uitzonderen) is dit boek uitnemende lectuur voor onze jongeren. Het zal ben boeien en tegehjik: kunnen ze ©r veel uit leeren.

’t Mag zeker wel als een bijzonderheid worden aangeteekend, dat bij den voortgang van deze seri© liet gehalte der afzonderlijke deelen zeker niet minder wordt, eerder zelfs, door meerdere concentratie op bet dierleven zalf, nóg beter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

„Zondag” door Esther Stahlberg.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's