GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De groote twIjfel”, door D. Th. Jaarsma.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De groote twIjfel”, door D. Th. Jaarsma.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evenals in het vorige artikel (over Rönne's („Onder het dak der pastoiie") hebben we thans aan de orde een nieuw deel van een roman-serie, het vijfde deel van D'. Th. Jaarsma's cyclus: „Thiss", dat tot titel draagt „T)e Groote twijfel'!. Maar het onderling verband der deel en is hier anders, dan in Rönne's werk, want „Thiss" is een doorloopend verhaal „van 12 achtereenvolgens te verschijnen deelen" i).

We hebben de vier vorige „banden" telkens bij hun verschijnen in ons blad besproken. Maar het zal misschien nuttig zijn, wijl velen zich mogelijk niet meer nauwkeurig herirmeren wat deze romanserie wil, dat ik in 't kort den inhoud samenvat van wat voorafging.

Thiss 'is een jonge, Friesche boer, eeir natuurliefhebber en levensenthousiast, maar van ietwat zonderling stempel. In zijn huwelijk met Titia en het blijde leven op de eigen hoeve en het wijde, daarbij behoorende land, meent hij zijn geluk gevonden te hebben. Maar Titia. sterft en met haar dood ligt Thiss' jonge geluk aan scherven (zoover brengt het eerste deel, „Het Ontwaken"). Dan komt de tijd van zijn onrust, zijn overal zoeken en nergens vinden, beschreven in het tweede deel, tot hij komt tot het besef .van zijn liefde voor Tiny, zijn huishoudster. „Dageraad" heet daarom dit stuk. Tiny echter is ziek, moet voor herstel van haar gezondheid naar Zwitserland, straks naar een sanatorium, en al dien tijd leeft Thiss in de slingering van hopen en vreezen, zooals in den breede geteekend wordt in het derde deel „De Branding". Als Tiny sterft ligt opnieuw Thiss' levenshoop gebroken.

Dan begint weer een periode vaai onrust, sterker en heftiger nog dan de eerste maal, omdat Thiss nu, onverschillig geworden en cynisch, in kroeglooipen vergeting gaat zoeken en opi allerlei ongewenschte wegen doolt. „Het Verloren Huis", 't vierde deel, beschrijft deze periode, maar brengt die ook tot haar eind, als Thiss, uit zijn roes ontwaakt en inziende, dat hij zóó nooit de zoo noodige rust vinden zal, zijn hoeve verlaat en inwoaien gaat bij Titia's oude moeder. De dood van haar maai, oom Jacob, heeft tot deze heilzame regressie belangrijk medegewerkt.

Zoover is het verhaal gevorderd in het gedeelte, dat er van verscheen, tot in bijzonderheden ont-'leed en met tot in de fijnste détails afdalende uitvoerigheid beschreven.

Bij de bespreking van de vier genoemde deelen hebben we een en andermaal er op gewezen, dat de groote moeilijkheid van een zoo grootsch opgezet verhaal is, de spanning er in te houden, die noodig is, wil elk fragment boeien. In een inleidend artikel, voorafgaand aan de behandeling van het (veelszins mooie) eerste boek, hebben we dat bovendien met argumentatie beredeneerd.

Het nieuwe deel nu „De Groote twijfel" bewijst, dat die moeilijkheid ook voor Jaaxsma niet overkomelijk is. Want alle spanning is weg, en daarvoor in de plaats is gekomen een langwijlig, dfaadpluizerig uitgesponnen veelheid van redeneeren en analyseeren rondom een dood-simpel gebeuren. „Elke gedachte, zoo was (Thiss) nu geworden, elk inzicht, 'moest hij ook weer betwijfelen, en 't eigen leven, telkens opnieuw, lag er ledig en ontluisterd door. Vol van moeiten en onuitgesprokenheden, uit zijn eenzaamheid, die hem benauwde". Allen arbeid heeft hij er aan gegeven, hij zwerft rond, door donkere avonden, alleen en lang, zit dan weer dagen thuis, bij tante Theresia, zonder te spreken, • peinzend, afgekeerd van de menschen, wrevelig, wispelturig, verstoord als hij de warmte der liefde gevoelt en toch weer altijd die zoekend. „Er was niets om zich aan op te houden; werk noch vriendschap om van vervuld te zijn en vertroost van leven; er was daadloos zwerven alleen, een steriel droomen en bepeinzen en een onvertroawd neerzitten in de nabijheid van 't geliefde water — hij was als dat water zelf, dat daar lag en droomde, een ganschen zomer, spiegel vaa den hoogen lichthemel, zelf niets, want ijl en ledig".

't Eenige wat hij doet is van tijd tot tijd gaan praten met meester Keuvelaar, een onwezenlijk mensch, die bijzonder vaaxHig is in het "profaneeren en met gemaalcte, dikopgelegde scherts zijn huiselijke ellende verbergt. En bij een'van de eerste bezoeken aan dezen vreemden „vriend" nu ontmoeten we haar, die heel het boek door ongewild middelpunt is van al Thiss' denken, zoeken, lijden, tobben: Cisca, een nichtje, die bij haar oom de huishouding doet en past op 'de zemel-zeurige, kwaadaardige en huichel-vrome meesters-juffrouw.

Deze Cisca is verliefd op en straks verloofd met een Duitscher, een ongunstig type, die haar ongelukkig maakt. Maar haar omzwerft nu Thiss met zijn hopeloos minnen, dat zoo nu en dan, in goede oogenblikken, door zijn verstand wel wordt veroordeeld als dwaas, maar intusschen gekoesterd wordt als een voortdurend object van zelfmedelijden en ellende. Cisca is koel jegens hem (begrijpelijk trouwens) en afwijzend, als hij zijn verliefdheid blijken doet — en dan, na .zulk een ervaring, blijft hij weer dagen lang in tante Theresia's huis, „aanvaardend, want het moest, zijn eenzaamheid", maar „lusteloos, vol van zachten weemoed en een drang om stil te schreien".

Heel het boek door blijven we in deze vreemdweeë sfeer rondcirkelen, verveeld alleen door den meester met • zijn kroanme praat en niet minder door de' meestersvrouw, die aan ingebeelde ziekte en overvloedig zelfbeklag lijdt.

Pas op het eind komt eenige actie, als Cisca door haar Duitscher verlaten en ongelukkig gemaakt, plotseling, na een heftige scène met haar tante, is weggereisd naar Den Haag, en Thiss haar dan natrekt, gedreven, o^nhoiudbaar voortgejaagd, zonder dat hij weet, wat hij eigenlijk wil en moet.

Met zekere spanning wachten we, al lez'ende, of hij haar in Den Haag vinden zal en wat dan zal gebeuren — maar 't loopt op niets uit. Want Thiss ontmoet op straat in Den Haag „meester", die Cisca óók is nagereisd, en deze beduidt hem (geheel bezijden de waarheid, maar om Thiss van zichzelf te verlossen), dat zij naar Berlijn is ge^ gaan, met haar Duitscher verzoend en straks zijn bruid.

Meer houdt het bo'ek niet in, dat door zijn titel „De Groofe twijfel" een heftige', hoog op en neer gaande worsteling van zoeken, vermeend vinden en tóch weer verliezen verwachten doet.

En daarom is dit vijfde deel een teleurstelling. Thiss is hier niet de, sympathieke tegen-stroom-O'p-zwemmer, die hij' te voren was, bij wien we ook de reacties van zwaarmpedigheid en lusteloosheid konden verklaren, als hij moe en moedeloos neerzat, maar de echte psychopaath, de zielszieke, die ' van een weinig beteekenende verliefdheid een janimerzwarte „allee van tele'ursfcelling en ontgoocheling" maakt. Hij is verveeld en verveleaid. Onaangenaam ook doet het in dit deel aan, alle vroomheid gequalificeerd te vinden als teemerig gepraat van „dorpsleuteraars, die een uur vol praten met beuzelarijen en niets achterlaten dan stank en rommel en den adem van hun verveling". Znlks moge daii aldus gezien zijn dooir de oogen van Thiss, • die immers „zijn geloof verloren" heeft — 't doet niettemin onprettig aan, omdat het zoo, in z'n algemeenheid, onnatuurlijk en tendentieus is. In de meestersvrouw zijn godsdienst en vroomheid tot een hatelijke caricatuur gemaakt.

Tof deze oordeelvelling over het boek vinden - we recht in het feit^ dat elk deel alls , , een. op, zichzelf staand geheel" wo> rdt aangekondigd. We • mo'gen het dus ook als zoodanig bezien. En dan is er, naar mijn inzicht, ' geen plaats voor eenige waardeering, die er ten aanzien, van de voirige deelen zeker wel was.

Evenwel, wat ik bij het, m.i. ooK'oiiB'èvredigeih'de, ' derde stulc zeide, herhaal ik ook hier. Volkomen billijke critiek zal eerst"uit te spreken zijn, als 'we den geheelen cyclus 'kennen. Wat de aankondiging van het verdere verloopi meldt, doét vermoeden, dat er straks een opleving, een „Weiiding" en „Middaghoogte" (dl VII en X) en eindelijk een „Groofe Stilte" (dl XII) zal komen. En dan is, wat hier; in dit deel wordt beschreven, een element in den neergang, die de verheffing te grO'Oter zal doen zijn. Zóó bezien, als deel van het geheel dus, kan in dit boek wel iets goeds liggen misschien. Ik wil dus onderstrepen, dat het oordeel over dit vijfde boek mogelijk straks herziening zal behoeven, maar, zooals het, als een afzonderlijke roman, thans voor ons ligt, is het onaannemelijk, proeve van de psycho-pathologische literatuur, die we, kort geleden, in een artikelenreeks als onwezenlijk en ziekelijk hebben bestreden.

1) Uitgave van P. N. v. Kampen & Zoon, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

„De groote twIjfel”, door D. Th. Jaarsma.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's