GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eenzüdig vertrouwen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenzüdig vertrouwen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het groote argument bij de verdediging van het Nederlandsch-Belgisch Traktaat in de Tvireede Kamer aangevoerd was ontleend aan de internationale gedachte, welke ook ons land behoort aan te kweeken.

De andere argumenten maakten op ons althans een poveren indruk.

Wij kunnen begrijpen, dat de Kamerleden zich een oogenblik aan de suggestieve rede, welke Minister Van Karnebeek in eerster instantie uitsprak, niet konden onttrekken.

Maar wie deze rede in de rustige sfeer van het studeervertrek uit de Handelingen aandachtig nalas, moest dadelijk 'de zwakke plekken opmerken.

De officieele verklaringen, welke men hem van Belgische zijde op zijn verzoek, schriftelijk had doen toekomen, gaven eenige verlichting.

Doch zulke verklaringen staan natuurlijk niet op één lijn met wat in een Traktaat is vastgelegd.

Hadden zij zakelijk in het Traktaat zelf kunnen worden ingelascht, zoo zou dit waarborg hebben geboden.

Maar wie garandeert, dat latere ministers bij eventueel konflikt de verklaringen van hun voorgangers niet als private meeningen ter zijde zullen schuiven en zich aan de letter van het Traktaat wenschen te houden, welke hier en daar voor meer dan één uitlegging vatbaar is?

Zijn beroep op vroegere antwoorden van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel en van den Rotterdamschen burgemeester Mr Zimmerman viel door daarop gevolgde publicaties geheel in het water.

De vrees, dat dit Traktaat een bron van konflikten zal worden is bij ons evenmin als bij wellicht het grootste deel van ons volk weggenomen.

Want dat de volksvertegenwoordiging het volk in deze zuiver representeerde, wagen wij te betwijfelen.

Het eenige argurhent, waarvoor wij op zichzelf genomen veel voelen is dit, dat ons land er het zijne toe behoort bij te dragen dat het onderling vertrouwen tusschen de volkeren van Europa worde hersteld, ja op hooger plan worde geheven.

Wij zouden niet zulk een vurig voorstander van een gezond internationalisme moeten zijn om dat niet op ons te laten inwerken.

Toch gelooven wij, dat hierbij veelmeer een ziekelijk, dan een gezond internationalisme aan het woord was.

Laat ons dit met een voorbeeld mogen illustreeren.

Gezond internationalisme brengt mee, dat de bewapening der verschillende mogendheden tot het uiterste minimum worde beperkt.

Maar ziekelijk wordt het internationalisme, wanneer het een regeering het besluit ingeeft om geheel geïsoleerd zulk een uiterst beperkte bewapening in te voeren in het vertrouwen, dat andere mogendheden dit voorbeeld wel zullen volgen.

Tegen'eenzijdige beperking van bewapening bleef ons land gelukkig gekant.

Wederzijdsche beperking moet geëischt.

Alleen het onderlinge en wederzijdsche zuivert de atmosfeer van wantrouwen.

Maar ziet, wat men ten opzichte van de bewapening terecht niet wil, wil men bij het onderhavige Traktaat juist wel.

De onderteekening van dit Traktaat beteekent voor Nederland een soort van eenzijdige ontwapening.

Het spekuleert op een toekomstig herstel van vertrouweü, maar laat de ééne vogel in de hand vliegen.

Ware er werkelijk wederzijdsch vertrouwen geweest, dan zou men van Belgischen kant op het sluiten van dit verdrag, dat voor Nederland geen noemenswaarde bate oplevert, niet gesteld zijn geweest.

Een veel grootscher gebaar ware het geweest, indien België slechts te kennen had gegeven, dat het op een mildere toepassing van het oude Traktaat rekende.

Of wanneer het zijn verlangens incidenteel had kenbaar gemaakt en ze niet in één Traktaat had aaneengesmeed.

Nog andere manieren, waarop het wederzijdsch vertrouwen had kunnen spreken, zijn denkbaar.

Wij kunnen het niet anders zien of dit Traktaat doet aan het gezonde internationalisme ernstig afbreuk.

Evengoed als eenzijdige ontwapening of eenzijdige vrijhandel.

En het mag haast een mysterie heeten hoe heldere koppen, die deze laatste uitwassen van ziekelijk internationalisme zoo krachtig bestrijden, de eerste, die een niet minder ernstige uitwas is, zoo rustig willen laten groeien.

Er zijn er, die de hoop voeden, dat de Eerste Kamer het verdrag zal verwerpen.

Het is misschien veiliger een afwachtende houding aan te nemen.

Wel zal men er zich op moeten bezinnen, hoe het gevaar van dit ziekelijk internationalisme kan worden gestuit en op welke wijze de eventueele gevolgen ervan ' kvmnen worden bezworen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Eenzüdig vertrouwen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's