GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Medezeggenschap in Gemeentebedrijven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Medezeggenschap in Gemeentebedrijven.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door het dagelijksch bestuur van een onzer gemeenten is indertijd een coanmissie benoemd, die tot taak had een onderzoek in te stellen naar de wens.chelijkheid en mogelijkheid, om aan personeel, werkzaam in gemeentebedrijven, eenig aandeel in de leiding dier bedrijven te geven.

Indien de wenschelijkheid en mogelijkheid erkend werd, zou tevens aangegeven moeten worden, hoe een en. ander te regelen viel.

Thans is het rapport dier commissie verschenen en het loont de moeite om in 't kort de belangi'ijkste conclusies mee te deelen.

Allereerst iets Over den rechtsgrond, van deze medezeggenscha.p. De commissie schijnt deze als bestaande aan te nemen en verder deze kwestie

zoo evident te achten, dat het niet noodig is hieraan een woord te verspillen.

Toch worden enkele dingen gezegd', die ten dezen van beteekenis kunnen . zijn.

Daarom nemen wij hier een klein stukje over vair het résumé, zooals dat in het „Maandschrift" van het Centraal Bureau voor de Statistiek te vinden is.

„Wanneer gesproken wordt van het personeel der gemeentebedrijven, zal men daaronder ten aanzien van boven aangeduid vraagstuk niet mede moeteai verstaan de hoo'fdanibtenaren der gemeentebedrijven, die geacht kunnen worden op te treden als adviseurs van B. en W.

Bij de bespreking vorder van het aandeel, dat het personeel heeft in de leiding van ©en gemeentebedrijf, dient onderscheid gemaakt te worden tusschen de algemeene leiding en de leiding der onderdeelen. In d« algemeene leiding van het bedrijf heeft het personeel ree'ds thans aandeel, voorzoover het medewerkt aan de ve^-kiezing van den Gemeenteraad. Voorts heeft het invloed, voor wat betreft de salarissen, loonan en overige arbeidsvoorwaarden, door het deelnemien aan het georganiseerd overleg in de algemeene commissies van overleg voor ambtenaren en werklieden. Van deze commissies kan niet gezegd worden, ^ dat zij aandeel hebben in de leiding der bedrijven; ' zij bekijken, n.l. de arbeidsvoorwaarden in het algemeen niet uit een oogpunt van bedrijfsbelang. Theoretisch bepaalt de taak dezer commissies zich niet tot de a; rbeidsvoorwaarden; praktisch blijven echter liaar bemoeiingen hiertoe beperkt.

Voor de werklieden kunnen voorts in de takken van dienst, door B. en W. aan te wijzen, ter voorlichting van B. 'en W. on van d^ hoofden van diensttakken met betrelcking tot vraagstukken, welke de bijzondere arbeids-en dienstvoorwaarden van het personeel van die diensttakken betreffen, dienst-.commissies worden ingesteld. In de vergaderingen dezer dienstcommissies worden tal van technische •kwesties, de leiding van de onderdeelen van het bedrijf en soms ook de algemeene bedrijfsleiding betreffend, besproken. In tegenstelling met de algemeene commissies van overleg wordt dus door deze commissies, wier werkwijze krachtens haar reglement juist beperkt is tot de arbeids-en dienstvoorwaarden, in do technische leiding van het bedrijf een aandeel genomen.

Hoewel door de instelhng van het georganiseierd overleg betreffende de arbeidsvoorwaarden rekening gehouden wordt met het bijzonder belang van het personeiel bij de gemeentebedrijven, n.h dat het daarvan voor zijn bestaan afhankelijk is, meent de commissie, dat van het personeel tevens belangstelling voor het bedrijfsbelang mag worden geëischt. Het toekennen van bevoegdheden aan het personeel, welke het in staat stellen de leiding te beïnvloeden, dient gepaard te gaan met het wekken van belangstelling en verantwoordelijkheidsgevoel voor den gang van het bedrijf. Dit zal kunnen geschieden door het personeel de gelegenheid te geven om door middel zijner vertegenwoordigers' eenig en invloed op de algemeene leiding van het bedrijf uit te oefenen. Ook dient het personeel te worden gekend in de vragen, welke de leiding medebrengt van het onderdeel van het bedrijf, waarin het werkzaam is, en waarmede het geregeld bij zijn werk in aanraking komt.

Het staat er dus aldus mee: het belang der gemeentewerklieden wordt behartigd in het georganiseerd overleg, doch afgescheiden van hun persoonlijk belang mag van het personeel belangschap.en in de gemeentebedrijven geëischt worden en omdat dit geëischt mag worden, krijgen ze alvast medezeggenschap.

Op welken grond belangstelling geëischt mag worden staat er niet, maar ook zonder motiveering klinkt deze eisch vrij redelijk. Maar waarom dan medezeggenschap?

Het is toch niet doenlijk om medezeggenschap toe te kennen overal waar belangstelling verwacht mag worden.

Niet alleen daar waar belangstelling verwacht mag worden maar zelfs daar waar belangstelling te constateeren valt moet de rechtsgrond voor medezeggenschap worden blootgelegd. Dit is lang geen overbodige weelde.

Ware het .niet zoo en zou .steeds waar belangstelling mag worden geëischt, medezeggenschap gegeven moeten worden, er zouden zich sehoone perspectieven openen. Wij hebben in ons land b.v. een stille groep' burgers, waarvan men zelden hoort spreken.

Deze groep heeft geen georganiseerd overleg, geen medezeggenschap, zelfs geen vrijgestelden óf eenige hoop, deze ooit te krijgen en toch veel belangstelling voor de gemeentebedrijven. Deze belangstelling is groot, zoo groot, dat men in ademlooze spanning toekijkt op elke actie der gemeentebedrijven, wetende, dat men alles zal moeten betalen.

Zou er geen reden zijn om ook deze groep, de groep der belastingbetalers, medezeggenschapi te geven ?

Zeer zeker, zij hebben kiesrecht (en welk een? ) maar dat hebben immers de werklieden der hed rij ven ook?

Bovendien is de functie van kiezer niet in dezelfde mate als die van belastingbetaler toegekend. Mag men geen bijzondere belaaigstelling eischen van die zeer Ideine groep, die meer dan 70 pCt. der belastingen betaalt? M.i. zou een commissie als bovengenoemd, met vnicht over dit plan kunnen denken.

E. VISSER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Medezeggenschap in Gemeentebedrijven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's