GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pinksterfeest.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksterfeest.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op Piakstei-reest breekt de vreugde over het heengaan van Christus door.

„Het is u nut, dat ik heenga" — dat was liet mysterieuze woord, dat de Heiland sprak tot zijn jongeren, die meenden van Hem niet te kunnen scheiden.

Pinksterfeest zegt nogmaals: het was u nut, dat Jezus heenging.,

En op Pinksterfeest belijdt de gemeente van Christus: „Ja Heei'e, het was ons nut".

Dus leert Pinksterfeest ons ook, alle valsche ziekelijkheid en alle valsche Jezus-mystiek te mijden. Wie zingt:

Och, was Jezus nog op aarde. Aanstonds vlood ik naar Hem heen",

heeft de kracht, heeft het wonder van Pinksteren niet verstaan.

Immers, de Geest Gods, de Trooster, die de Vader ons zendt in den Naam Zijns Zoons, deelt ons alle weldaden van den Heiland uit. Jiij geeft ons Christus zelf terug. Hij schenkt ons Zijn goedertierenheid, Zijn waarheid. Zijn liefde; al Zijn verdiensten worden door den Geest van Pinksteren, eigendom Zijner gemeente.

Een Jezus op aarde rondwandelende en goeddoende negentien eeuwen lang zonder den Heiligen Geest beteekent een phantasma; bij deze situatie is er geen gemeente, geen kerk; geen woonstede Gods in de harten der menschen; geen uitdeeling van de verzoening door het bloed des Kruises; ook geen Christus!

Maar Pinksterfeest is de bezegeling, is de volmaking, de voleinding van het werk van onzen Heiland. De Geest des Heeren komt om al het volbrachte werk van Christus toe te passen aan de harteni der geloovigen.

De Geest komt om te bouwen het lichaam van Christus op aarde. Pinksterfeest brengt andermaal de crisis Gods onder de menschen; maar nu zoo, dat het lichaam van Christus, de kerk des Heeren, ebouwd wordt int levende steenen; nu zoo, dat er een tempel is van levende steenen, die opwast; nu worstelt de Geest om uitdrukking te geven aan het wonder van Gods genade: steenen die groeien, een tempel die wast. Bouwsteenen die leven; menschen tempelen des Heiligen Geestes; menschen die door dien Geest worden vergaderd; menschen die samenkomen; een kerk die tegelijkertijd congregatio, dat is: bijeenge-" b r a c h t e kudde, en coetus, dat is: b ij eenkomst van geloovigen is.

De verhoogde Christus in den hemel is hier. Hij is vlak bij ons. Naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons. En Hij ia in den hemel en wij hebben ons vleesch in den hemel tot een zeker pand tot den dag onzer zalige opstanding.

Onze Heiland is in den hemel en Pinksterfeest predikt ons: Hij is op de aarde.

Zijn verheerlijkt lichaam is in den hemel; Zijn heerlijk lichaam is op de aarde.

Gods gebouw, Gods akkerwerk zijt gij.

Daarom is Pinksterfeest het feest van de stilte. Immers er is overwinning, er is rust, er is een hemel op. aarde gekomen; God woont bij de men­ schen; ei-is vrede op aarde uitgedeeld in Henr, die Zelf den vrede op aarde bracht en Die door Zijn Geest trekt menschenldnderen^ opdat zij zouden wonen in zekerheid en opdat zij vrede zouden vinden. „Vrede laat ik u, mijnen vrede geef ik u". En deze vrede wordt door den Geest van Pinksteren eerst ten volle verstaan en ten volle genoten.

Maar Pinksterfeest leert ons tegelijkertijd, dat Christus tol een crisis in de wereld gekomen is. De volle Christus wordt met al Zijn gaven en al Zijn genade uitgedeeld aan menschen.

Ook met de genade van de crisis.

Want ook dat is Gods genade over Zijn kerk, dat zij zelve de crisis in de wereld vertegenwoordigt.

En zoo is Pinksteren prediking van een eigen vrede in de wereld en van een eigen crisis, van een eigen oordeel.

De gemeente van Christus heeft haar rijkdom en tevens haar roeping in het wonder van Pinksteren te grijpen.

In de historie aller eeuwen heeft de wereld een valsche prediking van vrede geplaatst tegenover de vredeprediking van Pinksteren. De vrede, die door den Geest Gods gebracht wordt. De vrede, die Jezus Christus Zelf is. De vrede, die aan de hel ontworsteld is op Golgotha, is een andere dan de vrede van de synthese, die gemeenschapsoefening zoekt daar waar naar Christus' eigen woord de klove onoverbrugbaar is, de breuke ongeneeslijk. Leugen en waarheid kunnen niet één zijn.

Midden in de valsche vredeprediking is Christus, is Pinksterfeest, is de Geest van God dan ook de Prediker van de crisis.

Crisis is het modewoord van onzen tijd. Neen, niet in den zin van economische crisis alleen.

Maar men zegt, dat wij „in de crisis moeten komen", men spreekt over „crisis der jeugd" en al dergelijke geweldigheden meer.

Maar Christus heeft beslag gelegd op het woord crisis.

En dan beteekent het woord crisis iets anders dan wat onze tijd ervan maakt, een spanningstoestand van een nerveuze gestalte, die zich zelf niet geheel meester meer is.

Dan wordt crisis het oordeel.

Dan wordt de crisis de afrekening tusschen God en satan. Dan wordt crisis het oordeel Gods, dat gaat over de ongerechtigheid, over het rijk der duisternis.

Maar dan wordt de crisis ook het geweldige proces, dat het begin van zijn voleinding vindt in het moment, waarop de principiëele beslissing van Golgotha wordt toegepast in de wereld der menschen, d.i. het Pinksterfeest.

En daarmee wordt Pinksterfeest ook het feest van de beroering, het feest van het geluid als van een geweldig gedreven wind, het feest der tongen, maar van tongen als van vuur.

Dan wordt het Woord in de wereld toegepast door den Geest Gods, maar dat Woord brandt; en dat Woord beukt als een orkaan tegen de dijken van menschelijken hoogmoed en menschelijke eigenwijsheid.

En dat Woord zweeft daar niet ergens in het onbekende ijle, maar dat Woord is gegeven aan de kerk des vredes, die daarmede ook de kerk van den strijd wordt.

Die kerk van Christus treedt op met het teeken van het lü-uis des vredes, met de prediking van jongelingen, die droomen droomen en ouden die gezichten zien. Maar ook met de teekenen van bloed en vuur en rookdamp.

Dat is de beteekenis van Pinksterfeest voor de kerk midden in de wereld.

En het blijft de roeping van de kerk, deze tweeërlei opdracht voor de prediking als een eenheid te kennen, als een eenheid te belijden en als een eenheid te beleven.

Als Pinksterfeest voorbij is, komt de Geest der üefde te midden van de broederen. Die geloofden hadden: aile dingen gemeen. Dan wordt de kracht van Christus' kerk openbaar, dan viert de Geest Zijn triumfen.

Als Pinksterfeest voorbij is, dan laait de vijandschap rondom Christus' kerk op, gelijk zij brandde in de brallende woorden rondom het kruis.

En toch blijft de kerk van Christus sterk, indien zij maar in eenheid des geloofs en in eenheid der liefde staat te midden van de wereld, voor welke zij predikt het oordeel en den vrede; indien ; zij maar hoog draagt het woord van de blijdschap des geloofs, van de vastigheid van Gods zaligheden en van de wrake van den Heilige, van het oordeel des Allerhoogsten.

Juist doordien de Geest Gods de weldaden van den Christus Gods toepast, juist doordien door den Geest van Pinksteren het Woord zelve ingaat in de zielen als een tweesnijdend scherp zwaard, wordt het ïn deze wereld werkelijkheid, dat in het oordeel de vrede ligt, dat in de crisis is (de rust, dat in het zwaard genezing wordt gevonden, dat in den ondergang de opstandingÉfcjjIto^m ligt, dat door het bloed dat vloeit ^^Brep^^lJ: worden gestild, dat door den benauwenden rookwalm van den strijd verademing voor een verstikkend menschengeslacht mogelijk is.

Dit is het oordeel van Pinksteren.

Omdat het is de vrede van Pinksteren.

Wee een Wereld, die de vredeboodschap van Pinksteren slechts als het oordeel van den ondergang beleeft.

Dit is de vrede van Pinksteren.

Omdat het is het oordeel van Pinksteren.

Zalig die, voor wïe het Pinksteroordeel wordt het verstaan van het Pinksterwonder, wordt het genieten van de Pinkstervreugde, den Pinkstervrede, de Pinksterstilte.

Jezus Christus is op aarde.

En Hij komt!

En de kerk van Christus, die de worsteling des vredes en den vrede van haar strijd kent, wacht den dag van de openbaring van de heerlijkheid van Gods kinderen met groot verlangen.

En zij roept het, in haar bidden onderwezen, en in haar belijden geleid door den Geest des Allerhoogsten: „Kom, Heere Jezus, ja kom haastiglijk".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Pinksterfeest.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's