GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF UIT AMERIKA

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Barth te Princeton.

Onlangs verscheen het „Princeton Seminary Bulletin" voor November 1937. Uit dit „bulletin" blijkt dat er in het laatste jaar onderscheiden nieuwe professoren te Princeton benoemd zijn.

Nu weten de lezers van „De Reformatie" dat Piinceton voorheen een bolwerk was van de gereformeerde theologie. Na 1929 is men te Princeton echter van koers veranderd. En waar de leiders te Princeton nu heen willen, wordt hoe langer hoe duidelijker. Nadat de nieuwe president. Dr Mackay, de leiding in handen heeft gekregen, wint het Barthianisme steeds meer veld.

President Mackay meent dat hij, door Princeton Barthiaansch te maken, het historisch Christendom een grooten dienst bewijst. Op dit punt zal ik zijn eigen woorden uit het bovengenoemde „bulletin" weergeven: „Stilt more significant is the fact that the theological tradition most relavent to the deepest needs of our time is the theology that is ordinarily designated „Calvinistic" or „Reformed". In these days of the totalitarian state with its claim to absolute sovereignty the doctrine of the sovereignty of God has a pungent, contemporary flavor. It is the theology of Karl Barth that put iron into the resistance of the Confessional church in Germany. It is Reformed theologians like Barth and Brunner who have smashed the presuppositions of the theology of modernism and rekindled faith in the Scripture and historic Christianity".

Princeton zal dus, volgens Dr Mackay, van nieuws den strijd aanbinden tegen het modemisme. Om dit doeltreffend te kunnen doen moet Barth aan het roer. Barth, die het Woord Gods als onfeilbaar verwerpt, zal de menschen terugroepen tot geloof in de Schrift. Barth, die de heilsgeschiedenis vernietigt, zal de geloovigen van alle kerken tezamen roepen tot de verdediging van het historisch Christendom.

Een van de professoren, onlangs te Princeton benoemd, is Dr E. G. Homrighausen. Hij heeft in 1936 een boek gepubliceerd waarvan ik iets wil meedeelen.

In zijn boek „Christianity in America" vertelt hij ons meestal wat hij niet gelooft. Hij moet niets van het modernisme hebben. Maar evenmin houdt hij van de Fundamentalisten. Is hij dan misschien een gereformeerd theoloog die het op het „biblicisme" van de Fundamentalisten tegen heeft?

Oordeel zelf:

„I am not a Fundamentalist. I realize that there are abiding truths in that camp. But we have outgrown it. We cannot accept its literalism, its alliance with antiquated science. It is too static. It seeks to define too much, forgetting that all human definitions are only relative and tentative. It makes God too fixed a Being. It inclines to arrogance and pride. It also tends to dry scholasticism. It is the ghost of the past trying to live in another day" (p. 13).

Later voegt hij hieraan toe: „The message of the gospel does not teach men something they do not know in the realm of agriculture, physics, or history" (p. 77).

Hieruit is wel duidelijk dat Homrighausen niet slechts de onfeilbaarheid der Schrift verwerpt. Hij meent dat we ons als geloovigen ook gerust van het Genesis-verhaal aangaande Schepping en val des menschen mogen afmaken. Immers de bijbel biedt ons geen beschouwing over den oorsprong der wereld, (p. 55),

Nu zijn er hier Gereformeerden die over dit alles niet zoo heel erg bezorgd zijn. Een van die is Dr S. Craig, redacteur van „Christianity Today". Men weet dat Dr Craig eerst met Dr Machen en de zijnen meeging, maar later zich van de Westminsterbeweging terugtrok. Hij meent nu, dat men zich over Princeton niet al te ongerust moei maken. Immers de Barlhianen komen meest van het moderne kamp. Het is toch te veel geëischt, als men verlangt dat zij onmiddellijk de onfeilbaarheid der Schrift zullen leeren. Geeft ze nog wat tijd en ze komen er wel.

Nu behoef ik het den lezers van „De Reformatie" niet duidelijk te maken dat een hoop als deze wel op teleursteüing uit moet loopen. Immers het openbaringsbegrip der Barlhianen is activistisch. Dat is ook met Homrighausen het geval. Hij meent dat Gods Woord, dat zich altijd in menschelijke gedaante moet vertoonen en in menschelijke taal tot ons spreekt, daarom ook altoos onvolledig en verbroken tot ons komt.

Uit zulk een relativistisch openbaringsbegrip zou zich nooit de leer der Schrift als het onfeilbaar Woord van God kunnen ontwikkelen.

Anderen meenen zich althans te mogen verheugen in het feit dat Homrighausen de sovivereiniteit Gods sterk op den voorgrond plaatst. Ik geef op dat punt de woorden van Dr Henry Beets:

„And he certainly calls attentioii to some fundamental truths as needed for America. The book, for instance, stresses the'sovereignty of God, and that is always something we love to see expressed. If truly held, it will go a long v, ray to get us right with God. In some ways the book reminds us of the well-^known volume by Prof. Edward Lewis,

lo which we called attention some months ago. The publishers of both of these books are the same, namely the Abingdon Press, 150 Fifth Avenue, New-York, and it is rather interesting to notice that both of such books, again stressing the sovereignty of God, are brought out by the publishing house of the Methodist Episcopal Church of our nation". (Missionary Monthly, September, 1936).

Nu meen ik dat het al meermalen duidelijk door gereformeerde theologen is bewezen dat het grondmotief van Barths theologie de gereformeerde souvereinileitsgedachte niet kan dulden. (Zie bv. Dr G. C. Berkouwer, Karl Earth, p. 75ff.). Trouwens, de souvereiniteit Gods, waarvan Homrighausen spreekt, wordt nominalistisch ten koste van Gods eigen „gegevene" openbaring gehandhaafd. Homrighausen heeft evenals Earth zijn „berühmter Vorbehalt" waardoor hij God zoekt te beschutten tegen diens eigen woordopenbaring. Het woord souvereiniteit wordt door Homrighausen wel gebezigd maar aan de gereformeerde souvereiniteitsgedachle is zijn boek ten eenenmale gespeend.

lal de Presbyterian Church U.S.A., de kerk, die het beheer over Princeton heeft, zich het binnenloodsen van Earth onder gereformeerde vlag zoomaar laten welgevallen ? Dr V. Hepp meent van niet. Ik meen van wel.

In „Credo" van 24 December 1937 schrijft Dr Hepp als volgt:

„Ook de Vereenigde Staten van Nooi-d-Amerika worden door een invasie van het Earthianisme bedreigd. Buitenlandsche Barthianen hielden er voorlezingen. Aan hel Seminarie te Princeton, waar de onverdacht-gereformeerde Dr C. W. Hodge is opgevolgd door Dr Fred. Bronkema, een dogmaticus van Gereformeerde origine, is tijdelijk verbonden Dr Piper, een Duitsch vluchteling, die er het Earthianisme propageert en daarvoor ook belangsteiliiVö' weet te wekken. Amerikaansche bladen verklaren dit laatste hieruit, dat het Earthianisme tot God en tot de Schrift — het biblicisme vond in Amerika steeds sympathie, — 'terugleidt. Nu ben ik voor Amerika niet het bangst. Daar, waar het Earthianisme aan de deur klopt, zijn de Gereformeerde leer en theologie wel zóó stevig gefundeerd, dat men de schokken zal kunnen doorstaan. Onze Gereformeerde broeders, zoowel m de Christelijke Gereformeerde Kerk als in de Gereformeerde Kerk van Noord-Amerika (de vroegere Dutch Reformed Church) en de Presbyteriaansche kerk zullen stellig niet nalaten te opponeeren, dat de God van Earth niet is de God, zooals Hij zich in de Schrift heeft geopenbaard en dat de Schrift van Earth niet is de onfeilbare Schrift, gelijk die door den Heiligen Geest is ingegeven. Daarom geloof ik, dat wij ons over de Gereformeerden in Amerika geen zorgen behoeven te scheppen."

Tegenover dit oordeel van Dr Hepp meen ik te moeten wijzen op het feit dat de Presbyteriaansche kerk reeds officieel het modernisme heeft gehuldigd. Sedert 1923 zijn de „Auburn Affirmationisten", loochenaars onder meer van het borgtochtelijk lijden van Christus, niet alleen geduld maar geëerd. Toen in 1929 twee van deze Affirmationisten plaats kregen in het bestuur van Princeton, is dit officieel door de kerk goedgekeurd. En hierbij heeft de Presbyteriaansche kerk het niet gelaten. De modernisten heeft zij welkom geheeten en de gereformeerden, als Machen en anderen, heeft zij uilgedreven. Alleen hij die meent dat Earthianisme en Calvinisme zoo ongeveer hetzelfde zijn, kan verwachten dat de Presbyteriaansche kerk het Earthianisme niet met open armen zal ontvangen. Feitelijk is er dan ook geen zweem van protest legen den invoer van Earth te Princeton gehoord. Eer het tegendeel. De „Presbyterian", een „orthodox" weekblad, heeft verleden herfst drie artikelen gepubliceerd waarin beweerd werd dat het Earthianisme bijna in alles met de oude gereformeerde leer overeenstemt. En van Dr Craig, van wien men, zoo van iemand, protest zou mogen verwachten, heb ik boven reeds gesproken.

En waarom ook zou het Earthianisme niet met open armen in de Presbyteriaansche kerk worden ontvangen'? De gereformeerde leer is in die kerk al lang niet meer grondig onderwezen. Daarbij heeft de bijbelcriliek haar werk gedaan. Toch eert men de gereformeerde traditie. Hoe verlokkelijk dan een tlieologie als die van Earth! Men kan dan conservatief zijn, en ook gereformeerd heeten, terwijl men ondertusschen in vrede kan leven met de modernistische broeders, die de bijbelcritiek aanvaarden en het met de feiten der heilsgeschiedenis niet al te nauw nemen. Ook behoeft men, als men het Earthianisme huldigt, de kerkelijke muren niet al te hoog op te trekken. In de souvereiniteitsgedachle van het Earthianisme kunnen methodisten en Presbyterianen immers elkander vinden. Dr Lewis en Dr Homrighausen zijn het ja roerend eens op dit punt. Door Earth hebben methodisten en gereformeerden elkaar gevonden en reizen arm in arm naar Oxford en Edinburgh, terwijl Earth zelf zijn boekje „The Church and the Churches" tegen Edinburgh schrijft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's