GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... en zij zelven zijn in de gevangenis gegaan. Jesaja 46:2.

. Goden in bailinyscbap.

Joden in ballingschap — die kennen we uit de Heilige Schrift.

Ook uit de annalen der historie, en uit de kranten-van-nu.

Maar goden in ballingschap', wie h'eeft daar ooit van gehoord?

Toch spreekt de Heere daarvan in Zijn Woord-

Met heilige, goddelijke ironie. Met hemelschen spot over de dwaasheid der zonde. Ge leest er

va», in onzen tekst, die juister vertaaldi wordt: „zig zijn zelf in ballings, chap gegaan".

' Israël was „gevankelijk weggevoerdi" naar Babel.

Jesaja teekent Babels macht en heerlijkbeidi, door die stad voor te stellen als een trotsclie Vorstin, de „vertroetelde en weelderige Gebiedster der koninkrijken, de wellustige, die zorgeloos troont".

Zegt zij niet in haar hart: „Ik ben het en niemand meer"?

Zij vertrouwt op haar machtige goden.

Op Bel en op Nebo. Waren die niet sterker gebleken dan Israels God

Jehovah? Was door hun krachtige hulp het Jodenvolk niet vernederd? Hadden zij het zaad van Abraham

niet met een sterken arm gevankelijk weggevoerd? Draagt, zoo beval Babel, in plechtige processie onze godenbeelden rond. Eert ze met offer en

reukwerk, met lied en met lof!

Onze goden houden stand, voor eeuwig!

Leest nu Jesaja's profetieën in dezen pericoop. Zijn oog schouwt in de verre toekomst van het

Messiasrijk. Hij ziet hoe de HEERE, de almachtige en getrouwe God, opstaat om zijn arme volk te verlossen. Hij zal verbrijzelen wie verdrukt. Hij redt de verkoren kerk, die verloren scheen in de wereld. Hij bereidt den weg voor Christus en zijn Ge­

meente. Daartoe roept Hij Cyrus, den „adelaar van het Oosten", om den gevleugelden „Babylonischen leeuw" te dooden. De Perzische koning overwint de Chaldeeën. Babel, de Vorstin, wordt overmees­

terd, en tot een slavin gemaakt. • Zij moet afdalen van haar gouden troon, en zitten in het sLof. Zij wordt vernederd en veracht; ze moet als de geringste der dienstmaagden

meel malen.

Helpt nu, goden van Babel, Bel en Nebo! Maar dan teekent de profeet spottend hoe Bel en Nebo van angst door hun knieën heen zakken, en Cyrus als smeekelingen te voet vallen. Ze kunnen niet helpen; ze kunnen zichzelf niet eens helpen. Ze zijn een machtelooze buit voor den overwinnaai-. Hun beelden worden neergehaald, de geweldige steenen kolossen worden op wagens geladen, bespannen met jukken trekossen, veel in getal. De kleinere beelden van zilver en goud worden gelegd op de ruggen „van het vee". Zwaar om te torsen zijn deze monsters. De dieren

bezwijken haast onder den last. Zoo gaan Babels goden in ballingschap. Millioenen hadden hen aangebeden, hun offeranden gebracht, in hun macht geloofd, ze als „draagbeelden" geëerd. Nu zijn het echt „draa; gbeelden" geworden, op lirakende karren en ruggen van ossen en ezels geladen! Ze worden als buit vervoerd, op Cyrus' bevel, naar zijn land.

Goden in ballingschap! En hun ballmgschap eindigt nooit meer. Ze komen nimmer terug.

Ze kunnen niet helpen, ook niet spreken, noch hun eigen lot beklagen.

En toch zijn die stomme goden welsprekend.

Wee, wie vleesch tot zijn arm stelt, op ijdelheid vertrouwt, de kerk van Christus verdrukt, het volk Gods slaat, zelfs al is hij een tuchtroede Gods. De dag komt, waarin de HEERE den stok waarmee Hij sloeg, stukbreekt. Dan worden de geweldenaars overweldigd.

De godloozen, de kerkbenauwers, de onderdrukkers der gemeente van Jezus Christus zullen op Gods tijd alle van hun hooge zetels af moeten dalen, en neerzitten in het stof. Want er blijft maar één troon staan, die van Christus Triumfator. En de goden der wereld, waarvoor de duizenden zich gebogen hebben, de goden dezer eeuw, ook de gesnedene en geboetseerde „denk"-beelden van de 20ste eeuw, gaan in ballingschap^ even gewis als die van Babel. Zij kunnen niet helpen, maar zij kunnen ook niet geholpen worden.

Dan wordt de getuchtigde kerk vrij. Godvruchte schaar, houd moed!

Uw tijdelijke ballingschap eindigt, als de eeuwige ballingschap van Bel en Nebo begint.

Toen Babel verwoest werd, sclireef de hand van een wanhopig mensch een inscriptie in een barer poorten, die na eeuwen teruggevonden is: onze goden zijn dood, zoo staat daar, in slordig schrift, in de harde steenen gegrift.

De, tijd komt, dat ook de moderne mensch, de nieuwe heiden, ditzelfde schrijven zal van zijn eigen goden.

Bei wordt gekromd, Nebo neergebogen.

Maar de gesmade, vernederde, vertrapte kerk •wordt gekroond met eere.

Nooit kan 't geloof teveel verwachten. Zeg niet: het lijkt er niet veel op, dat het zóó worden zal. Leek het daar dan wel op toen Jesaja profeteerde, of toen Israels getrouwen zijn boekrol in Babel lazen? Maar het is toch vervuld.

• Christus is een volkomen Zaligmalcer. De goden der wereld, helpen niet. Maar het geloof overwint de wereld. Jeruzalem wordt Vorstin, en Babel slavin. De goden der wereld gaan in ballingschap, voor eeuwig. Doch aan elke ballingschap der Kerk komt een einde. Want de HEERE leeft tot in eeuwigheid, en regeert tot in eeuwigheid.

En deze God is onze God, eeuwig en voor altijd!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's