VERSLAG VAN EEN REIS NAAR SOEMBA.

In De Reformatie van 21 December 1946 heb ik reeds een enkele mededeeling gedaan over het begin van mijn verblijf op Soemba. Door allerlei oorzaak ben ik er tot nog toe niet toe gekomen iets meer van mijn reis te vertellen. Maar deze week had ik juist in een vergadering, waar zendingszaken behandeld werden, de toezegging gedaan, enkele artikelen over mijn ervaringen op Soemba te schrijven, toen mij een dag later een stukje uit De Strijdende Kerk van 17 Mei j.l. werd toegezonden, waarin ds Toornvliet zich beroept op de gegevens, die ik na mijn tocht naar de Vrijgemaakte Kerken op Soemba zou hebben meegedeeld. Dat stukje heeft mijn besluit, niet langer te wachten met het publiceeren van mijn reiservaringen, versterkt. Tot die versterking hebben ook bijgedragen eenige mededeelingen, die mij bereikt hebben uit Indië zoowel als uit Nederland, waaruit blijkt, dat over mij en mijn reis onware geruchten in omloop zijn gebracht.

Het schrijven van deze artikelen heeft dan ook een dubbel doel:1. belangstellenden iets te vertellen over wat ik in Indië, in het bijzonder op Soemba, gezien en gehoord heb en 2. den onjuisten indruk weg te nemen, die gewekt is door het artikel van ds T. en door de in omloop gebrachte geruchten. Bij den gang van mijn betoog wil ik mij laten leiden door het eerstgenoemde doel, omdat ik dat als hoofdzaak beschouw. Hier en daar hoop ik dan enkele mededeelingen in te vlechten ter bereiking van het onder 2. genoemde doel.

Vooraf maak ik evenwel eenige algemeene opmerkingen over het stukje in De Strijdende Kerk. In 1840 heeft de Groningsche hoogleeraar P. Hofstede de Groot de inspiratie van de Heilige Schrift geloochend, omdat in den Bijbel te lezen stond, dat Jezus een vraat en wijnzuiper was. Wegens dit ijdel spreken over God en Zijn Woord werd die hoogleeraar door den Nijkerkschen predikant C. C. Callenbach op zijn vingers getikt. En wanneer in 1947 een Groningsche predikant een artikel schrijft, waarin hij de voorstelling wekt, alsof de , , gegevens (die) de heer C. C. de Vries heeft meegedeeld" inderdaad door mij als gegevens, werkelijke feiten, zouden zijn meegedeeld, dan worde nu van uit Nijkerk geconstateerd, dat die Groningsche predikant gehandeld heeft in strijd met het 9de gebod, zooals dit in Zondag 43 der H.C. wordt uitgelegd.

Daar komt nog bij, dat ds T. de bedoelde „gegevens" alleen ontleend kan hebben, rechtstreeks of middellijk, aan een van het opschrift „V e r t r o u - w e 1 ij k" voorzien rapport, terwijl hem geen toestemming tot publicatie gegeven kan zijn door iemand die daartoe bevoegd was. Ook dit is in strijd met de Christelijke zede.

Met dit Kort Verweer tegen het Kort Verweer van ds T. wil ik thans' volstaan. De zaken die hij aanroert komen vanzelf ter sprake in het eigenlijke verslag van mijn reis, waarmee ik in een volgend nummer hoop voort te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen