GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Lsstste open brief aan Ds B. A. Bos?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lsstste open brief aan Ds B. A. Bos?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice Bos,

Niet vaak gebruik ik den vorm van een „open brief" en als ik het doe, dan is de bedoeling, in een eenigszins précaire situatie zóó te schrijven, dat alle noodelooze prikkeling vermeden, en de te behandelen zaak zelve in een wel helder, maar toch zacht licht komt te staan.

Zoolang van beide kanten getracht wordt, in dezen geest te handelen, kan zulk een. discussie hoogstaan. Nu heb ik zooeven Uw laatste Wachter-nummer ontvangen. Tot mijn spijt lees ik daar eenige uitspraken, die ik van U niet verwacht had.

U klaagt, dat we elkaar niet raken; ik geloof dat niet; maar dat vind ik niet erg.

Erg vind ik het, dat U van het punt in kwestie een scheef beeld geeft. En ook van wat Gij en ik thans met elkaar bespreken.

Als U spreekt over de kwestie van in kerkelijke opdracht dadelijk spreken dan wel eerst schrijven met de deputaten dergenen die ons uitwierpen, dan verzet U zich tegen het „over allerlei btjzaken spi'tsvondig redeneere n". Zoo iets moest U nu maar aan de synodocratische pers overlaten. Als de deputaten-Ridderbos waren ingegaan op onzen voorslag, dan waren, kort en lo-acMig, zonder redeneering, immers in een kort ja-of-neen, alleen maar de kardinale punten, de hoofdzaken aan de orde gesteld. U doet den kerken geen dienst, als U in emotievolle uitingen een scheef beeld geeft van de daden dergenen, die uitvoerden wat U zelf hebt helpen besluiten.

Erger vind ik, dat U in Uw overhaasting precies de waarheid op haar kop' zet. Als ik schrijf, dat ik schuld zou belijden, indien de s y n o d e van Groningen anders had besloten, dan krijgen we uit uw pen deze tirade - r-die volkomen in „De Strijdende Kerk" zou „passen”.

„Nu weet Ik, want Prof. Schilder heeft het zelf zwartop wit 'geschreven, na twee Jaar ervaring van schrif­ telijk contact, dat hij schuld zou belijden, als de Synode van Groningen besloten had, In plaats van schriftelijk, mondeling contact te willen zoeken. Dat beteekent, dat hij nimmer aan mondeling contact zal kunnen meedoen”

Waarde Broeder, primo heeft de Groningsche synode, en dat weet U bizonder goed, wel d e g e 1 ij k al over mondeling contact gesproken, en zelfs over communique's, alleen maar: er moest eerst wat anders gebeuren, zei ze; secundo heeft K. S. zelf daar zijn best voor gedaan, ook voor dat mondeling contact, alleen maar: eerst wat anders gebeuren, vond hij; en tertio hadden de deputaten dr Ridderbos K. S. al lang mèt ziijn mededeputaten molndeling te spreken kunnen krijgen, .als ze derst maar een paar regels zwart op withadden willen geven over de kardinale punten, niet van J. R. of K. S., maar van de KER­ KEN. Het is jammer, dat U het aantal legenden helpt vermeerderen; dat is nu precies wat de vloek is van den laatsten tijd. U kunt dan wel exclam.eeren: ik sta radicaal tegenover hem, maar dat is een vergissing. U staat niet tegenover mij, want waar U zegt, dat ik sta, wel, daar staat geen mensch. U staat tegenover een punt in de lucht. Maar U geeft wel een karikatuur van mij.

Voorts lees ik: Prof. Schilder ziet „GEEN EN­ KELE schuld onzerzijds". Waar haalt U die dwaasheid vandaan? Ik heb alleen gezegd: die punten van de officieele handelingen, die de kerkelijke rechtsregelen betreffen, en daar gaat het toch om, blijkens de stukken, hebben niets te maken met wat U naar voren brengt ter zake van de schuld, die dan bij „ons" zou zijn. Ik vraag U voor den zooveelsten keer: moet een candidaat er uit, omdat een redacteur wel eens geïrriteerd geweest is? En ds D. V. Dijk? En al die anderen, die nooit met de pen geschreven hebben ? Als U drie maal mijn stuk laast, en zulke dwaasheden schrijft, dan bent U geëmotioneerd, en geïrriteerd. Maar U breekt af, en dat is schuld. Als ik vervolgens van Uw hand lees: dat ik zou hebben gezegd, dat Vw woord mank gaat aan de grondfout der luiaards, die hun ambt onbediend laten, en het alles overlaten aan enkele N.N.'s, dan zucht ik: waar haalt men het vandaan? Het verband wijst duideUjk aan: hier is geen moment aan U gedacht. Als U, ds Bos, van „ons" — van ons volk — schuldbelijdenis vordert, b.v. over zonden, die alleen maar enkelen hebben kunnen bedrijven, en ik zeg dan: op die manier zeggen de belijders: „wij", maar ze bedoelen eigenhjk „enkele. N. N.'s", dan geeft U , £en pertinente ontkenning; maar woudt U soms gelooven, dat die mass a's een journalistieke pen voerden?

En als ik eindelijk opmerk, dat ik van PERSONEN heelemaal geein schuldbel ij denis V e-r 1 a n g, en dat ik die bepaalde PERSONEN wel ken, en over die PERSONEN mijn meening wel houden zal, gehjk zij over mij, dan zegt U in onbegrijpehjke overhaasting: K. S. bedoelt DE „brs, van de overzijde" (wat niet waar is, ik noemde enkele personen), en gaat verder redeneeren over de velen die den Heere vreezen aan de andere zijde. Alsof iem.and dat ontkend heeft, alsof ik dat ooit in twijfel zou getrokken hebben, alsof ik dat zelfs aang a a n d e die p e r s o n e n , die ik dan met name noemde — die stuk of wat — in twijfel trok. Ds Bos, moet op zoo'n „wilde" manier gehonoreerd worden mijn opmerking, dat ik heusch niet verlang een PERSOONLIJKE ^(chuldbel ij denis van dezen of genen? Ik had verwacht, dat U wat anders zeggen zoudt. Blijkbaar kent U op dit punt — al heb ik 't in Groningen uitgeroepen in Uw ooren, dat we weinig over de geschorsten zouden spreken, en veel over de schorsings gronden! — nóg steeds niet mijn abc. Maar dat schijnt U vergeten te zijn. Best. Maar dan had U toch NU kunnen zeggen: komaan, dat valt nog al mee van dien boozen man? Maar inplaats daarvan slaat U door. Ik schreef: de PERSONEN, wel, die beslissen in een stem ter synode weer telkens om ANDERE motieven; het gaat mij om de KERKELIJKE VERGADERINGEN en haar OF­ FICIEELE besluiten. En voegde daar aan toe: „er zou geen eind aan komen, als we de rijen moesten afwerken, wij bij hen, ZIJ BIJ ONS". U had dus met dezelfde jacht, die thans Uw geest in den weg staat, precies het omgekeerde kunnen vertellen Eian Uw „eenvoudige volk, dat Gods stem hoort". Pas op, broeder, de stem slaat over. Rustig zeg ik U in Uw gezicht, want het moet: U spreekt de taal van den polemios, den vijand, als U zegt: Schilder staat op het standpunt: aan de overzijde is ALLES zwart; bij ons is ALLES wit. Ik herhaal: bewijs uit Schrift en Kerkenordening, dat mijn antwoorden aan de synode verkeerd waren, of de stukken van „cand. Schilder", of de missives van Amersfoort, of de besluiten van Bergschenhoek, of de redevoeringen ter Synode van den o zoo geduldigen ds D. v. Dijk. En erger Gods eenvoudige volk niet; „ergeren" beteekent: hun een struikelblok in den weg leggen. Als U Uw broeders wat meent te moeten zeggen, begin dan, te lezen wat er staat.

Want — DIT is geen redeneeren meer. Dit is onbeheerscfat zijn. Met effect, dat De Strijdende Kerk weer verder kan camoufleeren en weer probeeren kan,

Doet toch de oogen open

te doen wat ik aangaf als streven van jaren lang: bepaalde menschen isoleeren, en dan maskeeren wat de gronden zijn van schorsen etc.

Ds Bos, U zult van mij niet meer een open brief ontvangen, tenzij het weer zin mocht hebben. Ik zal U niet doodzwijgen, maar Uw voorslag — dien U zelf vroegt te willen bespreken — behandelen in den derden persoon enkelvoud. Tenzij U die nonsens terugneemt. Boos ben ik op U niet geweest; ik geloof alleen, dat U doordraaft. U vertelt dat Uw brochure geschreven is in den nacht, toen U herdacht, zes jaar geleden te staan voor het aangezicht van een mogelijk vuurpeleton. Ik heb ook een nacht gehad, toen ik vijf vragen van een synode beantwoordde. Toen zag-ik niet K. S., maar de KERKEN, die, als HIJ verkeerd antwoordde, om aan het kerkelijk vuurpeleton te ontsnappen, aan VALSCHE WETTEN waren overgeleverd. En ds Bos, die VRAGEN zie ik nog, omdat ik de KERKEN zie, en moge het U niet meer overkomen, dat U in dezen wéér de ongeestelijkheid stijft.

Met besten groet. Uw

K. SCHILDER.

Een afgewezen rouwbeklag

Bij de familie van wijlen prof. dr S. Greijdanus kwam volgend epistel in:

Rotterdam, 21 Mei ’48.

Aan de Familie van wijlen Prof. Dr S. Greydanus te Kampen1).

Zeer geachte Familie,

Namens Jiet curatorium der Theol. Hoogeschool betuig ik U onze oprechte deelneming bij het overlijden van uw familielid Prof. Greydanus.

Ook ons vervult zijn overlijden met leedgevoel. Hij was zoovele jaren aan onze Hogeschool verbonden, aan welke Hij zijn volle gaven en krachten schonk. Zijn nagedachtenis blijft ons in eere, en we denken aan hem met grote dankbaarheid terug.

Al meende hij kerkelijk andere wegen te moeten gaan, wij hebben hem toch als onze emeritus-hooglerar tot zijn verscheiden toe v mogen behouden.

Waar hij nu in volmaaktheid zijn God mag dienen, moge U de vertroosting des Heeren sterken in Uw rouw.

Namens curatoren v.n. met alle achting en broedergroet

Ds F. C. MEYSTER, scriba.

Bergselaan 228, Rotterdam.

Op dit stuk is namens de familie geantwoord — wij ontvingen' verlof tot publicatie:

Aan het Curatorium van de Theologische Hoogeschool, Oudestraat 6, Kampen.

Geachte Heeren,

Onder de vele betuigingen van deelneming welke door mij werden ontvangen bij het overlijden van mijn zwager Prof. Greijdanus trof ik ook Uw brief aan.

Ik geloof niet goed, en ook niet in den geest van mijn zwager, te handelen indien ik daarop alleen met een formeele dankbetuiging zou reageeren. En daarom schrijf ik U dezen brief.

Ik moge U meedeelen dat Uw schrijven mij diep heeft verbaasd en ontroerd.

Hoe kunt. en durft U nü te zeggen, dat mijn zwager zijn volle gaven en krachten aan de Theologische Hoogeschool heeft gegeven, terwijl U op hetzelfde moment blijft goedkeuren en handhaven wat door U in het ergste wat hem in zijn leven is overkomen, n.l. zijn schorsing, is misdaan?

Hoe durft U te zeggen, dat hij kerkelijk andere wegen meende te moeten gaan, hij, die tot aan zijn dood toe bleef wandelen op den kerkelijken weg, welken hij eenmaal bij belijdenis en ambtsaanvaarding had beloofd te zullen gaan?

Hoe kunt en durft U te zéggen, dat U hem, als Uw emeritus-hoogleeraar tot zijn verscheiden hebt mogen behouden, U, die hem op een zoo onchristelijke wijze van U hebt weggestooten?

Dit overwegende, moet ik U meedeelen, dat het mij ...onmogelijk is deze betuiging van „oprechte deelneming" van Uw college te aanvaarden.

Met verschuldigde gevoelens verblijf ik,

(w.g.) A. A. J. VERBRUGGE,

ZEVENBERGEN.

We hebben hier niets aan toe te voegen. Alleen dit: toen destijds dr Ridderbos c.s. zochten naar een officieel argumentje, om niet gedwongen te worden tot afzetting van prof. Greijdanus (hoewel Gods stem, volgens hun eigen beweren, hen daartoe, ingeval van „onbekeerlijkheid" opriep ) hebben ze den „kerkeraad" der Kamper synodocratische communie laten verklaren van den kansel, dat hij zich onttrokken had van „de" Geref. Kerk van Kampen (ds B. A. Bos neme daar nota van, als hij vraagt, waar de ware kerk van Kampen zich zegt te zijn). En toch maar beweren, dat de overledene tot zijn verscheiden toe < 3oor het instituut Oudestraat 6 behouden is? Ge kunt dus ook als lid eener niet geref. kerk behouden b 1'ij V e n b ij de Theol. Hoogeschool, Oudestraat 6? Ondanks de regiemeten?

Kom ds Meyster, en kom dr Ridderbos, doet nu eens boete, liever dan zijïge briefjes te schrijven.

K. S.

Doet toch de oogen open

Van alle kanten roepen heden de synodocraten: hebt toch liefde en bewijst ze toch, en zet toch niet op papier wat tot den vrede der kerken dient. Ze bedoelen dan: den vrede van de rechtvaardigen (immers: „rechters") van 1944 en de goddeloozen van 1944 (die nog niet veranderd zijn): de afgezetten en zoo.

Maar tegelijkertijd treffen ieder, die nog nadenkt twee dingen:

a) van de brochure „Kracht en Doel der Politiek" nemen de synodocratische organen geen notitie;

b) het boek van ds H. J. Schilder zwijgen ze eveneens dood.

Ze zeggen wel: we hebben den vrede zoo lief, en we houden niet van dat scherpe gepolemiseer en als de t ó ó n maar wat anders was, wèl, dan zoudt u wat beleven, • maar in het boek van ds Schilder hébben ze den klop van het warme bloed. Er is geen regel in dat boek die getuigt van wrevel en geprikkeldheid. Het is alleen maar een nuchter verhaal: dat hebben ze gehouden voor waarheid Gods, en dat voor ketterij, en daarnaar hebben ze beslissend gehandeld ook.

Waarom zwijgen de sjoiodocraten dit boek dood? Omdat ze er niets tegen kunnen zeggen: het is een levend bewijs van het VOORDEEL van s c h r i f t e-1 ij k handelen. Het is de levende bewijsvoering van het NUT van fotografische opname van een officieele handeling, die óf gerechtelijke executie is, óf ambtelijk misdrijf. Het is de documentatiedienst der kerk: zoo'n schriftelijke vastlegging vlan officieelefeiten.

En juist omdat het op dit punt hun schort, zeggen ze: vóór alle dingen: g é é n fotografen bij ons volgende officieele stukje: géén schriftelijke handeling.

Het is meer dan droevig, dat men vandaag nog menschen in leidende kringen heeft, die dat niet zien. Maar zoolang het gaat over de schapen der kudde, en zoolang men nog een tikje respect hebben zal voor de klacht van vroeger, dat men „de kerken" heeft uitgeleverd aan anderen, zonder dat ze het wisten, zullen we volhouden: wil de synodocratie ons spreken? best, maar neem den fotografischen dienst mee: zorg dait alles, wat grondleggend en beslissend is, op schrift komt. Het is het abc der liefde voor de'kerken.

Want er staat in den bijbel WEL: overwin het kwade door het goede.

Maar er staat niet: overwin het kwade door goeiigheid.

K. S.


1) Wij plaatsen dezen brief onveranderd, ook wat spellingfouten in naam enz. betreft. Red.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 september 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

Lsstste open brief aan Ds B. A. Bos?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 september 1948

De Reformatie | 12 Pagina's