GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VITRINGA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VITRINGA

over nut, noodzakelijkheid, gezag van Lynoden III

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

5. Het oordeel van Gregorius van Nazianze, zegt Vitringa, is dus wel zeer ongunstig. Gregorius vergelijkt de Synoden van zijn tijd bij kraanvogels en ganzen, die elkander op verwoede wijze te lijf gaan, en beweert, dat ze niets toebrengen om de gebreken te genezen, maar veeleer de geheime kwalen aan de openbaarheid prijsgeven.

Intusschen valt het hun (de voorheen genoemde verstandige en ter zake kundige mannen) die van de Sjaioden geen hooge gedachte hebben en ze weinig respecteeren, niet moeilijk een opsomming te geven van Synoden, waarin stellig niet de Geest van Christus, de geest van zachtmoedigheid, bescheidenheid, eendracht en ijver tot de waarheid met gematigdheid verbonden was, maar waar de geest der wereld, de geest van hoogmoed, eerzucht, strijd, partijschap en verdeeldheid den boventoon voerde en openlijk heerschte.

Zoo wijzen ze op

de Synode van Alexandrië (230) waar men Origenes neerhaalde;

die van Antiochië (330) waar Eustathius, door een zeer onrechtvaardig vonnis, naar het schijnt, van zijn zetel gestooten is;

die van Tyrus (335) waar Athanasius veroordeeld werd, die met Eustathius het kloekst de geloofsbelijdenis van Nicea in 't Oosten verdedigd heeft; die van Chalcedon (403) waar Chrysostomus onwaardig behandeld werd;

de beruchte Synode van Ephese (449) de „rooverssynode" bijgenaamd, waarop Dioscurus, de patroon van den bijgeloovigen aartsketter Eutyches, zijn dwinglandij heeft uitgeoefend;

die van Nicea (787) welkfe het besluit, waarbij de verfoeiUjke beeldendienst uit de wereld werd geholpen, herroepen heeft;

die van Vienne (811) door paus Clemens bijeengeroepen, welke ten gunste van Phiiippus Augustus

door een gruwelijk vonnis alle Tempelheeren zonder onderscheid aan den vuurdood prijsgegeven heeft — om van andere Synoden niet te spreken.

En hoe droef deze opsomming ook is — men kan niet zeggen, dat onwaar is, wat hier van vele Synoden gezegd wordt.

Als men nu voorts een onderzoek instelt naar de oorzaken van het bederf der Synoden, dan zijn deze velerlei.

Met name wijst Vitringa op het feit, dat toen keizer Constantijn vrede had geschonken aan de Christenheid, de bisschoppelijke zetels vaak gezocht werden door vleeschelijke menschen, die zich met het masker van vroomheid bedekten, en tot eiken prijs zich van een • bisschopstroon wilden verzekeren. Hun aanhangers werkten vóór hen, anderen tégen hen; er vormden zich, naar gelang men haatte of beminde, partijschappen en dikwijls ging het er wanordelijk naar toe en werd er strijd gevoerd, tot ergernis van de vromen, wier getal in dien tijd nog vrij aanzienlijk was. Maar, gelijk het gewoonlijk gaat, zegt Vitringa, het 'grootste deel behield het veld tegenover het beste deel.

6. Ik heb toegegeven, zoo vervolgt even later Vitringa, dat er Sjoioden geweest zijn, die schuldig stonden en te berispen waren. Ik heb hun voorbeeld niet geprezen. Ik heb oorzaken en oorsprong van het kwaad aangewezen. En waarom zou ik zulks niet toegeven? Immers ik ben geenszins van gedachte, dat de genade van den Heiligen Geest na den dood der Apostelen aan eenige uiterlijke rang, klasse, aan eenig uiterlijk voorrecht of eenige kerkelijke waardigheid onder de Nieuwe Bedeeling verbonden is geworden. In het koninkrijk der genade is niets van eenige waardij dan een nieuw mensch in Christus. De herderlijke ring en staf, de bisschoppelijke mantel, de doctorstoga, de kardinaalshoed, de pauselijke mijter, baten op zichzelf niets, hebben geenerlei kracht. Niets van deze dingen is bij God en Christus in achting. Er zijn titels, namen, waarden, die aan vleeschelijke menschen voordeel, winst, eer toebrengen in dit leven; maar die geen sterfelijk mensch, buiten de genade staande, aangenaam doen zijn bij God.

Naarmate iemand door geloof, wijsheid, echte geleerdheid, liefde, heiligheid, deugd, boven anderen uitsteekt; naarmate hij meer uitmunt door ijver, vroomheid, kennis der geestelijke dingen en vermogen, ze uit te leggen; naarmate hij rijker deelt in de genade van den Geest van Christus Jezus en Zijn beeld levendiger vertoont, des te grooter en voortreffelijker wordt hij geacht in het rijk van Christus.

Het is de Geest, die de kerk uitmaakt, zeide Tertullianus, niet het getal der bisschoppen. En Basilius: Het Christendom wordt onderkend niet uit de per­ sonen der menschen, maar uit het geloof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 september 1948

De Reformatie | 17 Pagina's

VITRINGA

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 september 1948

De Reformatie | 17 Pagina's