GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het voornaamste gebod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het voornaamste gebod

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diet Kramer: „Thuisvaart". Uitgeversmij. Holland, Amsterdam.

Al jaren lang is Diet Kramer een bekend schrijfster, door haar frissche jeugdboeken, het meest waarschijnlijk dour „Bikkel". Gaarne hield zij zich bezig met de problemen van de moderne jeugd. Zij bepaalde zich niet slechts tot het constateeren van en het uitvoerig beschrijven van de moeilijkheden, waarmede jonge menschen te worstelen hebben, doch ze zocht steeds naar een oplossing, een bevrijding. Hoewel zij tot de christelijke auteurs werd gerekend, misten haar boeken die positieve instelling, die men van echte christelijke kunst mocht verwachten. De hoofdpersoon wist zich met energie en groot zelfvertrouwen boven de m.oeilijkheden uit te werken en baande zich zoo een weg door het leven.

Bij de meeste schrijvers Is het zoo, dat men in hun verschillende boeken steeds een zelfde type zal aantreffen, een persoon, met wien de schrijver sympathiseert o' met wien hij zich verwant gevoelt. Dit is zeer begrijpelijk, daar m eiken roman de levens-en wereldbeschouwmg van den schrijver uitgesproken wordt. Hoe verschillend de situaties ook zullen zijn m opeenvolgende boeken door de geheel andere probleerastellng, steeds zal de kern m wezen dezelfde zijn en zal men bekende personen aantreffen in de onderscheidene romans. Zij zijn als het ware de dragers van de levensbeschouwing, die m het boek tot uiting komt.

Nu is het natuurlijk zeer goed mogelijk, dat de schrijver in den loop der jaren tot een ander levensinzicht komt, hetzij door een regelmatigen groei en rijping, hetzij door een plotselmge verandering tengevolge van een ingrijpende gebeurtenis. Men zal in den roman dies na ' deze innerlijke verandermg geschreven is, toch dezelfde karakters blijven aantreffen, slappelingen, krachtfiguren of cynische menschen, al naar gelang de schrijver geaard is. Doch in deze karakters zal de verandering optreden, die voortspruit uit het gewijzigde inzicht van den schrijver, in goeden of in kwaden zm.

De lezers van Diet Kramers boeken weten, dat zij graag sterke karakters teekent, jonge menschen met een eigen wil, die weten of althans meenen te weten, Hoe zij zich moeten verdedigen tegen de op hen aanstormende moeilijkheden. Wel gelukt het hun met op de wijze die zij zich hadden voorgesteld, maar wamieer hun energie in goede banen wordt geleid, komen ze er boven uit en vmden him weg door het leven.

Ook het nieuwste boek van deze begaafde schrijfster brengt ons weer in aanraking met een „Bikkel"-figuur, wier zachte kern omgeven is door een keüiarde schaal, die harde stoeten kan verdragen en eerst met een zwaren slag gebroken wordt.

De s.chrijfster heeft jarenlang in Indië gewoond en heeft het leven in de concentratiekampen daar meegemaakt. Haar roman is er het gevolg van. Deze onderscheidt zich echter zeer gunstig van andere concentratiekampbeschrijvingen. Hij geeft niet een eindeloos relaas van kwellingen, vernedermgen, martelingen en moordpartijen, zooals wij die elders ook, min of meer „tateressant" beschreven, kimnen lezen. En toch is de korte kampperiode, die den Inhoud vormt van het eerste groote hoofdstuk, van beslissende beteekenis voor de karakterverandering, die de roman uitbeeldt.

Marja, de hoofdpersoon, opgevoed In een goed christelijk gezm, ziet haar vrome moeder langzaam wegsterven aan ondervoeding. Al het leed en de ellende van het kamp heeft ze tot dusver kunnen verdragen door het blijmoedige geloof van haar moeder. Dat geloof hoorde bij haar moeder, die daardoor ook het moeilijke karakter van haar man niet alleen verdragen kon, maar het huwelijk met hem tot een geluksstaat wist te maken. Marja was daardoor zoo vertrouwd geraakt met de , , sfeer" van het geloof, dat ze het als een natuurlijk iets aanvaard had en stellig meende, dat zij 't ook eens als erfgoed zou bezitten.

Het sterven van haar vader, de scheiding van haar zuster in Indië en van haar broer en getrouwde zuster in Holland, hoe moeilijk het haar aanvankelijk viel, kon zij te boven komen, beschenen als zij werd door de liefde van haar moeder, die gevoed werd uit een onuitputtelijk geloof. Zelfs de ziekte van haar moeder en haar dreigende dood kon zij aanvaarden, daar dit ziekbed de voorbereiding zou zijn op een heerlijke toekomst en een getuigenis was van de kracht van het geloof.

Hoe groot was dan ook de schok, die haar eigen wankele geloof, dat meer op onbewuste traditie, dan op levende ervaring gegrond was, ondeirvond toen zij bemerkte dat haar moeder in de laatste weken voor haar sterven slechts dacht aan eten. De liefde tot God en voor haar kind schenen verdwenen, nu de nood tot haar zelf kwam. In plaats van de christelijke liefde, verdraagzaamheid en eenswillendheid met God, die het kind verzoenden met de gedachte aan het naderende einde, kwam een dierlijke drang naar voedsel, die al de hoogere waarden verdrong. Marja zag haar moeder even arm als de meest ongeloovige, even egoïstisch als alle anderen; haar geloof bleek geen kracht te bezitten als het ging om het behoud van het armzalige leven. Zoo verloor Marja haar moeder reeds voor haar dood, en dat smartte haar meer dan het eigenlijke sterven, dat ten slotte een bevrijding was. Geheel alleen blijft zij achter in het kamp, worstelend met de vraag naar het waarom.

Waarom moest zij moeder zóó zien sterven, waarom had God haar niet geholpen? Moest de mensch dan toch alleen den weg zoeken door dit leven en was het geloof niet meer dan een zinsbegoocheling, alleen geschikt om voor anderen den waren aard van het eigen hart te verbergen? Berustte de liefde tot den naaste in wezen niet op egoïsme, was zij geen holle phrase, waardeloos als de nood aan den man kwam?

Als straks, na nieuwe slagen: evacuatie, vermoording van de nauwelijks weergevonden zuster door de extremisten; opgejaagd worden van plaats tot plaats, eindelijk, doodmoe, Marja aan boord van een schip gaat, laat zij In Indië niet slechts drie graven achter, maar ook de kapotgeslagen illusie van een chrlstelgk leven. Reeds in den extremisten-tijd leert zij andere jongelui kennen, die ook ta het kamp, hun respect voor de ouderen hebben verloren, daar zij hooghartig egoïsme bij hen vonden, inplaats van liefdevolle behulpzaamheid. De ouderen waren de arrivé's, die straks hun baan hoopten weer te krijgen en daardoor intenser van het leven te genieten, de geleden ellende zouden wegwisschen uit hun leven. De jongeren moesten zichzelf maar redden. Zoo vmden vier ontwortelde jongelui elkaar aan boord op de thuisvaart. Elen van hen. Prank, heeft iimerlijke winst gemaakt. Hij, , afkomstig juist uit een met-christelijk gezin, dus zonder traditie, maar bespiegelend van aard, is door de levenshoudtag der meerderheid in het kamp, gekomen tot een leven van overgave, van liefde tot den naaste om Gods wil.

De bijfiguren in den roman komen soms onvoldoende uit. Noch van Tine, noch van Frank en John komen we heel veel te weten. Hun optreden dient om het karakte van Marja duideiykér te doen uitkomen. Tine's hulpvaardigheid, die zich uitstekend weet te vereenigen met een behoorlijk egoisme, brengt haar afwisseling, maar geen ware vriendschap. Frank is stellig de sterkste, maar zijn kracht is gefundeerd op zijn geloof en juist daarom staat Marja er sceptisch tegenover. Soms houdt ze zich bezig met John, die totaal van zijn fundamenten geslagen, zich met duistere practijken bezig houdt om zich door het leven heen te slaan. Want dat waardeert Marja in hem, ondanks zijn immoraliteit, dat hij met eigen krachten zich tracht staande te houden.

Zelf ompantsert ze zich met een hooghartig egoisme, waarop alle liefde van haar broer en diens vrienden en het gezin Van haar zuster op afstuiten. Dit gedeelte van het boek is sterk géschreven; een figuur als de Bikkel wordt hier geteekend, maar hechter, dieper van karakterbeschrijving. Haar toenemende verharding naar den buitenkant, naar mate de kern zachter wordt.

Daarvoor wordt de figuur van Flip ingevoerd. Een oud illegaal werker, psychopaat geworden, met angstvisioen nen. Een geestelijk verzwakte, die met de hulp van Marja's broer en diens vriend op de been wordt gehouden. Prachtig beschreven is de verhoudtog van het drietal, dat hulp verwacht van Marja, de sterke.

Hier bereikt het boek zijn hoogtepunt: het conflict met Flip, die door haar afgewezen, tot waanzin vervalt en in een gesticht komt. Zoowel Herwig, baar broer, als Bert, diens vriend, verwijten Marja haar houding, en wijten aan haar Flips ondergang. •

Heel goed is de innerlijke strijd van Marja beschreven, haar onrust omdat zij in haar hart de waarheid erkent, die zij uiterlijk loochent. Het beroep op de naastenliefde wordt hooghartig afgewezen door de herinnering aan het sterven van haar moeder, haar tocht tenslotte naar het gesticht onderneemt zij gedrongen door het leven van haar moeder, 't Onderhoud met FUp is beslissend voor haar.

De geesteszieke vraagt haar niets meer, waarschuwt haar 'slechts voor zich zelf, als zij zijn absolute verlatenheid ziet, gevoelt ze voor het eerst weer medelijden met een ander, doch deze aanvaardt dat medelijden niet meer. Dan staat zij in haar schijnbare kracht machteloos. Niets kan zij doen om haar kwaad te herstellen, niets kan zg geven aan dezen mateloos eenzame. Geslagen gaat z; j heen en als zij op de thuisreis — < Je tweede thuisreis — haar leven de revue laat passeereu, leert zij de kracht der liefde kennen.

Zij ziet haar vaders karakter, door moeder verzacht, het hare, dat leefde in moeders blijheid. Zij ziet nu ook het leed van haar moeder anders dan dat van Flip. Haar geest was al vi-ij, toen het lichaam nog leed en om eten vroeg. En daar was toen haar.haat tegen God mee begonnen, met verkeerd inzicht, met egoïsme, omdat zij moeder wou houden, zooals ze eens was. Alles ziet ze nu scherp als schuld en nog eens schuld.

Als ze nu thuis komt zoekt ze Frank op, de jongen die God had leeren liefhebben te midden van het egoïsme om zich heen, die den naaste lief had, omdat God hèm liefhad.

Heel zuiver is de karakterverandering van Marja gemotiveerd. Het is hier geen plotselinge bekeeruig, maar het emde van een lang proces. Zij heeft van haar kmdaheid af de geloofswaarheden gekend, maar haar trotsche ik heeft zich verzet tegen den eisch: God lief te hebben boven alles, en den naaste als zich zelf. Bewust heeft zg zich verhard, ook als zij zag en hoorde de kracht van het geloof m het leven van haar broer. Heimelijk erkende zij bij het lezen van den bijbel wel de waarheid daarvan, maar naar buiten brak het met door. God moest de schaal eerst stuk slaan, voordat het nieuwe leven tot uiting kon komen.

Dit wordt in dezen roman zoo goed beschreven, hoe God de hardheid van het hart breekt, om het tot een akker te maken voor het langzaam kiemend zaad van liefde tot God en den naaste.

Dit boek mist die zonnigheid, die over andere boeken van Diet Kramer ligt, het is somberder getint of liever zwaarder van tint. Het is de belijdenis van een moeitevol verkregen waarheid in een wereld van haat en leed, van zelfzucht en innerlijke leegte.

Hier pasten geen luchtige verhaaltrant, geen vroolijke kleuren, daarvoor was dit boek over jeugdige menschen te ernstig. Dit jonge meisje, Marja, is aan het wankelen gebracht door het gebeuren om haar heen. Dit heeft in het verhaal zijn passend aandeel gekregen, niet te breed, zoo niet wat kort. Zij heeft tanerlijk moeten uitvechten, wat zij voor de wereld "verbergen wilde; vandaar de lange beschouwende gedeelten, misschien soms iets te lang. Saai wordt het boek echter nooit, daarvoor is het te warm geschreven. Somber is het ook niet, omdat, ondanks alle ellende, geestelijk en lichamelijk, die hier ten voeten uit beschreven wordt, het emde de oplossing brengt, die voor elk probleem de eenige moet zijn: dat God in groudelooze genade neerziet op de gebrokenen van hart.

Met dit boek schaart Diet Kramer zich bij de kleine groep echt christelijke schrijvers en meteen neemt zij er een zeer voorname plaats bij In.

Wij hopen, dat de christelijke kunst door haar verdere werk zal worden opgevoerd. Haar eerste roman droeg den naam „Begm" en gaf blijk van goede capaciteiten. Thuisvaart is een nieuw begin, het product van een gerijpten geest, waarin het probleem van de jeugd behandeld wordt met diep begrijpen, medegevoel en christelijke levensvisie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Het voornaamste gebod

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's