GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Wording van het Gereformeerd  Sociaal en Economisch verband.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wording van het Gereformeerd Sociaal en Economisch verband.)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nadat ruim vijftig personen uit alle deelen van het land en verdeeld zoowel over de kringen van werkgevers als van werknemers en de vrije beroepen, schriftelijke blijken van instemming hadden gezonden met het door het zestal initiatiefnemers gepubliceerde voornemen om in een te beleggen vergadering de vorming van een Gereformeerd Sociaal en'Economisch Verband met elkander te overwegen, vond op Dinsdag 19 September j.l. in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht deze vergadering plaats. Uit de opkomst bleek, dat behalve de reeds genoemde ruim vijftig personen, zich nog meerderen voor dit plan hadden laten vinden.

Ruim veertig personen woonden deze vergadering bij, welke stond onder leiding van schrijver dezes, die daartoe door zijn mede-initiatiefnemers was aange~ zocht. Na de gebruikelijke opening met Schriftlezing en gebed werd door hem een inleidend woord gesproken, waarin een uiteenzetting werd gegeven van hetgeen men in voor-overleg had overwogen, terwijl daarin tevens werd ingegaan op kritiek, die in de dagbladpers eenige maanden geleden tegen dit plan was ingebracht. Aangezien in de bespreking, die op de inleiding volgde, algemeen de wensch naar voren kwam, ruimere bekendheid aan dit inleidend woord te geven, verklaarde ondergeteekende zich bereid, de inleiding ter plaatsing in De Reformatie aan te bieden. U zult het gesprokene dus in de volgende nummers kunnen - vinden.

Op deze inleiding volgde een geanimeerde en uitgebreide bespreking, waarvoor zich in eersten aanleg 5 en vervolgens nog 9 sprekers opgaven, van welke laatsten evenwel in verband met het vergevorderd uur een deel niet meer aan het woord kon komen. Alle sprekers betuigden hun instemming met het plan en verklaarden zich bereid, eraan mede te werken. Uit het besprokene willen wij gaarne eenige punten kort vermelden. Gevraagd werd, of alleen een landelijk, of ook een streeksgewijs en plaatselijk vergaderen was bedoeld. Hierop antwoordde de inleider, dat niet alleen aan landelijke vergaderingen, doch ook aan streeksgewijze, en zoo mogelijk bij voldoende deelneming, ook aan plaatselijk te beleggen bijeenkomsten was gedacht, — Een mer-kwaardige bevestiging van hetgeen door den inleider t.o.v. Patrimonium was vermeld, leverde wel één der bestuursleden van een plaatselijke afdeeüng van dit Verbond, die de vraag stelde, of, waar men van het hoofdbestuur van Patrimonium, ondanks herhaalde brieven, sinds twee jaar tijds niets had vernomen, er ook de mogelijkheid bestond, dat zulk een afdeeling, die nog altijd de principieele studie wel had gaande gehouden, in haar ge~ heel tot dit te vormen verband zou kunnen toetreden. Hierop werd geantwoord, dat een ieder welkom is, die met aangegeven grondslag en doel instemt. Verschillende aanwezigen brachten de acute moeilijkheden ten aanzien van het C.N.V. en de daarbij aangesloten organisaties naar voren. Zoo werd opgemerkt, dat m een enkelen bedrijfstak de situatie reeds zóó is, dat men zijn werkkring verliest en broodeloos dreigt te worden vanwege den organisatiedwang, welke daar reeds heerscht en waarover men in groote zorg is nu men met den dag beter gaat inzien, dat het lid blijven van een organisatie, die aan zulk een organisatiedwang medewerkt om des gewetens wil niet langer mogelijk is. Zoo kwam ook nog naar voren, dat op een vraag van een plaatselijke afdeeling van het C.N.V. of deze ais basis van toetreding tot deze afdeeling zou kunnen stellen, instemming met de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Eenigheid, door het hoofdbestuur van het C.N.V. was geantwoord, dat daartegen van den kant van genoemd hoofdbestuur geen bezwaar bestond. De door de plaatselijke afdeeling op dezen grond afgewezen leden werden dan echter rechtstreeks door het hoofdbestuur als verspreide leden ingeschreven. Voorbeelden als dezen wijzen wel op den bijkkns onhoudbaren toestand in den kring der christelijke vakorganisatie en daarom werd vanuit de vergadering bepleit, ook aandacht te geven aan de acute moeilijkheden, waarin vele bij het C.N.V. aangeslotenen zich thans bevinden. De inleider wees erop, dat door hem duidelijk naar voren was gebracht, dat het optreden der organisaties wel degelijk onder de onderwerpen zou kunnen vallen, waarover het gemeenschappelijk beraad zou gaan, opdat wij in dezen de beleving van de gemeenschap der heiligen, waarop door één der andere sprekers was gewezen, elkaar tot steun zouden kunnen zijn. Van meer dan één zijde wees men erop, dat — zooals overigens geheel lag in den gedachtengang der initiatiefnemers — gewaakt moest worden tegen het stichten van een' omvangrijke organisatie. Het feil, dat de zes heeren reeds in hun voorstel spraken van een Verband en niet van een Verbond wijst al in de richting, dat ook zij zich geen uitgebreide organisatie met een omvangrijk apparaat hadden voorgesteld. Eén der sprekers zou graag de vragen van politiek, school, sociaal leven en huisgezin in één verband besproken zien. Door den inleider werd opgemerkt, dat zoo wellicht de natuurlijke interessesferen te veel door elkaar heen zouden komen te liggen en mogelijk door deze samenvoeging het één door het ander niet voldoende tot zijn recht zou kunnen komen in de behandeling. Dat er onderling verband tusschen het één en het ander bestaat, werd evenveel gaarne erkend. Zoo raken de-sociaal-economische zaken als b.v. de P.B.O. de politieke sfeer en kan een onderwerp als dat van het gezin in dezen tijd, ook wel degelijk binnen de sociale sfeer worden gerekend te liggen. Gevraagd werd vervolgens nog, of de grondslag alleen maar als grondslag was gedacht of ook bepalend het voortgaande optreden naar binnen en naar puiten. Hierop werd in laatstgenoemden geest bevestigend geantwoord. De formuleering van den grondslag kwam ook nog ter sprake. Gevraagd werd, of niet kon wor-

den volstaan' met eenvoudige vermelding van Gods Woord en de drie formulieren van eenigheid zondet meer, met weglating van de restricties. In zijn antwoord deed inleider uitkomen, dat deze formuleering niet was gedacht als concept voor een statutaire omschrijving. Veelmeer had hem voor den geest gestaan, dat het eisch van eerlijkheid en duidelijkheid was, bij een eerste uitnoodiging tot contact en in een verklarende inleiding op een eerste vergadering vast te leggen, wat, volgens de overtuiging van de initiatiefnemers en de uit de vergadering blijkende algemeene instemming, wanneer straks mogelijk in één of ander statuut van het Verband alleen gesproken zou worden van Gods Woord en de drie formulieren van eenigheid, de bindende beteekenis daarvan moest worden geacht te zijn. Misverstand zou dan bij voorbaat uitgesloten zijn.

In de bespreking 'kwam ook nog naar voren de vraag, of zij, die de kerkelijke eenheid met ons niet meer of nog niet beleven, wel in dit verband kunnen worden opgenomen. Hierbij kreeg de inleider gelegenheid, het standpunt van hem en zijn mede-initiatiefnemers te verduidelijken. Dit standpunt houdt in, dat, wanneer iemand verklaart, met ons te willen samenspreken over de onderhavige onderwerpen op den aangegeven grondslag met de daarbij aangegeven restrictie en hij verklaart tevens te verwerpen de kerkelijke banvonnissen tegen ons uitgesproken, zooals deze zwart op wit staan, aan zoo iemand de hand moet worden gereikt, waarbij het vervolgens aan zijn conscientle moet worden overgelaten, hoe en waar hij overeenkomstig zijn roeping van deze overtuiging ook kerkelijk zal blijk geven. Niet berust kan evenwel worden in een dualisme, waarbij men kerkelijk vonnist en ook overigens spreekt en handelt als tegenover leden, die voor de wereld eerloos en in de kerk der afsnijding waardig zijn, terwijl men in het maatschappelijke leven wil samenwerken als met broeders. Het oordeel: kind des satans op Zondag en kind des Heeren op Maandag en de rest van de week, kan en mag niet geduld worden.

Het direct belang van deze zaak blijkt hieruit, dat één der academisch gevormde belangstellenden, een bekend publicist, bij zijn aanmelding had bericht, dat, hoewel hij niet behoorde tot de Gereformeerden onderh. Art. 31, hij toch gaarne contact zou hebben met hen, die met hem het snel afzakken in socialistische richting van het C.N.V. gevaarHjk achten en die beducht zijn voor de zeer bedenkelijke uitwerking op het Gereformeerde volk van hetgeen door menschen als De Gaay Fortman, Okma, Verkuyl, Ormel, Bruins Slot en anderen wordt geleerd, wier denkbeelden men volgens hem kan vinden in het program der voormalige C.D.U. en waarvoor men, zooals hij schrijft, 15 ' jaar geleden onder censuur kwam. Jammer genoeg was deze belangstellende, zooals uit een na de vergadering van hem door mij ontvangen schrijven blijkt, dooi ambtsbezigheden verhinderd geweest, deze eerste vergadering bij te wonen.

Door deze bespreking werd verheldering, verbreeding en verdieping verkregen van hetgeen in de inleiding was besproken. Tegenover de suggestie, bij voorbaat gedaan in de Nieuwe Provinciale Groninger Courant en de Nieuwe Drentsche Courant, dat hier menschen aanwezig waren, die het breekijzer wenschten te hanteeren en alles wilden stukslaan, gaf één der sprekers uitdrukking aan zijn overtuiging, dat uit dit initiatief en deze inleiding tóch wel duidelijk was gebleken, dat hier alleen de hartelijke begeerte, om ook in sociaal en economisch opzicht te breken me't de zonde, drijfveer was.

Met algemeene stemmen werd vervolgens besloten op den ingeslagen weg voort te varen en werd tot vorming van het Gereformeerd Sociaal en Economisch Verband overgegaan. Daar in een spoedig te houden volgende vergadering de besprekingen zullen worden voortgezet, werd op voorstel uit de vergadering het Comité van zes, dat het initiatief nam, met algemeene instemming uitgebreid met nog vier der aanwezigen, allen werknemers. Het Comité bestaat thans uit de volgende personen:

A. A. Basoski, Den Haag; C. Brandsen, Rotterdam; P. Groen, Rotterdam; J. Mast, Zeist; J. A. Mulder, Baarn; Jac. G. van Oord, Utrecht; M. A, Pon, Amersfoort; J. Schep, Amersfoort; A. Smilde, Heerenveen-, Jac. WijnandS) Wormer.

In allen eenvoud werd hier een begin gemaakt met een arbeid die onder den zegen des Heeren het principieele beraad onderling en de Schriftuurlijk verantwoorde voorlichting ook aan anderen kan brengen, die wij zoozeer behoeven.


1) Plaatsing wegens School-en Jubileumnummer vertraagd. Red.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 oktober 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De Wording van het Gereformeerd  Sociaal en Economisch verband.)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 oktober 1950

De Reformatie | 8 Pagina's