GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 62

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

60

DE VEELZIJDIGE WERKZAAMHEID VAN DEN KBEKEEAAD.

man Plancius wordt dan nog eenigszins eene uilzondering gemaakt, omdat deze in zijne enkele snipperuurtjes ook de wiskunde en de zeevaart bleef besludeeren, en daar zóó veel voor gedaan heeft, dut dezelfde historicus, dien ik daar even aanhaalde, toch van hem moet erkennen, dat hij in die wetenschappen zelfs onder zijne kundige tijdgenooten bovenaan stond, en dat hij meer dan iemand gedaan heeft voor de koene ontdekkingstochten, die er toen naar Noord en Oost en Zuid en West ondernomen zijn ^). Maar natuurlijk wordt die arbeid, die voor Plancius bijzaak was, dan geheel tot de hoofdzaak gemaakt; en kan er nu wel menig Amsterdammer zijn, die, met het oog op den plattegrond onzer nieuwe stad ^), aan dien Plancius denkt als aan een Oud-Hollandschen zeeman, misschien ook wel een Noordpoolvaarder of een Admiraal van de Compagnie ! — En toch! wat zou er van hem, en van zijne ambtgenooten en van den geheelen kerkeraad niet te verhalen zijn, als ik u ook eens mocht inleiden in hunne verdere werkzaamheid voor de geestelijke belangen der gemeente van Christus! Welk een ijver voor de zuiverheid van den levenswandel, door eene kerkelijke tucht, die zich overal deed gevoelen, en die met een onuitputtelijk geduld en met groote liefde, zonder aanzien des persoons, werd uitgeoefend, opdat, zooals er wel eens bijstaat, arme verdoolde schapen mochten worden terechtgebracht, opdat

er over de «heftigheid", de «onverdraagzaamheid", de Dverdachtmaking", enz. van de toenmalige Amsterdamsche predikanten zooveel geschreven, dat wel alles wat daarvan te zeggen viel, ja zelfs meer dan dat, want er werd ook veol overdreven en opgesierd, aan het groote publiek is hekend gemaakt. Hadden nu de aldus aangevallenen zich beijverd om in hunne antwoorden eene juister karakterteekening te geven, dan zou misschien ook daarop gelet zijn. Maar, en dit is de tweede omstandigheid die in aanmerking komt, Trigland c. s. hebben over hunne eigene personen en over hunne werkzaamheid in de gemeente maar zeer weinig gezegd; en zoo is het gekomen, dat ook latere geschiedschrijvers op hetgeen zij hadden kunnen zeggen maar zeer weinig de aandacht gevestigd hebben. Heiligen en volmaakten zijn die predikanten en ouderlingen in al hunne kerkelijke werkzaamheid zeker niet geweest. Maar het is toch in strijd met den eisch der historie, om, als men hun geheele beeld wil teekenen, slechts de schaduwzijde te beschrijven, en die dan nog heel wat donkerder voor te stellen dan zij in de werkelijkheid geweest is, terwijl voorts gezwegen wordt van de lichtzijde, die toch waarlijk wel helder heeft uitgeblonken. ') N. G. van Kampen, Vaderlandsche Karakterkunde, Dl. II, Ie stuk, blz. 73. In het daaraan voorafgaande wordt, door eene gelukkige inconsequentie, van Plancius als predikant toch ook iets, dat «groot en edel en uitmuntend" is, medegedeeld; ofschoon er dan weer aanstonds op volgt: «Gelukkig voor zijn roem, indien niet de Godgeleerdheid, maar de wiskunde het hoofddoel van zijn leven geweest ware!" De Gereformeerde kerken hebben het voorwaar niet betreurd, dat Plancius dienaar des Woords geweest is met zijn gansche hart. ^) In de nieuwe wijken van Amsterdam ligt de Planciusstraat in den zeemanshoek, bij de straten en kaden, die naar Houtman, Barendsz, Heemskerk, enz. genoemd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's