De wetenschap van den Logos - pagina 20
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
14 r te vergelijken met de verbinding van twee of meer elementen in ƒ de chemie, die een nieuw lichaam met andere eigenschappen dan V die der samenstellende elementen oplevert. Böckh zelf heeft op meesterlijke wijze de Staatshaushaltung der Athener beschreven.
Is nu de kennis in dat werk vervat
gelijk aan de som van de kennis, die in de bronnen vervat is, door Böckh gebruikt? Of heeft hij, de zoon van de eerste helft der 19de eeuw n. Chr., met de schitterendste en veelzijdigste talenten versierd, met eene enorme geleerdheid toegerust, en daarenboven begenadigd met dat geniale in den geest, dat voor omschrijving
niet vatbaar is maar boven alle kennis en talent zich
verheft, heeft hij niet meer gegeven dan de kennis der Atheners, die hun staatshuishouden inrichtten, en wijzigden naar den loop der tijden en de behoeften van het oogenblik, beperkt binnen hunnen horizont en den tijd waarin ieder leefde? Dan is ook het landschap, dat de reiziger op den berg gezeten daar beneden in het dal ziet uitgespreid in het zonnelicht, gelijk aan de som der grashalmen en struiken en boomen en menschen en dieren en huizen en wat ge meer mocht willen opsommen. En wanneer diezelfde geniale geleerde, ons den verhevensten onder de Grieksche dichters, Pindarus, uitlegt, dan zou hij niet meer doen dan wat Pindarus kende weder kennen en ons ontvouwen? En de geheele kunst van Pindarus dan, in zijne woordenkeus en beeldspraak en rhythmus en strophenbouw en compositie, valt dat alles onder den naam van „das PLrkannte"? En de opvatting van Pindarus' geheele persoonlijkheid en de vergelijking zijner kunst met die van zijn tijd- en stadgenoot Aeschylus of met zijn voorgangers en navolgers kan dat een Erkennen des Erkannten ger noemd worden ? En daarenboven ontdekt niet de philoloog bij de j interpretatie eens schrijvers dikwijls gedachten of ideeën, die in de ziel van den schrijver niet tot klare bewustheid gekomen, toch wel zeker blijken voorhanden te zijn? i) En eindelijk in de definitie van Böckh ontbreekt de
i) Vergel. Hermann Paul Grundriss pag. 2.
aanwijzing
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's