De verflauwing der grenzen - pagina 83
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
8i generations of countless species which have certainly existed. The parentform of any two or more species would not be in all its characters directly intermediate between its modified offspring, any more than the rockpigeon is directly intermediate in cropand tail between its descendants, the pouter and fantail pigeons. We should not be able to recognise a species as the parent of another and modefied species, if we were to examine the two ever so closely, unless we possessed most of the intermediate links; and owning to the imperfection of the geological record, we have no just right to expect to find so many links." Origine of Species^ p. 408. Even onbevredigend is nog het vraagstuk der hybridische dieren opgelost; want wel poogt Darwin deze moeii lijkheid op te lossen, maar hij eindigt toch met ook hier zijn onkunde te 'belijden: »He who is able to explain why an elephant and others are uncapable for heeding, when kept under confinement, will be able to explain the primary cause of hybrids being so generally sterile". Ibidem p. 252. Vandaar dat hij op elk punt van zijn bewijs, zich bepalen moest tot een »most probable", en een J I believe". Zoo zegt hij op blz. 424: J I believe that animals are descended from almost only four or five progenitors, and plants from an equal or lesser number." 7r) Zie D R . BAITMANN, Gesch. der Philosophie Beweisen^ Gotha 1890, p. 342.
nach Ideën, Gehalt und
72)
L. FEUERBACH, Sammtl.
Werke. II. 410.
73)
L. BüCHNER, Sechs Vorlesungen über die Darwinsche
Theorie^ 2"^* ed.
Leipz. 1868. p. 125. Cf. HODGE, O. 1. p. 17.
74) Daze " O^oq heeft volgens Valentinus twee energiën, de ééne Sm^Mci-^ii, om de grenzen naar buiten in stand te houden, en de andere jtf^.iortzi?, om van binnen in elk wezen de harmonie te bewaren. En deze "Oqaq was noodig, om dat de io^ia tot den Avxonavms> wilde doordringen. Een diep opgevatte teekening van het gevaar der pantheïstische philosophie. Zie G. HEINRICI, Die Valentinianische Gnosis. Berlin [87. ; KURTZ, Lehrbuch der Kirchengeschichte. Lpz. 1880. I. p. 75. 75)
KOSMOS IV. p. 356. Cf. SCHULER, o. 1. p.
114.
76) VoN HARTMANN, O. 1. I I I p. 46. Zie voor de Evolutieleer in zake de religie A. RÉVILLE, Prologemé7ies de l'hist. des re/igio?!s. Paris 1886. p. 92 v. v. en JAEGER, D.ie Darwinsche Theorie vnd ihre Stellung zur Moral und Religion., Stuttgart, p. 112 v.v. (Jaeger is zelf Darwinist). 77)
D R . CHANTEPIE DE LA SAUSSAYE J R . o. 1. p. 9. Wat hij hier uitspreekt
geldt van alle grenzen. Van warm en koud, van licht en duisternis, van wit
6
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's