GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 21

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 neer hij als hoogste meester over wat ook wil gebieden; zoo hij niet van alles de bestaansreden en bestemming door God gegeven zoekt. Ja, de mensch doet onrecht, mede zoo hij Gods absolute recht over zich durft ontkennen: „O mensch! wie zijt gij, die tegen God antwoordt? zal ook het maaksel tot dengenen die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzoo gemaakt?" (Rom. IX : 20) Waarlijk was er wel recht reeds vóór den zondeval. Ja, alleen recht. Slechts het onrecht ontbrak. En niet alleen recht in het Goddelijk wezen; recht van den Heere op zijne schepping; een rechtsband tusschen God en den mensch. Maar nog meer. Ook een recht van den mensch over de aarde. De Heere had hem heerschappij gegeven. Dit was voor den mensch tot een recht geworden. En eindelijk een recht ook tusschen de menschen onderling. Het huwelijk is vóór den val. Eva zal Adam tot eene hulpe zijn. (Gen. II: 18 en 20) Ook elders wordt in de Schrift uit de schepping de verhouding van man en vrouw afgeleid. De vrouw is de heerlijkheid des mans. „Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw uit den man." „Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man." (1 Cor. X I : 8 en 9) „Ik laat de vrouw niet toe," zoo zegt de Apostel op eene andere plaats, „dat zij leere, noch over den man heersche, maar wil, dat zij in stilheid zij." „Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva." (1 Tim. II: 12 en 13) En als tweede grond voor hetzelfde wordt dan een argument ontleend, niet aan de schepping, maar aan den val: „En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest." Waarom wij, onjuist achtende het gevoelen, o. a. door Thomasius verdedigd 17)^ dat het maritaal gezag slechts straf voor de zonde zoude wezen, liever het gevoelen volgen van Calvijn, die in het woord: „tot uwen man zal uwe begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben" (Gen. III: 16), alleen ziet verzwaring van het gezag, dat te voren vrijwillig werd aanvaard en nimmer drukken kon 18). Ook lag reeds in het scheppingsplan de verhouding die er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's