GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 38

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

36 hen alle als een genus te beschouwen in tegenstelling met de andere dingen? i) Het eenige wat overblijft is te erkennen, dat zoowel wij, de kennende subjecten, als de dingen buiten ons, de gekende objecten, door onzen Schepper in alle onze relatiën gedacht en alzoo geschapen zijn. De problemen die de theorie der kennis ons voorlegt vinden hunne oplossing alleen in den weg, die aangegeven wordt in het eerste artikel van ons algemeen Christelijk geloof: »Ik geloof in God, den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde". Na aldus de realiteit der dingen buiten ons, der stoffelijke wereld te hebben gehandhaafd, ga ik met u de realiteit der dingen in ons, der geestelijke wereld, beschouwen in hare verhouding tot de eerste. Herbart heeft geen ongelijk, wanneer hij eene voorstelling een reale noemt, maar hij moest haar niet tot de eenheid in het zieleleven, noch tot het grondbegrip der psychologie maken. Wanneer ik eerst van de voorstelling spreek, dan geschiedt dat alleen, omdat zij, van alles wat den inhoud van het zieleleven uitmaakt, de meeste overeenkomst heeft met de dingen buiten ons, de meest begrensde gestalte. Dat nu die voorstellingen een reëel bestaan hebben, niet alleen voor een korten tijd in het bewustzijn, m.aar dat zij, wanneer ze eenmaal ontstaan zijn in de ziel blijven bestaan, is duidelijk voor ieder die acht geeft op zijn innerlijk leven. Hoe menigmaal gebeurt het, dat eene voorstelling, die wij in onze jeugd gevormd hebben, vele jaren daarna plotseling weer opkomt in ons bewustzijn en wel. met zulk eene

i) Van mensch tot mensch moet toch ook geoordeeld worden, »dass, da uns durch den ausseren Sinn nichts als blosse Verhaltnissvorstellungen gegeben werden, dieser auch nur das Verhiiltniss eines Gegenstandes auf das Subjekt in seiner Vorstellung entlialten könne und nicht das Innere, was dem Objekte an sich zukomnit. Kr. d. r. V., p. 95.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's