GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Schuld en straf - pagina 88

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schuld en straf - pagina 88

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vierde lustrum onzer Hoogeschool is op den dag van heden door 's Heeren goedheid voltooid. En vergelijkende het laatste jaar daarvan, waarover hier kortelijk verslag heeft te geschieden, met de jaren, waarin ik vroeger aftrad als Rector, is er bijzondere stoffe tot dank. Had ik in 1884 het overlijden van één der Directeuren, den Heer J. J. GLINDERMAN te gedenken; in 1890 dat van den Curator Dr. W. VAN DEN BERGH; en in 1895 dat van den Regent, Dr. A. H. DE HARTOG, één uit den kring der Hoogleeraren, — over het jaar, dat nu ten einde is, viel dergelijke schaduw niet. Het College van Heeren Directeuren, wien dank zij gezegd voor wat door hen ten goede der Stichting ook in het afgeloopen jaar verricht werd, bleef ongewijzigd. De Heer SEEFAT, dit jaar aan de beurt van aftreden, werd op de algemeene Vergadering der Vereeniging herbenoemd. Het Curatorium, waarmee de Senaat door zijne vergaderingen in geregelde en gewaardeerde ontmoeting mag verkeeren, zag wel de nog steeds openstaande vijfde plaats niet bezet, maar bleef toch voor verder slinken bewaard. En de kring van Hoogleeraren heeft niet alleen geen verlies te betreuren, doch mocht zich zelfs in uitbreiding verheugen. Juist één jaar geleden, als verjaringsgeschenk, ontving de Senaat bij schrijven van dien dag bericht, dat door Heeren Directeuren tot gewoon Hoogleeraar in de Faculteit der Godgeleerdheid benoemd was Dr. H. H. KUYPER, Bedienaar des Woords bij de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden, die den 26sten Januari 1.1. zijn ambt heeft aanvaard met het houden van eene rede: Het Gereformeerde beginsel en de Kerkgeschiedenis i). ') In den zomer van 1899 meldden eenige bladen, dat Dr. H. H. K Ü Y P E R tot buitengewoon Hoogleeraar was benoemd. T o e n later alleen van die tot gewoon H o o g leeraar g e s p r o k e n w e r d , heeft dit bevreemd. Daarom zij hier de eenvoudige toedracht meegedeeld, dat Dr. K U Y P E R aanvankelijk door H.H. Directeuren tot buitengewoon Hoogleeraar w a s benoemd. T e n gevolge van misverstand, inzoover het Curatorium aanstonds eene benoeming tot gewoon Hoogleeraar had bedoeld. Zoodra dit misverstand gebleken w a s , hebben H . H . Directeuren de benoeming veranderd. Aan den Senaat is zelfs officieel alleen de laatste meegedeeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900

Rectorale redes | 130 Pagina's

Schuld en straf - pagina 88

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900

Rectorale redes | 130 Pagina's