GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 128

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ns maken. En op de tweede plaats, bij Sent 3, 13, handelt Luther wel over Rom. 1:17, maar juist niet over de gerechtigheid des geloofs; hij spreekt hier alleen over de eigenaardige uitdrukking van Paulus: per fidem in fidem, waarbij hij aanteekent: de fide informi in fidem scilicet formatam: Nico: Lyra de fide scilicet praesenti in fidem i. e. conprehensionem: ! Glossa ibidem, alii aliter. Ook hier wordt over Augustinus, gelijk men ziet, geen woord gerept. Het bewijs, dat Luther toen reeds met de exegese van Augustinus van Rom. 1 : 16, 17 „vertrouwd was", wordt dan ook niet ontleend aan Luther's eigen woorden, maar daaraan, dat Lombardus op de eerstgenoemde plaats, in Sent. 1 : 17, het citaat van Augustinus uit de Spiritu et litera aanhaalt en daarop volgen laat: „et sicut justitia nostra dicitur Dei non quod ipse sit ea Justus, sed quia ea nos justos facit" (I. P. MiGNE, Patrologiae cursus completus, series Sec. t. CXCII, Paris. 1880, p. 568); en voorts daaraan, dat Nicolaas Lyra in zijn Biblia cum glossa ordinaria et expositione literali et morali van 1508, waarnaar Luther bij de exegese van Rom. 1 : 17 verwees, eveneens het bewuste citaat van Augustinus ter verklaring van de justitia Dei aanhaalt. Nu kan hieruit hoogstens worden afgeleid, dat Luther reeds in 1509 het bedoelde citaat van Augustinus onder de oogen heeft gehad, maar uit zijn eigen annotaties blijkt zeker niet, waarop hier alles aankomt, dat dit citaat toen eenigen indruk op hem heeft gemaakt, of dat daardoor een nieuw licht voor hem was opgegaan over de beteekenis van de justitia Dei. Bovendien heeft Luther niet gezegd: ik vond dit citaat van Augustinus, maar: postea legebam Augustinum de spiritu et litera, d. w. z. hij had toen dit werk van Augustinus zelf gelezen. En nu is het wel zoo goed als zeker, dat Luther in 1509 dit tractaat nog niet in handen had gehad, want we bezitten toevallig de uitgave van Augustinus' werken, die Luther in 1509 gebruikte en met enkele aanteekeningen voorzien heeft, en in deze uitgave komt het tractaat de Spiritu et litera juist niet voor (zie W. A. 9, 2—27). Ook in zijn annotaties op de Sententiae van Lombardus geeft Luther wel uitvoerige citaten uit andere werken van Augustinus, maar niet uit diens de Spiritu et litera Dit argument nu klemt daarom te meer, omdat, gelijk ik in noot 26 reeds heb aangtoond, het nieuwe licht, dat Luther door Rom. 1 : 17 was opgegaan, volstrekt niet alleen daarin bestond, dat de justitia Dei in de Schrift niet bedoeld was als de justitia activa,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's