GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Lokmiddelen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lokmiddelen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebeurd in ©en stad in ons vaderland, Verriiia'ard door haar koek'. Daar la^ in garnizö'en een officier van het leger... des Heus, die opviel door zijh licihaamslengte.. Zijn blauwe uniform^ ifen •SjtsSjtosSsséï^ • •••••'-. ; roode tricot kleedde hem, hij' mochit gezien, worden. Maar wat geböarde? öp zleikeren dag zag irien hem .over straat gaan, zijn uniform vleliVrij, zijn broek ciorrect in de plooi, zijn houding als imïner militair. Doch in .de hand had h|ij' een touw en aan dat touw — o. ik wil uw kixische ooren ni'et kwetsen — aan dat ilouw — mlijn pen weigert bet neer te schrijven — aan dat toiuw... een blèrend geitje! En achter dat göitje... tientallen, honderdtallen mannen, vrouwen, kinderen, het groeide steeds aan. Be he-ilsofficier stapite maar voort in stramme 'onbewogenheid, hiet geitje blèrde, en de menschen volgdien htet geitje in heele nieuwsgierigheid. Tot [bet gebouw van 'hielt L. d. H. bereikt was en de officier allen u'itnoodigde de saimienlcomst bij te wonen, 'die op het punt was aan ie vangen Thans commandeert dezje O'ndernemende officier hét 'L. d. H. in een der Europeesche landen en het voorval is door verreweg de meesten Arergcten. Ik vond het echter wenschelijk het geilje nog eens voor het front te roepen om z'n 'getuigenis te geven.

Maar u keurt het toch zelcer af... hoor ik mijn. lezers neöds verontwaardigd uitrO'Spen. Ifc voel mij geenszins geroepen om. het af te keuren. Ik vind een vóUe zaal beter dan een ieege zaal... oi^k al zijn de menschen er in 'gelokt dO'Or een blèrend geitje.. Ik vind „'eiene chocolademeeting" of ^, een kadetjeskerk" m: èt publiek te verkiezen boven eö'n preek voor, stoeleln en banken. Men moet geen paarlen voor de zwijnen werpen, m'aar Oiok' geen kostelijke woorden aan ledige stoelen verspillen. "Men kan niet voor afweizige'U preeken. Socialistische redelaaars spieken hun puJDlie'k wel eens aan met jjAanwezigen!" In söm'mige samenkomsten — onbezet of verkeerd-bezet — zou men - bijna zijn toespraalk der waarheid getrouw moeten beginnen met; „Afwezigen!"

Wat nu het bewuste .geval betreft: een geitje is een schepsel Gods en irien behoeft zich voor zijn gezelschap' minder te scihamen dan voor dat va.n menig mensch. Daarbij zit er sto'f in tot een ontdekkende toespraak: „Mensfhen, jelui, loopt nu allen zulle een onnoozel geotje na, begrijp' je nu niet, dat je dit dwaas vindt, omdat je dwaas bent. En dé dwaas zegt in zijin hart "

Wil ik miet mijn adhaesi© aan hie't gedrag van dien heilsofficier nu zeggen, dat ik hIet ter n-avolgiuig neerschreef? . Volstrekt nieit. Een origineele inval wordt door nabootsing eene bespotting. Daarbij doet' 'men zoo' iets natuurlijk maar ééns. Ik geef daarom, dit staaltje' niet ter navolging, maar ter leering. Wij' m, oieten nueer ioegrij'pen, dat zonder loklniddelen 'onze zalen niet gevuld worden. Het .werk der hörherstöning of evangelisatie gaat nu eenmaal niet vanzelf. Als , het zO'Uder lo'kmiddelea gaat, prachtig. 'Als het niet zonder brood, koffie en koek, - , kierstb.oo'mien en lichtbeelden, hioutsnijden en. sjoelbak'ken^ gaat, dan maar mèt die middelen en mèt de 'mienschen. Het zijn naituiirlijk'e, Inaar geein zondige dingen. E'on visch wordt niet gevangen zonder deeg, het wild niet zondeïl aas. Laatst trad ik op eenige plaatsen i, n eene openbare satolenkOtast op' en zlag de voorste rijen bezet door „pettenjongens", de sigaret vonkend in den in'ond. Ik verwachtte eten moeilijken avond, maar zag miji bes'C'ha, a(m'd. De joingiens luisterden goed en als er één tetekienen van 'Ongeduld wilde geven, was één wenk, voldoende hem, tot rust te brengen. Later kreeg ik de verklaring. D'e jongens waren dol op' 'gyirmastiek', m'aar mochten de gymnastiekles alleen volgen als zij trouw' kwamen , op de bijbelles en zich daar behoorlijild.gedroegen. En pettenj'Ongens hebben óók kositbarie zielen!

Toen men den arbeid der Jodenzending in de 18e eeuw aanving, bejgon men mtet geleerde polemieken met de Joden te, voeren. Men bediende zich daarvoor van het Latijn, wat Joden noch Christenen verstonden. Dan viïid ik' een kerstboom', een projectielaintaarn, een kioiffieblad, een m'uziieknum!m'er, eein turn-uurtje, een hou!tsnij-, otirsus, ja... een - geitje nog veel verstandiger!

Er zijh zoo-van die onderwerpi^^'-^^^^l'Ü öien. zijii S'Oieasy söhooiumaakt en zijn potlood aanp.unit. Er zullen veten zijn — zij htet ook al niet onder oinze lezers, — die van. al deze dingen zullen - /eggen: Uit den booze! Uit den 'boozel! tfit denboozeü

Laat ik vooropstellen, dat het gebruiken van zulke middelen uit den booz-e kan zijn, evenzo» goed als een rechtz-imiige preek, een roer'e'-nd gebed, een dierbaar woord uit de-n boozi© kan-zijn. .D'avids lied behaagde God, maar als liet ziondige Israël Davids psalmen aanheft, heet heil door den 'nrond van Amos: Doe het getjier uwer liederen van mij weg. Wat uit het geloof niet is, is zonde, D; aarbij zijl aanstonds toegegeven, dat het gevaar voor ontaarding bij deze lokiniddelen grooter is dan bij' de prediking etc.

Maar dit vooropgesteld, moeit ihet nadruk worden gehandhaafd, dat al dazle lofcmjddeilen op zichzelf niet uit den booze zijn. Wanneer zijl voo'rtkomen uit sluwe berekening, .compromis-zuoht, begeerte öria dêT' aandaclit op zichzelf te vestigen, dan mioeten zij verachtelijk ter zijde worden geworpen. Maar iets anders is het, als het de liefde is, die ló'lct. Aaidsche - liefde - heeft duizend reine listen, ziou het mei de' geestelijke liefde anderszijm? Zegt de Heere niiet zelf, (iat 'Hij' Zijn' vollt zal lokken? (Hosea 2:13). Vergeleek de Heere Jezus Zich niet bij de kloek, d-ié de kiekens onder hare

vleugels jokt ? Heeft Hij Zijne discipelen nieit uitgezeinden in den dienst der lóKkende liefde?

Zie, bij deze dingen is het meer een quaestie vaïi mentalileiL dan van logioa, mleier van aandrift dan van inzicht. Als. wij instem; meu me> ! gedachte:

Och wisten tödh de mienschen Hoe bet bij Jeizus is!

dan zullen wij altijd naar nieuw© middelen zöe^ken, om het oog der schariö op' dem Heiland te richten. De liefde maakt vindingtijk. En wat de liefde-ge-. heJligd heeft, zult gij

Wil dat nu zeggen, dat wij alles clritiekloos hebben te aanvaarden, wat uit een goede bedoeling wordt gedaan? Natuurlijk niet! Er is een vorm van critiek, die eiken werker welkom zal zijn, n.l. de critiek die zegt: „Gebruik dat middel niet, want hier hiebt gij een doehreffendér!" Zulke cri: tiek is beter da, n 'n onverschillig-alles-maar-goedvindea.

Zulke critiek is echter zeldzaam. Op iiel gebied der herkerstening o'f evangelisatie loopt men telkens gevaar iets anders te doen dan, broeders zich hadden voorgesteld, juist omdai zij zich in den grond der zaak heelemaal geen voors'telüng gema: i!kt hebben. Omdat de afvalder iLienduizienden voor hen geen zaak'yan „kopzorg" noch „hartzeer", geen „bronwei van trahen" als biji Jeremia is geworden. Daarom kömeii zij' bij elke nieuwe poging ijlings aangaloppeeren op hunne ggliefde stok'paajrdjes om te verhinderen, dat door die wilde doordravers eene catastropJie wordt aaargericht. Altijd zijin zij bang, dat men te' hard van stal zal gaan. Neen, dan moet inen de stofcpaai'djes hebben! Een stokpaardje verdwaalt nooit, gaat nooit op ho) glijdt no'oit uit, .hinnikt nooit onbehoorlijk, vergaloppeert zich nooit en..'. komt nooit vooruit.

Er is een heel stamboek van zulke stokpaardjes! Zoo zei Onlangs een Herv. predik'ant tol een evangelist: „Ik kan mij den Heere Jezus, niet voorstellen „met een zangfcborlje om zich been". Ietwat oadeugend gaf deze ten ajjtwoord: „Ik kan mij geen dominee voorstellen, in wiens schaduw de fcranken worden gene-zen." De Heere Jezus beschikte over go; ddeIijke krachten. Zijne^ genezingswonderen maakten Hem ruchtbaar doior het ganschè land. Nooit sprak een mensch zooals deze mensch. Ja, Zijne heilige jpersoonlijkheid was (en is!) op zichzelf een wonder. Dat geweldige onderscheici moeten wij steeds in het OiOg houden. Daarbij; zegl de uitdrukking: „Ik kan m; ij den Heerei Jezus niet voorstellen ..." absoluut niets. Als heit God öehaagd had Zijin Zoon in de 206 eeuw in de wereld te zenden, zou Hij anders gekleed zijn geweest en zich van andere uitdrukkingsvormen bediend hebben, dan wij in den Bijhei beschreven vinden. Hij' zou waarschijinlijk in trein en tram hebheti gezeten, ja wellicht een fiets bereden hebben. Djait alles kunnen en behoeven wij ons niet voor te stellen. Maar wij m, oeten daai"aan dan ook geen argument ontleenen om dingen ie bestrijden, die ons niet aanstaan.

Een tweede stokpaardje tegen nieuwe methodeln is, dat zij schaden aan de waardigheid van de kerk.

Och arhie. Lezien wij dan niet van Samgaj-, die de Filistijïien sloeg melt een ossensiLok en van D'avid, die Goliath met een slinger tegehtrad? De beleedigde waardigheid is ia dezen aan de zij'de Goli.aths, die uitvalt: „Ben ik een hond, dat gfijl tot mpj komt met een stok? " Verder lezen wij van David, die huppelend voor de Ark zlijn koninldijke waardigheid vergeet. Jeisaja moet op Gods bevel naakt en barrevoets giaan. (Jesaja 20). Jeremia moet zich een juk maken op zijn schouders. (Jeremia, 28). Onder het nieuwe verbond is de waardigheid in praat en ge^vaad aan de zi^jde der Farizeeën, en Jezus is „de onwaardigste onder de nienschen". „Zie daar leen'mensch, die een vraat 611 wijnzuiper is, leen vriend van tollenaren en zondaren." Aan het kruis sterft Hij' den dood der schande. „Waardiglijk dat evangelie wandelen" is zich geven, overgeven in liefde aan de wereld.

Het Evaingelie heeft geen lokmiddelen noodig, derde stokpaardjie! Volkomfen juist. ÏMaar het is aan ons de lokkende liefde van het evangelie te verklanken in ons woord en uit te' beelden in onze handelingen, althans iets uit te munten van deu onnaspiourlijlklen goudschat des evangelies.

Wij moeten wiel wprk'e'n, itn'aar naiet stille trom.... Stckpaardje no. vier! Prachtig. JVfet stille tro'm neemt een geslaigen leger den teruglO'Cht aan. Met stille tro'm palkt eem beiurziensmjder bij' naoh't zijne biezen. Met stille, omfloerste trom trekt de lijkstoet voorbij. Laat de dooden hunne doo'den begraven, maar gij... ga henen, viei'kbndig het koninkrijk Gods!

Naar het abattoir met de stokpaatrdjes!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Lokmiddelen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's