GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Als van oude prenten ....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als van oude prenten ....

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(De geschriften van L. E. en Ignatia Lubèley).

IV (Slot).

„Schaduwen” van Ignatia Lubeley.

Na de verschillende artikelen, waarin ik handelde over de geschriften van L. E., moet ik thans, ten besluite van deze reeks, nog wijzen op het gelijksoortige werk van haar zuster, Ignatia Lubeley.

Gelijksoortig is hier het juiste woord. Want wel is er soms verschil in miUeu, waar Ignatia Lubeley schrijft over een anderen, lateren tijd, — in opvatting 'en bewerking., ook in de keuze der stof is haar werk aan dat van haar zuster precies gelijk. Ook zij schrijft over het leven der gegoede fannliën van vroeger dagen, waarbij niet het gebeuren, maar de zielkundige waarneming hoofdzaak is; ook zij lascht in (haar werk in allerlei citaten uit Fransche en Engelsche dichters, wat iets fleurigs er aan geeft en een zeker deftig' cachet, dat geheel past bij de personen, waarover ze handelt. Naast piano-en clavecimbelspel, behoorden immers tapisserie-werk en lectuur van uitheemschen oorsprong tot de dagelijk'sche' bezigheden in de woningen der élite en dus brengt de verwijzing naar dat alles het onmisbare decor aan, dat het geheel levend maakt en echt.

Reeds eerder zei ik, dat de productie van [gnatia Lubeley veel minder omvangrijk is dan die van L. E. Behalve verschillende schetsen in tijdschriften (, , Onze Eeuw", „Stemmen des Tijds", „Christelijk' Vrouwenleven") gedeeltelijk verzameld in den bundel „Novellen", ken ik miaar één roman van haar hand „De Schaduw", die in 1921 verscheen. Maar die roman is een treffelijke proeve "Van het genre, en als zoodanig dus onze belangstelling waard.

„De Schaduw" vertelt van het leveii van den heer Réné de Mons, den erfgenaaïn'-Van een oud-Brabantsch goed in het Ravesteinsche, „de Laar". Réné is de jongste zoom van een officiers-weduwfe, die onbemiiddeld is achtergebleven na den" dood van haar mjan en niet in staat haar drie zoons een studieopvoeding te geven. De tweede zoon echter, Emile, is een jongen van buitengewone begaafdheid en daarom! wordt alle financiëele kracht op hem samengetrokken, ten koste, m'aar met volkomen bewilliging van Réné, den jongste. Emile mist evenwel de noodige concentratie en een ongelukkige liefdeshistorie brengt hem geheel van de wijs. Hij verdoet een aantal jaren en het aanwezige geld zonder eenig resultaat en belandt ten slotte op een kantoor in zeer ondergeschikte functie. De moeder, geheel gedesillusioneerd, ook door het •gedrag van den oudsten zoon, leeft in teruggetrok^ feenheid met den braven Réné, die zich voor de beide anderen heeft opgeofferd en zich martelaar voelt. Als zij gestorven is betrekt hij kamers, leeft van z'n inkomen als belastinganlbtenaar en heeft alleen oog voor zichzelf en zijn eenziaamheid, die hij met een in eigen oogen groot heroïsmte draagt.

In die omstandigheden wordt hij, als de eenig respectabele, de erfgenaam van het g'roote, ^'aar vervallen goed van een ouden oom de Mons. Veel liever was hij in zijn gewone doen gebleven, maar aan de erflating is de verplichting verbonden, dat hij zelf de bezitting moet beheeren en er wonen. En dus neemt hij z'n intrek op het vervallen slot.

In Ravestein woont de vroö, gere zaakwaarnemer van , , de Laar", zijn oom Jennings, een vroolijk'e, tevreden man, de volkomen tegenstelling, van den zelfingenomen Réné. Het is Jennings dan ook' m'aar weinig naar den zin, dat z'n neef de hand vraagt van een nichtje zijner vrouw, Ninette, maar deze, een bijzonder zachte en lieve verschijning, vindt zich geroepen de eenzaamheid te verlichten van den man, wiens levenshistorie ze miet naïeve bewondering voor zijn naastenliefde heeft leeren kennen, en neemt het aanzoek aan.

Een zeldzaam fijne figuur, deze Ninette, wier zielegesteldheid we telklens aflezen uit haar dagboe'k, die niets voor zichzelf vraagt, maar alleen geven wil, die leeft in blijmoedig vertrouwen op Gods goedheid en wijsheid en door dit alles voor ons gevoel veel te goed is voor den zelfingenomen, pedanten. Réné, die haar behandelt als een Jdnd (ze is veel jonger) en haar liefdevolle toewijding ziet als passende onderworpenheid.

Telkens probeert ze hem te wijzen op z'n verkeerde verhouding tot Emile, die naar de berichten melden, zichzelf teruggevonden heeft, m'aar nu in gebrekkige omstandigheden leeft. Ze heeft echter evenmin succes als Jennings, en Réné neemt het haar kwalijk, dat ze niet begrijpt, hoe hij van zijn tent al zooveel gedaan heeft, dat nu niets meer van hem te eischen valt. Hij ziet altijd maar op z'n eigen braafheid en voortreffelij'kheid, die hem juist in ons oog tegenover de sym^pathieke Ninette onuitstaanbaar maken; zij denkt (want spreken durft ze niet) in de stilte van het eenzame huis over den toestand steeds weer na, en probeert in haar naïef en vroom gemoed de houding van haax man te rijmen met zijn plicht, wat baax echter nooit gelukt.

Deze historie is de schaduw, waarvan de titel spreekt. Als op „de Laar" een zoon geboren wordt en Ninette daarin aanleiding vindt om nc^ eens te wijzen op' den verloren zoon der familie, vindt haar man de uitvlucht, dat hij diens lijdensgeschiedenis niet brengen wil in het leven van dit 'Hnd, en de verhouding blijft bij het oude.

Tot de tijding 'komt, dat Em, ile ernstig ziek is. Dan zet Ninette door, en noodzaakt Réné te gaan, in de hoop, ^at hij nog op tijd .komen zal. Onwillig ga, at deze en hij vindt Emile ook' nog in leven, zelfs nog even bij bewustzijn. En den laatsten nacht van diens leven zit hij aan het bed van den bewustelooze, met een vriend van z'n 'broer, die met liefde den stervende overlaadt.

Beschaamd keert Réné naar huis terug en daar is het Ninette, die hem zichzelf helpt overwinnen.

Zooals Imen ziet is de psychologische waarneming weer de hoofdzaak, van dit verbaal en de analyse is alleszins verdienstelijk. Hier hebben we een gegeven, dat zich voor een li'ehandeling in romanvoim leent, omdat er een regelmatige groei is van wat ik in m'n vorig artikel omschreef als een psychologisch conflict: en ook is er de noodwendige catastrophe, als consequentie van het conflict, die het einde brengt van' dé historie, die de schaduw doet wegvallen. Heel goed zijn volgehouden 'de beide karakters, van Ninette in haar groote liefde, haar teerheid van gemoed, haar kinderlijk .geloof, van Réné in zijn zelfgenoegzaambeid en besef van eigen waarde. Allerlei kleine bijzonderheden spelen als zonnestralen door deze karakterschetsen heen en belichten die buitengewoon illustratief; zoo de alleen-spraien van Ninette met bet portret van Réné's .moeder, die immers ook de moeder is van Emile, of de Nutslezingen van Réné in Ravestein, waar hij zich bewust wordt van een nieuwe gave van voortreffelijkheid, z'n redenaarstalent. Zoo ook de citaten uit gedichfen of romans, die Ninette leest en op zichzelf van toepassing maakt, of de wijze, waarop Réné zicli 309 een enkele mjaial vferwaardigt iets zakelijks met Ninette te bespreken — allemaal trekken va, n één beeld, dat daardoor steeds duidelijker wordt. En de igeheele omgeving, bet oude, vervallen huis, z'n eenzame ligg, ing, het eentonige populierenlaan'tje er voor, de stille gracht er om heen, 'ze ; styleeren de 'karakter-analyse, omdat ze alle aandacht in één richting trekken: het conflict.

Ik geloof, dat een goed-geconcipiëerd boek als deze roman, ondanks de weinige actie en ondanks het ouderwetscbe cachet, toch voor onzen tijd van beteekenis is. Een^ liefdevolle, toegewijde, échte vrouw als Ninette is in de moderne literatuur een niet-veelvuldig-voork'omende verschijning en juist daardoor contrasteert haar beeld sterk met de egoïstische vrijheidsheldinnen der tegenwoordige romantiek. Bij een andere geestes'gesteldheid, dan de hare, zou dit huwelijk tengevolge van niet begrijpen en niet waardeeren een van die vele ongelukkige huwelijken geworden zijn, waarvan de moderne literatuur vol is. Thans, nu zij in de zekerheid „dat zij dat vereenzaamde hart helpen' kon zijn moeilijk leven te doorworstelen en in haax liefde niets meer (vraagt) voor zichzelf', thans valt de schaduw, die het geluk' verdonkerde, weg door baar zelfverloochening, en volhardende toewij'ding. En 'dus is de historie op zichzelf in een tijd , als de onze en bij een constellatie deP literatuur als de moderne van veel beteekenis, en in den vorm, waarin ze hier medegedeeld is, de lezing ten zeerste w, aa, rd.

De ruimte laat niet toe, odk de overige schetsen van deze Schrijfster te bezien. Belangstellenden! kan ik aanraden den bundel „Novellen", die voor enktele jaren in een tweeden druk verscheen, en de schetsen „De geschiedenis van Caroline von Widel" (in „Onze Eeuw", jaarg. 1910), en „In haar Eenzaamheid" (in „Onze Eeuw", jaarg. 1912). „De Schaduw" is uitgegeven bij Ruys in 'Utrecht.

Vatten we nu, aan het einde van deze artikelenreeks nog eens samen de elementen, die aan de behandelde literatuur haar beteekenis geven.

Dan is dat ten eerste het feit, dat we hier hebben historische lectuur, berustend op betrouwbare gegevens, die met groote zorg en kennis van-zaken zijn benut en gerangschikt. En wat we uit de historie leeren moeten, wie en wat de menschen geweest zijn achter de feiten, die oris worden medegedeeld, wordt in deze literatuur in tasthaxen vorm ons geg'even; we behoeven niet meer zelf de feiten te rangschilcfcen en te overwegen om een gewenscht perspectief te krijgen; dat a, lles is al op voortreffelijke wijze gedaan door de Auteurs, veel beter dan wij zelf het zouden! kunnen, omdat zij geheel zijn ingeleefd in hun stof.

't Is dus historische lectuur, die onmiddellijk voert tot de essentie van historische studie.

Ten tweede is het de romanvorm', die hier beteekenis heeft. Deze toch neemt door zijn eigenaardig, levendig karakter weg de bij historische mededeeling onvermijdelijke plichtmatigheid en gebondenhjeid. Reeds wees ik op het gevaar, dat deze romanvorm meebrengt voor historische stofbewerking, maar de bijzondere eigenschappen van deze literatuur, zooals ik die in de voorafgaande artikelen aantoonde, nemen dit gevaar grootendeels weg. En velen, die in zichzelf de rust niet vinden voor zuiver historische lectuur, - zullen haar langs dezen weg leeren waa.rdeeren.

In de derde plaats is de zuiverheid van psychologische waarneming een factor van w, aarde.

Tefkens heb ik daarop gewezen, zoodat ik thans deze uitspraalc' als een conclusie meen te mogen aanmerken. Maar in dit verband dient opgemerkt te worden, dat 't vooral die psychologische analyse is, die deze geschriften een plaats geeft in de moderne literatuur. Zielkundige-ontleding is immers de voornaamste eigenschap der tegenwoordige letterkunde en 't is ook de hoofdzaak van .deze boeken.

Maar, en dat is in de vierde plaats een element van beteekenis, de analyse, die deze literatuur geeft is die van echte, gezonde men schel ijkheid. Bij de schrikbarend veelvuldige gevallen van abnormaliteit, van zielsziekte, moreele , a|dotling; , religieuse zonderlingheid, maatschappelijke verdwazing, die de moderne romankunst tot in de kleinste bijzonderheden ontleedt, hebben we hier de waarneming van den normalen mensch, geslingerd door velerlei invloed ongetwijfeld, maa, r toch nooit verliezend den norm van algemeene menschelijkheid. En dus is de psychologische analyse van deze geschriften, die, welke literaire w.aarde heeft en geeft.

Ton slotte is er nog een zeer belangrijke eigenschap', die in het voorafgaande ook reeds herhaaldelijk ter sprake kwam, dechristelijkegeest, die uit deze boeken spreekt. Zeker, dikwijls is het 't echt; 18e-eeuwsche vorm-christendpm, dat we in z'n formalistische pra.ctijk te zien krijgen, maar herhaa, ldelijk ook ontmoeten we echte vromen, van den ouden stempel soms, als joffer M.aertje uit „Silhouetten", of joffer Caestecker uit „LevensbeeJden", van meer piëtistische opvatting meestal, maar echte vromen, wier woorden en daden getuigenissen zijn. En zij brengen in deze boeken dien christelijken geest, dien wij er dankbaar in w, aardeeren.

Op grond, 'vJaaUt alles herhaal ik', wat ik ten aanzien-van somraage dezer geschriften afzonderlijk reeds zeide, men ga. in z'n zoeken naar goede lectuur deze boeken niet voorbij. Ze verrijken den geest, vermeerderen de kennis en brengen warmte in het gemoed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Als van oude prenten ....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's