GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Moment-opnamen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Moment-opnamen”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eigenlijk behoort de bespreking van het boekje, waarover we in dit artikel handelen: „Momentopnamen" door A. M. Emous, niet in deze rubriek van ons blad thuis, want het is niet een literair, maaj een Evangelisatie-geschrift.

Het voert ook volstrekt niet de'pretentie, een literatuur-product te zijln en neemt niet in het minst de houding daarvan aan. Integendeel, klaar en eerlijk komt het uit voor z'n evangeliseerend karakter, in inhoud en vorm beide.

Dat we het dan toch in deze rubriek bespreken, heeft tweeërlei grond: vooreerst is het in z'n soort nauw verwant aan een in onzen tijd bijzonder gewild genre van literatuur, de kinder-psyohologie, en ten tweede heeft het qualiteiten, die zekere literaire waarde insluiten.

„Momentopnamen" i) draagt tot ondertitel „Schetsen uit het leven van kleine menschen". Kinderen dus zijn de figuren, die hier ten tooneele verschijnen. De Schrijfster, Mej. A. M. Emous is een onderwijzeres, die vertelt van haar jongens en meisjes, en ons, ouderen, een blik doet slaan in de ziel van het kind.

Door dezen inhoud is het boekje nauw verwant aan de vrij vele geschriften, meest ook van Schrijfsters, die in de nieuwere literatuur de aandacht vestigen op het kinderleven. Herhaaldelijk al schreven we over deze boeken en wezen daarbij] de plaats aan, die ze in de moderne letterkunde innemen en verdienen.

In bijzonderheden deden we zulks naar aanleiding van de proeven van 'dit soort, die Mevr. Cohen—• de Vries heeft nagelaten, „Uit de School geklapt" en „Kinderen uit m'n klas", schetsenbundels, die we, naar de lezer zich mogelijk herinneren zal, om hun psychologisch-analyseerend karakter, het rijke talent van waarnemen en opmerken, dat er uit sprak, meenden te mogen rekenen tot het beste, wat de latere literatuur op dit gebied heeft opgeleverd.

Waar nu het boekje van mej. Emons in z'n conceptie geheel aan deze bundels gelijk is, zal het den lezer duidelijk zijn, dat we het daarom in de eerste plaats onder het hoofd „Literatuur en Kunst" bespreken.

Wie de fijne boeken van Mevr. Cohen—de Vries genoten heeft, weet, dat ze vertelden van Chris, Liesbeth, Piet, Elsje, Mientje, 'Trui en vele andere kinderen, die, ieder in hun eigen karaktertrekken en hebbelijkheden, werden beschreven als vertegenwoordigers van die kleine wereld, waarin zoo groote verscheidenheid van geaardheid en gesteldheid aan den dag treedt. Een voor een liet de Schrijfster ze voor den dag komen uit de bonte mengeling der klasse-gemeenschap, om ze te doen zien, ieder weer anders dan de anderen, elk met eigen behoeften en gebreken, vragend ieder voor zich toewijding, liefde, geduld, tact, meeleven, meelijden van de onderwijzeres, die allen t e ge 1 ij k onderwijzen moet. Het moeilijke, maax mooie, het vaak teleurstellende maar steeds ook weer verblijdende werk van de onderwijzeres, dat verrijkt en verdiept zoo het met liefde en toewijding wordt verricht, kwam door dteze boeken in een duidelijke belichting te staan. De lezers, en ze waren talrijk, leerden dien aïbeidi waardeeren en als begeerlijk zien.

Ook in onzen christeUjken kring werden deze bundels terecht met erkentelijkheid ontvangen. En ze deden aanstonds de begeerte ontstaan naar dergelijke boeken uit een christelijke levensovertuiging geschreven, naar schetsen van een christelijke onderwijzeres, die op dezelfde, liefdevolle en fijne wijze haar leerlingen wist 'te nalderen en te leiden, maar dan naar het eenige en groote levensdoel. Zelf hebben we die begeerte uitgesproken naar aanleiding van Mevr. Cohen's boieken en ook elders in de christelijke pers zagen we''haair geuit.

Inderdaad verschenen in enkele schoolbladen sindsdien zoodanige schetsen, maar een bundel liet zich tot nu toe wachten. En nu is Mej. Emous, voorzoover mij ten minste bekend is, de eerste, die tot dat moeilijke werk zich heeft gezet, en een boekje heeft gegeven naar den stij'l van Mevr. Cohen —de Vries, maar dan van positief christelijke visie.

Evenals haar voorgangster, wier invloed duidelijk merkbaar is, vertelt zij van Jan en Martin en Arie, van Wim, Grijs, Jaa: ntje, Mietje, Harm, Daan, enz. Ze introduceert haar kinderen op dezelfde eenvoudige wijze, zonder onnoodigen omhaail van piersoonsbeschrijving, waarom het immers niet te doen is, ze toont een zelfde liefde te bezitten voor het kind en een gelijke toewijding voor haar aibeid.

Maar — en dat is het verschil — zij' ziet haar kinderen en haar werk onder ander aspect, onder religieuze belichting. Ze spreekt met haar leerlingen over de eeuwige dingen en leidt de gedachten van haar lezers ook in die richting, door een enkele korte opmerking, die ze aan haar analyse toevoegt. Metterdaad brengt dus dit boekje den wensoh, dien het literaire werk van Mevr. Cohen deed ontstaan, dichter bij zijn vervulling en alszoodanig verdient het dus in onze rubriek bespreking.

De Schrijfster noemt haar schetsenverzameling: „Momentopnamen". Ze wil ze dus als snelkiekjes opgevat zien, die één moment vastleggen. Uiteraard zijn daardoor de stukjes heel kort, enkele luttele pagina's en veelvuldig in aantal; daarbij ligt het accent vooral in „de toepassing", de slotbeschouwing, die het religieuze element toelicht, dat in de schets ligt opgesloten.

Hieruit nu blij'kt het evangeliseerend karakter van den bundel; niet de kinder-psychologie als zoodanig is de hoofdzaak, maar wat aan geestelijke waardij in de waarneming van het kinderleven ligt opgesloten, wat die observatie leert zien in het eigen leven, in de verhoudingen rondom, waar dikwijls zooveel is, dat gansch vreem'd is aan den. geest van Christus, die immers herhaaldelijk een kindeken nam en dat in het midden der menschen stelde.

In deze strekking ligt de beteekenis van dit boekje Als men haar verstaat is men geheel verzoend! met het op 't eerste gezicht ietwat onevenwichtige der korte stukjes, die soms meer beschouwing over dan beschouwing van het object zijh, gaat men de fijnheid waaideeren, "die in vele van die opmerkingen tot uiting komt.

Een voorbeeld moge daarvan getuigen, „laantje" is een preutsch meisje, die van moeder geleerd' heett er voor alles op te letten, dat de menschen, niets aan te merken hebben. In enkele korte trekken is laantje zoo geteekend. En dan volgt dit slot:

Jaantje, kind, voor je groot bent, zul je moeten leeren inzien, dat 't er niet op aan komt, wat dt* toenschen van ons zeggen. Als ze goed van oa« spreken worden we daar niet beter van, en als ze kwaad spreken, niet slechter. We zijn allemaal heel iets anders, dan de menschen van ons denken.

Maar wat er wèl op aan komt is, of onze ziel recht staat .tegenover God."

Een ander voorbeeld: De dokter heeft van een der leerlingen gezegd, dat hij blind zal worden. De jongen weet het, merkt het zelf ook wel en . heeft een zeer zwaren strij'd. Op een lange wandeling spreekt de juffrouw met hem. De angst, „gloeiende, heete, verzengende angst" schuifelde achter het tweetal aan, maar er was ook de Man van Smarten, die met dien angst den strijd aanbond eri overwon. Volkomen rustig volgde nu de jongen den Heiland, „Die den weg zou wij'zen, door zelf vooraaar te gaan". En dan komt het besluit:

„Zes weken later is hij gestorven aan longontsteking. Op 't laatste oogenblik zei hij met schitterende oogen: „Ik ziè alles".

God is bamihartig en genadig. Maar niet halverwege den berg Moria werd .A.brah, am gezegd, dat zijn offer niet noodig was.

Eerst, toen hij dat volkomen en vrijwillig in den geest gebracht had."

Door zoodanige toevoegingen aan wat verteld ! wordt, komt diepte in het boekje, kracht van ge-; tuigen ook, die de evangeliseerende strekking ver-' sterkt.

Dat het uiterst moeilijk is bij zoodanigen opzet den toon zuiver te honden, niet „opzettelijk" te worden in de „toepassing" en geforceerd in het concludeeren, behoeft wel geen betoog. Schetjes als „Het Speelkwartier", „Langs de Straat" bewijzen, dat de Schrijfster aan die moeilijkheid niet geheel ontkomen is, en ook vallen enkele stukken als „Die, als Hij' gescholden werd", „Vergeet de smaadvrede van Versailles niet" buiten het kader van den bundel. Maar over .'t geheel genomen, mag van dit boekje worden getuigd, dat het, juist in z'n hoofdinhoud, voortreffelijk is. Gewenschte soberheid geeft aan de geda, chten kracht; er ligt een glans van geloof .en een gloed , van liefde over de meesta stukjes, die ons dit eenvondige boekje met erkentelijkheid en waardeering doen ontvangen.

Als tweede reden, waarom we in deze rubriek over dezen bundel spreken noemden we z'n qualiteiten.

Nog een enkel woord daarover ten besluite. .De psycho-analyse, die uitgangspunt is van de beschouwingen, is alleszins verdienstelijk. Het aantrekkelijke daarvan in de boeken van Mevr. Cohen —de Vries vinden we in vele opzichten hier terug. En dat is een eigenschap, die, in het licht gezien van de moderne letterkunde-O'penbaring, literaire waarde geeft.

Voorts treft herhaaldelijk een fijne penseelstreek, die de taal kleurt naar den inhoud der woorden. En ook dat is een verdienste, die vermelding verdient. De Schrijfster kan vertellen, maar ook weet ze, wat ze vertelt, te zetten in de kleur, die het juiste effect er aan geeft.

Eindelijk is een uit literair oogpunt beteekenende eigenschap van het boekje: 't emolioneele. Er is leven in vele schetsen, omdat de Schrijfster haar gehoele ziel er in legt, de warmte van haar liefde voor het kind, de behoefte, om den lezer van die liefde iets mee te deelen en hem er door te bezielen. Ook deze qualiteit brengt het boekje op een hooger plan.

Het moge dan niet een zuiver literair werk zijn als dat van Mevr. Cohen—de Vries — stylistiscli merkten we b.v. nog al wat onzuiverheden op - ^ 't is toch van zoo goed gehalte, dat het ook als zoodanig niet zonder beteekenis is.

De hoofdzaak echter blijft de evangeliseerende inhoud.

En die is voortreffelijk.


1) Uitgever is: La Rivière en Voorhoeve, Zwolle.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

„Moment-opnamen”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1925

De Reformatie | 8 Pagina's