GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-indrukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-indrukken

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVI.

Weer naar Assen.

Zoo zagen ivij dan Assen weer in een ander jaargetijde en dus van eon anderen kant.

Jammer, dat dit jaar de late herfsttinten niet zoo rijk geschakeerd zijn als anders wel het geval is.

Gaarne hadden wij ons vea-gewist, hoe het gevlamde herfstbont Drenthe's hoofdstad kleedde.

Maar daarvoor waren we niet naar Assen getrokken.

Do Synode schonk zelfs geen snipp!emurt3e'.; ^pj? §"^e!n' het bosch in te loopem.

Ook het weer lokte daartoe niet uit.

Toen wij uit den troin stapten kwam •^p^^lig ons tegemoet.

Niet alleen door zijn noordelijke maar obk'do'or zijn hooge ligging krijgt zVssen de koude wat vroeger dan Amsterdam.

Amsterdam en Assen scheelt een jas, hoorden we opmerken.

Doch de Asser broeders en zusters weten wat een gast toekomt.

De' oude kwartieren werden weer betrokken.

Het vuur van vroegere vriendschap behoefde niet opnieuw te worden aangemaakt.

Het brandde vanzelf.

En ook zij, die in hotels waren ondergebracht, waren al spoedig in verwarmende konversatie gewikkeld,

De temperatuur in het kerkgoibouw was ideaal.

De gaskachels doorstraalden heel de ruimte en verlireven alle kilheid.

Wie met het probleem van doelmatige kerkverwaruiing worstelt, informeere maar eens bij den korkeraad van Assen.

De samenstelling

Nieuwe gezichten waren er weinig.

Wel waren er primi door secundi vervangen, Ihaar deze hadden in den regel ook vroeger al "eens geranplaceerd.

De voornaamste verandering was wel, dat Gelderland naast Dr Keizer niet door Ds Kunst, maar door Ds Renting van Winterswijk Avas vertegenwoordigd.

En dat onr minder aangename reden.

Gelijk men in de bladen heeft kunnen lezen, had hij juist in een der zièkeninrichting& n te xlmsterdam een beenoperatie ondergaan.

Een man als Ds Kunst wordt altijd gemist.

Zijn optimisme, jovaliteit en hulpvaardigheid maken hem tot een gewild persoon.

Mij is overal voor te vinden.

Geen werk acht hij te gering.

Als er soms op de Synode een houthakker of waterputter moet zijn, dan biedt hij er zichzelf voor aan.

Hij waarschuwt nog eens extra, als de postbus wordt weggehaald.

Hij springt in, als er van de perscommissie iemand afwezig is.

Hij haalt, wie door de Synode genood is, van den trein.

Hij is altijd in aktie en geeft zich geheel.

Het zal wel een zware geduldproef voor hem geweest zijn, zoolang stil te moeten liggen.

Geve de Heere, dat hij spoedig geheel hersteld tot de._zijnen terugkeere.

Ds Lamaji was er weer.

Miet alleen voelde hij zich sterk genoeg om zijn pastoralen arbeid te verrichten, maar als blijk van verhoogde gezondheid nam hij ook weer zijn plaats als assessor in.

Zoo zat er dan nu een vijfmanschap achter de groene tafel en ik moet zeggen: vijf staat \\T3J zoo dekoratieit als vier.

Ook Prof. Lindeboom was op het appèl. ,

Op zijn leeftijd vind ik dat in hot gure jaargetijde wel een beetje een waagstuk.

Maar wij hebben ons gelukkig vergeefs bezorgd gemaakt.

JJet schaadde hem blijkbaar aiiet weer in do voorhoede te staan.

Juist had hij zijn zestigjarig pri'dikantsjubileum achter den rug.

Ook de drukte bij die gelegenheid had hem geen kwaad gedaan.

Frisch, levendig en slagvaardig als ware hij de vijftig nog niet gepasseerd, sprak hij zija woord in de-beraadslagingen mee. \

Op vergaderingen is luj in zijn element.

Toch was het niet dat, wat liem naar Assen dreef.

Hij is er diep van doordrongen, dat onze kerken' kritieke dagen doorleven.

En zoolang er nog levenskracht in hem is overgebleven wil hij die wijden aan de kerken, welke hij zoo lang in trouwe liefde heeft gediend.

Het inleidend woord van den Praeses.

Wie er ook in zijn element was, was de Praeses.

Hij 2rou geen openingsrede houden.

Die zou misplaatst zijn, vond hij.

Maar hij brengt ons daardoor in ongelegenlieid. Want hoe moeten we nu zijn woord noemen, waarmee hij de vergaderingen van de voortgezette Synode opende?

Eigenlijk had ik mij het bogin anders gedacht.

Ik verwachtte slechts een korten hamerslag met ©en daarbij gevoegd: hiermee heropen ik de Synode.

Immers stond het wel vast, dat wilde de Synode ditmaal spoedig afloopen, alles moest vermeden, wat haaj' ook maar eenigermate verlengen zou. • '

Nu wij echter in één week gereed zijn gekomen, beeft stellig niemand van de Synodeleden er spijt van, dat Ds Fernhout nogmaals een openingsrede hield, al mag die dan ook niet ©en openingsrede heeten.

Het was eon genot haar te hooron.

Zich baseerend op Efeze 4 overzag Ds Fernhout den kcrkelijken toestand van het oogenblik.

Hij voelde zoo juist aan, wat er , in de Synode leefde, toen hij sprak over een wolk van droefheid, waaronder de Synode samenkwam.

Ik zei, dat wij onder een wolk van droefheid saamkwamen en heb daarmee uitgesproken wat wel allereerst uw aller hart vervult. Er is smart in onze zielen over wat in het leven onzer Kerken benauwt en verontrust. Smart over zooveel dat wij verloren, over broeders en zusters 'die zich van ons afkeerden, over Kerken, die de gemeenschap met ons braken, over de twisten en verdeeldheid die ons Geref. volk meer dan ooit schouwspel maken voor heel ons land, over de verdeeldheid en versdheuring in families en huisgezinnen. Om dit alles schreit onze ziel - gedurig voor God en 't is waard besohreid te worden. Als wij al deze droeve dingen voorbij onzen geest laten gaan en er ons door laten toespreken, behoeven wij toch niet te vergeten, dat dit alles wa/t wij noemden niet het ergst is en voor ons niet het bitterst mag zijn. Het ergst en het bitterst moet ons zijn dit, dat zij die elke band met ons dreigen te verscheuten, toch — naar onze liefde gelooft en hopen blijft — leden van één lichaam zijn, een lichaam dat het minst van alle geweld duldt en breuke draagt, het lichaam van onzen Heere Jezus Christus. Laat de droefheid daarover in ons leed den grondtoon geven, • ook in dit ons samenzijn. Ze zal onzen arbeid richten en heiligen en vruchtbaar maken voor den opbouw van 's Heeren Kerk en voor het 'herstel van elke breuke, die te herstellen valt.

En wat is er niet te herstellen, als de liefde heerscht welke God instrument maakt van de Zijne.

Krachtig verdedigde hij voorts de Synode tegen eenige aanklachten, welke tegen haar waren ingebracht.

Vooreerst tegen , deze, dat niet de broeders, die ons verlieten, maar de Synode zelf scheuring .veroorzaakte en een breuk sloeg.

Of zullen wij misschien onze droefheid het zwijgen moeten opleggen en elke zucht terugwijzen voor zelfaanklacht? Zoo zeggen het de broeders en zusters, die zich van ons afkeerden. Zij werpen ons voor de voeten, . dat wij zelf oorzaak zijn van de breuk, waarover wij treuren. Zij verwijten ons, dat wij ontzonken zijn aan de hooge roeping, die Paulus in Efeze 4 elk lid van de Kerk des Heeren, maar haar ambtsdragers in het bijzonder, met zoo groeten nadruk voor'houdt, dat wij de leden van het lichaam hun plaats, hun recht, hun roeping in het lichaam betwisten. Zij zeggen, dat wij heibben aangetast de libertas prophetandi, ons hebben vergrepen aan de zelfstandigheid, vrijheden en redhten der plaatselijke Kerk. Van de vrijheden en rechten spreekt men alsof dat het kostelijkst goed was, dat de Heere aan Zijn Kerken heeft willen geven en het hoogste doel, waarnaar zij hebben te streven. Maar bij deze beschuldiging strekt het Woord dat wij lazen zich als een schild over ons uit. Eiken dag is er voor ieder onzer in eigen ambt en kring en voor ieder onzer Kerken een taak om dienstbaar te zijn, neen, niet aan wat wij ons eigen kerkje noemen, maar aan den opbouw en vastheid en den wasdom van de Kerk van Christus. Daartoe roept ons Paulus op in Efeze 4; daaraan moet alles zich dienstbaar maken. En deze oproep krijgt nooit meer nadruk dan als wij, gelijk nu, de Kerken vertegenwoordigen in Generale Synode; die tastbare belijdenis dat wij als Kerken beseffen niet elk voor zich te bestaan, maar saam voor elkaar en allen ten dienste van het lichaam van Jezus Christus, waarom de plaatselijke Kerken in het kerkverband openJ^aring zoeken naar buiten. Daarom zullen wij niet schromen, als het moet, den persoon en de-Kerk in den weg te treden als wij achten, dat ruimte maken de geheele gemeenschap der Kerken en daardoor, althans voor ons deel, het lichaam van Christus schaden zal. Het was toch dat, wat wij hebben bedoeld en. gezocht in elke uitspraak die bij velen in het vaderland bitterheid en verzet hebben gewekt.

De tweede aanklacht, welke hij ontzenuwde, is deze, dat onze kerken blijkens de Synodale beslissingen, vervallen tot leorheihglieid.

Een andere aanklacht, die men tegen ons opwerpt, is deze, dat wij in angstvallig en benepen waken over de zuiverheid van leer, voor trouw aan de belijdenis den voet hebben gezet op den weg der leerheiligheid. Voor zoover in deze beschuldiging waarschuwing liggen kan, mogen wij allen onze ooren openzetten.

Maar als men onzen ijver voor de zuiverheid van de leer, ons ojDkomen voor de majesteit der Waarheid, zoekt te vonnissen met een beroep op, een eenzijdig accentueeren van de praktijk des levens, van de mystiek in het lichaam van Christus, dan teekenen wij daartegen op grond van Efeze 4 verzet aan.

Efeze 4 verzuimt niet te zeggen, dat wasdom allereerst bestaat in opwassen van de kennis, het herinnert ons dat die Christus riep om zijn lichaam te dienen, allereerst zijn bedienaars des Woords en van de Waarheid, apostelen, profeten en leeraren. En zeker de Christelijke praktijk heeft haar recht naast de belijdenis, maar als de Waarheid naar het vermaan des . apostels betracht zal worden en daardoor het lichaam van Christus opwassen, moet die Waarheid er zijn, worden erkend en aanvaard. Daarom hebben wij ons niet vergist als wij in verzet zijn gekomen, toen God ons riep pal te staan tegen alles wat de majesteit des Woords aanrandt.

De derde aanklacht, waarbij zoowel Dr Geelkerken c.s. als Prof. Haitjema als beschuldigers optreden, komt ierop neer, dat de Gereformeerde Kerken bezig zijn te jVerdinglichen", te „verzakelijken", of zooals Ds Fernout het noemde te steriliseeren en te mechaniseeren.

Een derde aanklacht is, dat wij bezig zijn het leven onzer Geref. Kerken te steriliseeren en te mechaniseeren; maar men verzuimt voor die beschuldiging ook maar een enkel getuigenis aan te voeren. Wij kunnen daarom ons hoofd niet breken over de vraag of deze beschuldiging recht heeft, maar willen er toch dit antwoord op geven, dat wij onze ziel wijd open zetten voor het deel des Woords, dat wij gelezen hebben. Dat dit er ons aan herinnere, dat de Kerk een lichaam is, het levend lichaam van onzen Heere Jezus Christus, tot wier opbouw wij geroepen zijn en laat ons zoeken met al de teederheid en heilige bedachtzaamheid, die iedere aanraking van dit lichaam eischt, op elk deel onzer Synodale taak in te gaan. Maar laat ons dan ook niet vergeten, dat ieder die geroepen wordt tot verzorging van een lichaam als onze artsen, geroepen wordt in te grijpen. Daarom, denkend aan het lichaam, moéten wij niet vergeten, dat waar besmetting van buiten indrong of verwording van binnen uit zich openbaart, ingrijpen, pijnlijk ingrijpen noodig kan zijn. Daarbij moge ons leiden de ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, waarmede de apostel de geloovigen vermaant elkander te dragen, en te bewaren de eenigheid des geestes, in den band der liefde, waardoor wij in staat zijn onzen pijnlijken arbeid te verrichten met het geduld, de toewijding en volharding, die noodig zijn om dienstbaar te zijn aan den opbouw en wasdom van het lichaam van Jezus Christus.

Wijze woorden, welke geheel Gereformeerd Nede: *land, dient te hooren.

Nogen zij ook op onze schismatieke broederen en zusteren imh-uk nraken.

Niet de Synode heeft het Gereformeerde Isra'U beroerd.

Niet de Synode Keff liet evenwicht tusschen leer en iiraktijk tusschen belijdenis en wandel verbroken.

Niet de Synode heeft het levende tegen het doode, het levende AVoord Gods tegen een op zichzelf dood bock ingeruild.

De schuld ligt elders.

Afscheidscollege van prof. Geesink.

Prof. Geesink heeft de goede gewoonte, elders gevolgd, om bij het neerleggen van het hoogleeraarsambt een afscheidscollege te geven, aan de Vrije Universiteit geïmporteerd.

Door de bijzondere gave hem geschonken heeft hij alle sentimentaliteit onderdrukt en al te benauwende wierookgeuren door gezonde ventilatie den weg naar buiten gewezen.

Het was een middag vol weemoed.

Even werd dit poor prof. Geesink getoucheerd.

Maar het werd door hem niet uitgewerkt.

De humor begroef in het afscheidscollege het sentiment.

Daarin bleef de aftredende hoogleeraar zichzelf gelijk. Ook hem heeft het leven teléurstelHngen en verdrietelijkheden gebracht.

Maar hij wist die steeds te verbergen achter het artistiek bewerkte schild van den humor.

Met hem treedt uit den aktieven dienst onzer Vrije Universiteit een man met groote en zeldzame talenten, een veelzijdig geleerde, een artistieke persoonlijkheid, een. vergrijsde met een jong hart, een aangenaam causeur, een niet het minst voor studenten aantrekkelijke figuur, de laatste vertegenwoordiger uit den klassieken tijd onzer hoogesohool, een ontvankelijke voor nieuwe ritselingen, zoo ze zich slechts verdroegen met de Calvinistische beginselen, een nederige van hart, een....

Doch nu zouden wij komen op een terrein, waarop wij hem persoonlijk leerden kennen.

Hierboven gaven wij uitdrukking aan wat ieder, die

met hem in aanraking kwam, in hem moest zien.

Gelukkig is de band met prof. Geesink nog niet verbroken.

Moge die nog lang kracht oefenen.

De Heere beschikke onzen leermeester en collega .een levensavond, waarin de Zon van Zijn gunst heel zijn leven zet in het goud van trouw.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Synode-indrukken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's