GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Modernistische Geloofsbelijdenis. III.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Modernistische Geloofsbelijdenis. III.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vraag: hoe worden de artikelen van Dr Hooykaas als persoonlijke weerspiegeling van gemeenschappelijk geloofsbezit gedeeld, moet alzoo geantwoord: in twee deelen. Ten eerste naar den zielkundigen Inhoud. Ten tweede naar de dogmatische uitbeelding.

Die tweedeeling geeft te denken.

Mag er uit opgemaakt, dat de „doginatische nitbeelding" niet tot den inhoud van het modernistisch geloof behoort?

Dogmatische uitbeelding zielkimdige i n h o u d. staat hier , tegenover:

Dit kan, dunkt ons, kwalijk anders worden uitgelegd, tlan dat het tweede deel dezer artikelen naar den inhoud gelijk is aan het eerste deel, maar in een bijzonderen vorm, hier als dogmatisch, ingediend, wordt gekleed.

Het vindt ook steun in wat de auteur schrijft als hij aan de „dogmatische uitbeelding" toe is: „Zoo hervattenwi] en beginnen als 't ware opnieuw, wanneer wij na onze Mijde erkenning van het geloof in den Zin van het leven, van onze Vrijheid, van het eeuwige Oordeel, onze persoonlijke Roeping en do menschelijke Gemeenschap, nu ons geloof gaan formuleeren in rechtstreeks godsdienstige uitspraken".

Dat: w ij beginnen als het ware opnieuw, geeft ons recht aan te nemen, dat het tweede deel een herhaling is van het eerste, maar dan op andere wijze voorgesteld.

Is deze konklusie juist, dan worden deze geloofsartikelen daardoor feitelijk tot vijf teruggebracht.

En dan wordt zij nog armer dan zij in het begin ons reeds toeleek.

Want ja, dit moet wel de eerste indruk zijn, welke deze geloofsbelijdenis wekt: wat is het geloofsfonds van de modernistische gemeenschap toch minimaal.

Als een richting zich begint baan te breken, kan zij met één kernwoord dikwijls volstaan.

Maar de modernistische richting loopt zoo zachtjes aan tegen de honderd jaar.

Zij heeft aan hevige bestrijding blootgestaan.

Zoo zij al niet uit zichzelf tot nadere bezinning over haar geloofsbezit kwam, moest zij toch door aanvallen van buiten daartoe zijn geprikkeld.

Wie dat in het oog houdt, wordt door het getal dezer geloofsartikelen, dat tot vijf te beperken is, al aanstonds teleurgesteld.

Is dat Naomi?

Is hier een geestelijke zoon van Scholten en Opzoomer aan het woord?

Is wat hij hier uitspreekt alles, wat uit werken als d3 „Leer der Ned. Hervormde Kerk" tot blijvend bezit is geworden?

Dan is de rivier van het modernisme, die vol wat& rs scheen, wel tot een beek Krith geworden, welke op het IHmt is uit te drogen!

To: eh willen we deze geloofsbelijdenis niet naar het kwantitatieve, maiar naar het Irwalitatieve beoordeelen.

En zeer zeker wordt daarmee het modernisme getypeerd, dat de mensch en zijn leven liet eerste airtiifcel vormt.

Do tegenstelling met het apostolische svmbool valt hier dadelijk op.

„Ik geloof in den zin van het leven" heeft het „ik geloof in God, den Vader" van zijn pla: ats gedrongen.

Men kan tegenwerpen, metbode is. dat dit een kwestie van

De psychologie van den godsdienst geeft in nietorthadoxe en ook wel in enkele zich als orthodox voordoende kringen den toon aan.

Van uit de ziel, haar gewaarwordingen, haar bewustzijn, .haar gevoelens, ha; ar behoeften wordt dan bet geloof opgebouwd.

Maai het is juist deze methode, die in naJam van ons algemeen ongetwijfeld christelijk geloof moet warden gewraakt.

Het „ik geloof in den zin van het leven" toont, waar men me' deze methode belandt.

Do mensch wcrdt tot het centrum van het geloof gemaakt ,

Om hem beweegt zich alles.

God is niet meer daa een postulaat van zijn zielen leven.

Het principieele verschil kon niet duidelijlcer worden aangegeven.

Hoc leeg is daarom reeds het modernistisch geloof.

Als God moet worden afgeleid uit den mensch, hoe hol moet dan het Godsbegrip niet Avorden.

Want wat is de mensch, die niet eerst van God is vervuld!

Dr Hooykaas behoort niet direkt-tot de hnks-, ook niet bepaald tot de rechts-modemen, maar neemt een meer synthetisch standpunt in.

Daarom geeft hij wel eenigszins uitdrukking aan wat in bet moidernisme over heel de linie leeft.

Van, heel dat modernisme geldt het: God komt achter den mensch aan.

Men kan zoo roerend schrijven over den Eeuwige, het Al)solutc, de Liefde, de Vader in de hemelen als mem wil, maar God kan in dat stelsel rLooit tot zijn eer komen.

De mensch zelf staat daarbij in den weg.

Het Humanisme kan zich hier soms hl fijne vormen openbaren.

Het blijti Humanisme: vereoring van den mensch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Modernistische Geloofsbelijdenis. III.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's