Jezus’ succes.

Het lijkt al dadelijfe iheel goed te gaani mei Jeaus. Hij Iwett bevolea: „Bekeert u", en. Hij heeft geroepen: „Volgt mij aa", en. zij zijn. gekomen, zijn discipelen; zg zijn gekomen, de menschen van all© kanten.

Zijn gerucht ging uit en vele scharen volgden Hem na.

Het lijkt wel dat bet met Jezus heel goed gaat, «n het konitokrijk van Koning Jezus lijkt wel op Jona's W'Onderboom.

Ete schate hoorde straks zijn rede op den berg: zij is bewogen.

Wat zouden we oas verheugen in zoo'n succes voor Jezus.

Het komt er toch maar op aam of de menschen Jezus volgen willen.

We moeten toch, zoo zegt men in onzen tijd, er prijs op stellen, dat zoo velen door Jezus bekoord worden.

Het zijn toch allen discipelen van Jezus, die onder den indruk zijn van de heerlijkheid, van het indrukwekkende, van dan Koning van Kerstfeest.

„En Jezas wist van den beginne wie zij waren die niet gedoofden." Straks gaan zij weg bij tienen en brj twintigen, straks verdwijnt de massa.

Enkelen sloohts blijven over.

En als Jezus hen vraagt: „Wilt gijljeden ook niet weggaan? ", dan is het antwoord: „Heere, we kunnen niet".

Daar is wat gebeurd, waardoor de schare weggaat. Jezus heeft laten zien - dat Hij niet is de man, die 'bewcinderd wil worden, dat Hij niet is degene, die deö natuurlijken mensch iets geeft, dat de natuur aangenaam is. Hij heeft het duidelijk gezegd: „gij hebt geen leven in uzelve, tenzij dat gij het vleesch van den Zoon des Menschen eet, en Zijn bloed drinkt".

Daai' ligt de sicheidingslijn. Jezus' bloed trekt de ^rens tussohen bewondering en geloof. Jezus verbroken lichaam maakt scheiding tusschen de massa die Jezus V'Olgt, en de enkelen die Hem niet kunnen missen.

Aoh, laten we het toch ook in onzen tijd niet vergeten, dat er vel© valsche Jezusbeelden zijn. Laten we tOiOh niet denken dat Jezus er prijs op stelt dat we alles, wat zich naar Hem noemt, ook beschouwen als aan Hem gebonden.

Jezus zedf ziet er niet tegen op de honderden, d© duizenden af te stooten als het gaat om de waarheid. Hij ziet er niet tegen op om van de velen weinigen over te houden als het erom gaat de menschen te laten belijden, dat alleen Zijn bloed Zijn beteekenis is. Jezus heeft meer aan de weinigen die Hem verstaan, dan aan de velen die „Hosanna" roepen, maar Hem niet geloioven zooals Hij geloofd wil worden.

En gij, en wq, verstaan we, gelooven we wat dat is, Jez: us toch lief te hebben. Zijn vleesch te eten, Zijn bloed te drinken, en het eeuwige leven te hebben?

Om dat te begrijpen moet alles wat onze boozo natuur aan ons is, sterven, moet zelfs onze natuurlijke bewondering er onder, ook onze bewondering voor Jezus

Er moet niets over blijven dan de kreet: „Mijn Goei, mijn Borg, mijn Zondevernieler!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen