GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Waar Oost en West elkaar ontmoeten”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Waar Oost en West elkaar ontmoeten”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Ongetwijfeld is de kennis van de verschillende godsdiensten voor den zendmgsarbeid van de grootste beteekenis.

Het Nederlandsch Bijbelgenootschap heeft dit reeds jaren geleden ingezien en „taalgeleerden" uitgezonden, die niet alleen de taal hadden te bestudeer©n, maar daarbij ook alle aandacht hadden t© wijden aan de godsdiensten en godsdienstige gebruiken. Wij behoeven maar namen te noemen van dr Kraemer, dr Onvlee, om deze opmerking waar te maken. En ook onze zending heeft door de benoeming van dr Bakker aan dit streven huldie gebracht.

Er kan echter nog veel meer gedaan worden. En het is vooral prof. Rudolf Otto, die de ziel geworden is van een beweging, die wel in zeker qpzicht buiten de zending omgaat, maar toch naar haar aard en streven er oj) het nauwst mee, , verbonden wordt.

T© Marburg toch is opgericht een Internationaal Instituut voor vergelijkende studiën van de verschillende godsdiensten, waarvoor bet Ministerie van Onderwijs van Pruissen 40.000 mark gai.

Het doel is voorzeker, om de godsdiensten wetenschappelijk te bestudeeren en onderling te vergelijken; maar men wil er ook alle godsdienstvormen vertegenwoordigd zien d'oor de aanwezigheid van de voortbrengselen van letterkunde, modellen van tempels, beelden uit het godsdienstig leven van het volk_, religieus© symbolen enz. De attributen dus, die bij de verschillende godsdiensten behooren, moeten worden verzameld, en vooral die voorwerpen, die op de beste wijze een beeld geven van de ontwikkeling der vreemde godsdiensten.

Tevens wordt het van belang geacht, dat d© vertegenwoordigers der godsdiensten met elkander in aanraking komen, om elkander in te lichten over het wezen en de uiting hunner godsdiensten. Zelfs was 'het plan gemaakt voor het houden van ©en groot internationaal congres van godsdiensten.

Nogmaals, eigenlijke zendingsarbeid is dit alles niet; maar dat de vruchten van dezen arbeid voor het werk der zending van groot belang kunnen zijn, behoeft geen betoog. Bovendien staat het vast, dat bovengenoemd instituut zijn doel niet kan bereiken zonder den steun der zendehngen; en prof. Otto erkent zelf, dat in het instituut een behoodijke plaats zal worden toegekend , aan die zending, einj rekening zal worden gehouden met bet resultaat van het zendingswerk. ••

Het verwondert ons dan ook niet in het Hoek „Waar Oost en West elkaar ontmoeten" een breed© plaats te zien gegeven aan de beschrijving der zending.

Dit boek is ©en reisbeschrijving, opgesteld door den Zweedschen predikant Forell, die met prof. Otto naar Engelsch-Indië trok, om voor zijn instituut allerlei gegevens te v©rzamelen.

Het boek van bijna 300 bladzijden is boeiend van het begin tot het eind. De fijne illustraties make» het lezen te aangenamer. Ds Forell verstaat dei kunst van vertellen. En omdat hij in gezelschap was van prof. Otto, kwam hij in aanraking met d© vertegenwoordigers van het Indisch© volk, en werd! hij toegelaten op plaatsen en in kringen, waar ©en vreemdeling anders buiten blijft. Dit alles maakt het reisboek buitengewoon belangrijk. De uitgever Ploegsma te Zeist heeft het boek prachtig uitgegeven, zoodat inhoud en vorm treffend samenstemmen.

Het ligt niet in de bedoeling van dit artikel het streven van het Internationaal Instituut te beoordeelen; anders ware daarover wel ©en critische opmerking te maken; het schijnt ons toch toe, dat prof. Otto, en ook zijn metgezel, teveel het wez©nsverschil tusschen Christendom en andere godsdiensten uit het oog verliezen. Maar gaarne erkennen wij, dat de Christen, die het EvangeUe gaat preldifcen, de roeping heeft d'e godsdiensten van andörCT. met liefde naderbij te treden, en ©maar staan moet niet af te stooten, maar te winnen.

In deze rubriek vestigen wij aandacht op het boek uit oorzaaJc van de beschrijving, die het over de zending in Engelsch-Indië geeft. Zeker, het is niet de bedoeling geweest van den schrijver het zendingswerk als geheel te overzien en systematisch' uiteen te zetten; , dan moeten wij het boek van prof. Richter ter hand nemen, „Indische Missionsgeschichte", een standaardwerk. Maar ds Forell heeft persoonlijk heel wat van den zendingsarbeid in^ Indië gezien, en laat bet ons weer zien, zóó, dat het ons nooit meer loslaat.

De zending heeft in Indië met zeer groot© moeilijkheden te worstelen, grooter wellicht dan ergens elders. „Wij spreken altijd van Indië als een land, maar bedenken niet, dat zijn 320 millioen inwoners zich bedienen vaii een ontelbaar aantal talen en' dialecten. Behalve zekere talen van onbeduidend© afstamming, bestaan er ongeveer e©n 20-tal verschillende, die ©Ik ongeveer door 10 millioen menschen gesproken worden en die evenzeer verschillen als onze Europeesche talen. Zestig millioen Indiërs zijn Mohammedanen, 240 millioen Hindoes. Daar de zending onder de Mohammedanen nu evenals vroeger van weinig beteekenis is en geringeni vooruitgang heeft te vermelden, is hoofdzak'dijk het Hindoeïsme het arb©idsv©ld voor de Christelijk© zending.

Maar evenals Indië als land in zich bevat een groot aantal stammen en volkeren, talen en dia-

214 lecten, zoo omvat ook het Hindoeïsme als godsdienstvorm een onafzienbaar aantal secten en richtingen, die een uitgebreide hoeveelheid religieuse ontwikkelingsstadia vertegenwoordigen. Elke godsdienst is als een rivier, die zich in de zee uitstort, het Hindoeïsme is een oceaan; heeft iemand gezegd, en deze voorstelling geeft een aannemelijk beeld van dat zeldzame complex, dat in zijn geheel het Hindoeïsme uitmaakt".

Toch wint het Christendom veld in Indië. Ziedfs is zeer opmerkelijk, dat de Hindoes en ook de Mohammedanen, de werkmethode der zending overnemen en nadoen. „Het zou een oneindig belang!wekkender en leerzamer hoofdstuk in de geschiedenis der Chr. zending wezen, wanneer men op dergelijke uitvloeisels van de zending trachtte te wijzen, dan om het resultaat mee te deelen, dat wij gewoon zijn te lezen in de statistieken omtrent doop en aanneming".

Het is bekend, dat de vrouw in Indië zeer achteruit wordt gezet. Miss Maya met haar boek , , Moeder Indië" heeft daarvan verschrikkelijke 'dingen verhaald. Toch wordt hier veel overdreven. „Men kan de waarde van dit boek (n.l. Moeder Indië) ongeveer schatten als van een geschrift van een Oosterling, die een paar weken heeft rondgedoold door de armste buurten van Londen of in het gevaarlijkste zeemanskwartier van Hamburg en Maxsedlle, en heeft verkeerd met de grootst© misdadigers van New-York, en dan zijn ervaringen onder den aanmatigenden 'titel van „De Ziel van het Westen" als een beeld van Europa zou uitgeven".

Hiermee wordt niet ontkend, dat de toestand droevig is; maar de zending dringt tot in de Zenana's door. Zelfs bezocht ds Forell een meisjesschool; en merkwaardig genoeg, zaten daar de kinderen van. voorname Brahmaansche families naast kinderen uit de laagste volksklasse. „Wat zoo iets beteekent voor de ontwikkeling van het gevoed van saamhoorigheid bij een volk, is moeilijk te overzien".

Dat de zendelingen ook medische hulp moeten bewijzen, ligt voor de hand. „De gemiddelde menschenleeftijd in elk land is toch zoo ongeveer 60 jaar, maar in Indië is dit cijfer beneden de 30. Bepaald bedroevend is het cijfer van de sterfte onder de kinderen. In elk land is de verhouding, dat er van elke 1000 kinderen die.overlijden ongeveer 64 in het eerste levensjaar sterven, doch in Indië bedraagt dit getal 300, d.w.z. vijfmaal zooveel. Jaarlijks sterven in Indië, in Februari, ongch veer 4 miUioen menschen, hoofdzakelijk aan malaria; en hoeveel menschen den hongerdood sterven staat in de statistieken niet aangegeven. Door de mislukking van den oogst kan dat evenwel ook op vele millioenen worden geschat. Wie wil hier optreden als de barmhartige Samaritaan? Is het bij zulke hooge cijfers nog noodig te-zeggen, dat dokterszendelingen hoognoodig zijn? "

Daarbij is er nog zooveel ellende, waartegen mo©t worden gestreden. Natuurlijk, de zending brengt het Evangelie, en is geen sociale instelling met economische bedoelingen. Maar kan zij aan den maatschappelijken nood voorbijgaan? Hier doen zich vele moeilijkheden voor. Ds Forell deelt mee, hoe zending en Hindoesche reformbewegingen ^, bro©derlijk" samenwerken ten opzichte van sociale hervormingen. Zoo strijden Hindoes en Christenen zij aan zij tegen de verbranding der weduwen, de kinderhuwelijken, de behandeling der paria's en andere misstanden. Hierin is ook de invloed der zending niet te miskennen, want al die misstanden staan met het Hindoeïsme in het nauwste verband.

Dat de zending ook door het nationalisme is aangeraakt, spreekt vanzelf.

Tevens vestigt ds Forell de aandacht op „moderne zendelingen en zendingsmethoden". Doch •hierover spreken wij in een slotartikel.

Op verzoek van den 'heer Schwier, Secretarisbestuurslid van „Jachin", plaatst de Redactie het navolgende stukje over:

„Jachin" en de Zondagsscholen.

In onzen tijd zoowel in de stad als op het platte land is het werk der evangelisatie dringend noodig.

Vervreemden en afgedwaalden van de waarheid zijn er niet bij honderden, maar bij duizendtallen en onder hen talloos veel kinderen.

Bij allen geestelijken rijkdom, die ons volk en land nog bezit, is er een schreiende geestelijke armoede.

Een der beste middelen, zoo niet het beste middel, in het werk der evangelisatie is nog steeds de Zondagsschool.

Naast het kind wordt hier het gezin bereikt.

Sticht daarom Zondagsscholen, waar ge zoo mogelijk maar eenigszins kimt.

Laat geen poging daartoe ongebruikt.

Sluit U met uw arbeid aan bij „Jachin", onze Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging, die dit werk op de best georganiseerde wijze verricht.

„Jachin" geeft LJ kostelijke voorlichting in haar Handboek, Zondagsschoolrooster, door haar Maandblad „De Zondagsschool" en door tal van andere uitgaven. , , .

„Jachin" biedt U steun, in elk opzicht, zoo noodig ook financieel.

Men wende zich daartoe tot den heer P. Koster te Valthermond Oost, en voor de uitgaven tot den heer A. Verleur, Schoterboschstraat 4 te Haarlem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

„Waar Oost en West elkaar ontmoeten”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1931

De Reformatie | 8 Pagina's