GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Zending der Herrnhutters.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zending der Herrnhutters.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Chr. pers werd eenige weken geleden een schrijven gepubliceerd van het „Uitvoerend Comité Herrnhutter Zendingsjubileum", met een bijlage, waarin het een en ander werd meegedeeld aangaande den zendingsarbeid der Broedergemeente.

Ook aan „De Reformatie" werden deze stukken toegezonden met verzoek ze te plaatsen. Dat wij' aan dit verzoek geen gevolg gaven, vond niet zijn oorzaak in onwelwillendheid; maar allereerst hebben onze lezers van de officieele stukken reeds kennis genomen in andere bladen; en bovendien lag het in onze bedoeling zelf een artikel over de zending der Broedergemeente te schrijven.

Stof voor zulk een artikel wordt ons o.a. overvloedig geboden in een boekje, dat als jubileumuitgave verscheen onder den titel: „Auf der Hut des Herrn" met den ondertitel: „Rückblick auf zweihundert Jahre Hemnhuter Missionsgeschichte". Schrijver is dr S. Baudert, zendingsdirector te Hermhut.

Er is heel veel lectuur over de broedergemeente en haar zending; in grootere werken wordt in bijzonderheden afgedaald, en deze zijn meer bestemd voor de „vakmenschen"; in de kleinere wordt een onderdeel van den arbeid besproken, maar ontbreekt een generaal overzicht. Maar voor een ieder, die gaarne in een kort bestek het geheel van het Herrnhutter zendingswerk voor zich wil hebben, is bovengenoemde jubileumuitgave uitstekend geschikt; en wij bevelen het dan ook hartelijk aan.

Het boekje is 150 bladzijden groot, maar als het met wat grooter letter gedrukt was geworden, zou het gemakkelijk een boek van 300 blz. zijn geweest.

Dr Baudert is als zendingsdirector meer dan iemand anders thuis in het zendingswerk der Broeders; daardoor wordt het hem ook mogelijk de overweldigende hoeveelheid stof op doelmatige wijze te schiften, zoodat wij niet teveel krijgen, maar genoeg.

Zelden hebben wij zendingslectuur gelezen, welke zoo pakt en boeit als dit boekje. Wat ons van den arbeid wordt meegedeeld is meermalen een spaanend drama; en zijt gij eenmaal begonnen te lezen, dan rust ge niet, voordat gij het „uit" hebt.

Voegen wij er nog bij, dat talrijke fijne illustraties den tekst versieren en het slechts f 1.50 kost, dam zijn wij met onze aanbeveling klaar.

De Broedergemeente is zonder tegenspraak de oudste zendiügscorporatie. Er werd natuurlijk wel vóór 1732 aan zending gedacht en gedaan; de geschiedenis van ons eigen land leert dit; maar als in de 17e eeuw het Evangelie gepredikt wordt in ons Indië, worden deze „zendelingen" door de Oost-Indische Compagnie betaald; van haar ontvangen zij hun instructies; en als de Compagnie in elkaar zakt, gaat ook de zending stuk. En al hebben met name de classes Amsterdam en Walcheren zich met het werk bemoeid, men kan toch niet zeggen, dat de Gereformeerde kerken zendingskerken waren.

De Broedergemeente was en is zendingsgemeente; zij leeft voor de zending. In haar midden, in haar hart is ©en geweldige expansiezucht; zij' wil zich uitbreiden, of liever: zij wil het Evangelie van het Godslam verbreiden over heel de aarde. En merkwaardig is het, dat zij de moeilijkste, de onherbergzaamste streken en volken bij voorkeur zocht.

Mede daaraan moet het wellicht worden toegeschreven, dat de vruchten van haar arbeid voor het menschelijk oog niet zoo groot zijn, als wij na den ontzettend ingespannen arbeid en buitengewone zelfverloochening, met opoffering van de uitnemendste krachten, zouden hebben verwacht.

Ook was de zendingsmethode niet altijd de juiste. Dr Baudert erkent dit zelf. Neem maar de uitzending der eerste zendelingen in 1732, David Nitschmann en Leonhard Dober; zij zouden onder de negerslaven in West-Indië werken. Den 2l€ia Augustus des morgens 3 uur verlieten zij Hermhut; gra!af van Zinzendorf bracht ze in zijn wagen tot Bauszen; en toen moesten ze zich maar redden; zij wandelden over Wernigerode en Hamburg naar Kopenhagen, waar zij op een schip den overtocht naar St. Thomas moesten verdienen; als zij 13 Dec. in Tappus landden, hadden zij geen enkele aanwijzing hoe het werk te beginnen; zij zouden zich alleen laten leiden door den Geest van Christus!

Zoo gingen in 1768 zendelingen naar de Nicobaren, een eilandengroep tusschen Malakka en Sumatra, toentertijd in de macht van de Deensch© Compagnie, maar zoodra de Herrnhutter zendelingen er waren, nam de Compagnie haar kooplieden weg, en droeg eenvoudig de zorg voor dan handel aan de zendelingen op. Dat liep natuurlijk! op niets iiit; maar na de instorting van den handel moesten de zendelingen voor zichzelf zorgen; zij kenden de taal van het land niet, en: waren ook niet in staat die te leeren; door tropische ziekten werden zij ernstig bezocht; soms kregen ze in verscheidene jaren geen berichten uit het vaderland; hun invloed op de inwoners was minder dan niets enz. In 1788 werd eindelijk Üe zending opgeheven, die aan 13 der 23 uilgezonden Broeders het leven had gekost, en de 10 overgeblevenen bezweken ook nog voor een groot deel; slechts een paar keerden terug naar hun vaderland.

Ho© aangrijpend is de historie der zending onder d© Indianen!

In 1740 reeds werd er een aanvang g©maakt. Bij een bezoek van graaf van Zjnzendorf ia 1742 kon de doop aan de eerstelingen^ worden bediend. Geen zendingswerk leek ooit vruchtbaarder I En zie, alles werd vernietigd. Zoekt de schuld niet bij de Roodhuiden zelf, alsof deze door hun aikeerigheid van het Evangelie den arbeid onmogelijk maakten. Want het tegendeel was het geval. De oorzaak van de mislukking van hetgeen met zooveel zorg en liefde en zegen was opgebouwd, lag bij den „blanke". Hoe treedt hier de heldengestalte van David Zeisberger naar voren! Vooral jong© menschen, die de Duitsche taal ietwat machtig zijn, moeten dit hoofdstuk lezen; het is spannender dan eenige reisbeschrijving of detectiveverhaal. Trouwens, dit boek bevat hoofdstuk na hoofdstuk, dat zich leent voor behandeling op onze vereenigingen van jongelingen en jongedochters.

Wij zeiden het reeds, dat de Broedergemeente voor de zending leefde; toen graaf van Zinzendorf stierf in 1760 waren er reeds 226 zendelingen naar verschillende arbeidsvelden uitgezonden geworden. En hoevele honderden zijn niet na dien tijd gevolgd! Het is niet zoo, gelijk wel eens verteld wordt, dat ieder lid der gemeente verplicht is als zendeling uit te gaan. Men blijft vrij; en als men zich aanbiedt, wordt er strenge keur gehouden, de ernst der begeerte op de proef gesteld, en vooral met innige vroomheid nagegaan, of het naar den wil des Heeren is. ,

„De arbeid als geheel droeg een heroïsch kajakter", schiTJft dr Baudert, en dit is niet overdreven.

Het ging soms voorspoedig met het werk; maar altijd werden de hoogste eischen gesteld aan d© arbeiders, en met minder dan volle toewijding kon nimmer genoegen worden genomen; ja, de oogst© zelfverloochening was bijna altijd plicht. Dit beseffen wij temeer, als wij bedenken, in welke ijden de Broeders werkten, en in welke gebieden zij optraden.

En de zendelingen hebben hun zwaren arbeid kunnen blijven doen, omdat zij één waren en bleven et de gemeente, die hen had gezonden; zij werden edragen door liefde en gebed, dag aan dag. Acher de zendelingen stond maar niet een groep van zendingsvrienden, doch de levende gemeente, en en moet naar den tijd der apostelen teruggaan, m ©en zelfde beeld te vinden van hetgeen ons de Broedorzending te aanschouwea geeft.

Om deze oorzaak maakte de Broedergemeente vroeger ook geen propaganda voor haar arbeid. Er verschenen geen geschriften, geen circulaires, geen oproepen om steun enz. Met het resultaat van de zending bleef de buitenwereld zoo goed als onbekend. Alleen brachten Be zendelingen bij hun terugkeer verslag uit in het midden der gemeente; en dat verslag droeg het karakter van een getuigenis.

Het is ZOO; dat is nu veelszins anders geworden. Het werk groeide de Broeders volkomen boven het hoofd. Daarbij werd ook van andere zijde de zendingsarbeid ter hand genomen. De 18e eeuw ligt voor goed achter ons; de 19e, en nu de 20e - eeuw, hebben hun eigen vragen en eischen, ook voor de Broederzending.

Aan dit feit wordt een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Indien wij goed luisteren, is het, alsof ©r een toon van weemoed klinkt in hetgeen dr Baudert hierover schrijft. Het gevaar dreigt ook voor de Herrnbutters, dat het werk meer methode wordt dan geloof. Hiertegen moet gewaakt worden. Maar nog altijd blijft dit zendingswerk een eigen, duidelijk uitgesproken karakter behouden, en een geh€> el ©enige plaats innemen in het wereldzendingswerk onzer dagen.

Mee om deze oorzaak ook is iedereen dezen arbeid vriendelijk gezind. De Gereformeerde laat de Hervormde broeders voor hun eigen zendingswerk zorgen, maar voor de Herrnhutter-zending offert hij gaarne zijn penningske. 'Gelijk men weet, heeft de Broedergemeente te Zeist Suriname voor haar rekening genomen; maar zal zij voor Suriname kunnen zorgen, dan zuUen de kerken in Nederland haar moeten helpen.

Blijke vooral met haar 200-jarigen zendingsarbeid, dat de Christenen in Nederland de Herrnhutter zending liefhebben en steunen willen; ©n word© haar arbeid te Suriname van den Heere rgfcelijk gezegend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De Zending der Herrnhutters.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's