GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Opvoedings-onnatuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opvoedings-onnatuur.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

D© moderne levenshouding verloor in niet geringe mate het wezen van het kind en van bet jonge mensch uit het oog.

Op zichzelve is het uitnemend, dat kinderen en jonge menschen in hun ouders hun beste vrienden zien.

In een tijd, toen de afstand tusschen ouders en kinderen nog vrij groot was, werd het brave versje geboren:

„Mijn vacler is mijn beste vrind, Hij noemt mij steeds zijn lieve kind."

Maar er bestaat ook altijd nog de eisch: „Gij zult uw ouders ned'rig eeren". Al is dat' „ned'rig" dan ook in de berijming ingevoegd als verklarende exegese van het „eert uw vader en uw moedeir", het is toch niet kwaad.

Nu ligt de. juiste houding van het kind noch in de vreeze voor de ouders alleen, noch in het amicale jegens de ouders alleen.

Ook is het niet juist om te zeggen, dat de juiste houding tusschen vreezen en vriendschap inligt. Men placht de mooie uitdrukking „kinderlijke vreeze" te gebruiken.

vreeze" te gebruiken. In dezen term ligt de bedoeling besloten om aan te geven, dat de vreeze, die de kinderen voor de ouders kennen, tegelijkertijd groote liefde beteekent, eerbied en volkomen overgave, en ongebroken toegenegenheid.

D© moderne gedachte heeft een gansch andere opvatting des levens gepropageerd. De Reformpaedagogen hebben het begrip , , vrijhejd" gesteld tegenover het „eeren" van het vijfde gebod.

Nu was stellig de bedoeling van verschillende modemer© paedagogen niet zoo kwaad als het resultaat dat zij bereikten. Maar reeds vóórdat allerwegen bleek, dat het met de nieuwe levenshouding niet ging, was ook bij de wetenschappelijke beoefenaars der kinderzielkunde de vraag gerezen, of men toch eigenlijk niet te ver gegaan was in zijn eischen om het kind zooveel mogelijk vrijheid te laten bij zijn ontwikkeling.

Zooveel mogelijk vrijheid. Daaronder had men vroeger verstaan: het kind zooveel mogelijk loslaten. Het kind zijn gang laten gaan. Het kind niet remmen in zijn driften; niet beteugelen in zijn neigingen. „Zijne Majesteit Het Kind" deed in de individualistische school van Ellen Key en anderen opgeld.

In wezen deed echter deze opvatting juist aan het wezen van het kind geweld aan.

Vr ij he id is: los zijn van banden, die vreemd zijn aan bet wezen.

Indien nu het wezen van het kind een teugel eischt, is teugeUoosheid een band, die vreemd is aan het wezen. D'an is teugeUoosheid dus onvrijheid.

Indien het wezen van het kind medebrengt, dat bet niet als een majesteit dient behandeld te worden, dan is eerbied opeischen voor „Zijne Majesteit Het Kind" in wezen niets anders dan despotisme over datzelfde kind.

Wanneer de aard van het kind vraagt om leiding, om binding, om een vaste hand, dan beteekent hetloslaten van het kind, het aan het kind toestaan, dat het zijn gang gaat, niets anders dan kneveling van het kind in zijn wezen. Wanneer de aard van bet kind zoo is, dat het alleen gedijen kan bij de houding van de kinderlijke vreeze, dan is het wreed om bet kind zoo op te voeden, dat het slechts kent de joviale jij-en-jou-houding tegenover de ouders, zonder dat het kind eerbied geleerd wordt; dan wordt de grootste souplesse geraffineerde wreedheid.

Nu is het merkwaardig, dat juist de nieuwe kinderzielkunde hier andere opvattingen naar voren brengt dan vóór een 30 a 40 jaar in den kring van de Reformpaedagogen werd verkondigd.

D© aard van bet kind is niet die van een volwassene in miniatuur zonder meer.

Maar ook zelfs al zou dat het geval zijn, dan nog zou het onjuist wezen om te betoogen dat het kind geen behoefte heeft aan den band, aan de tucht, aan den teugel van het gezag.

Zelfs de volwassene kan niet verstaan worden zonder dat wij rekening houden met het feit, dat ieder mensch behoefte heeft aan de beleving van den eerbied in zijn leven, aan de ervaring van de macht, die boven hem gesteld is.

Vandaar, dat oprecht godsdienstig leven zoozeer ook karaktervormend werkt.

D© behoeften van bet kind zijn echter nog veel mesr gericht op de beleving van gezag dan die van den volwassene.

Het kinderlijk noodgevoel is er een van geheel eigen aard.

Het is juist, dat bij de beste vaa 'onze kinderen in de moderne cultuurverboudingen dit kinderlijk gevoel dikwerf in kiem wordt gedood. Wanneer het kleine kind dag in dag uit tevergeefs zijn armen uitstrekt om hulp; wanneer de baby telkens weer ervaart, dat het niets vindt, wanneer het d© zachte aanraking zoekt van moeders hand; wanneer de vraag-en babbelgrage jongen van ©en jaar of vier vijf telkens merkt, dat hij geen antwoord krijgt op de vragen, die hij aan vader stelt —• vragen die hij heel gewichtig vindt, al vindt vader ze onbenullig en flauw—•; wanneer de opgroeiend© kinderen telkens tevergeefs zoeken naar een open plekje in het hart van vader ©n in den tijd van vader; wanneer de grooter wordende meisjes telkens tevergeefs vragen om steun bij d© levenservaring en de levensovergave van moeder — ja, dan komt er ©en ontijdige emancipatie van het eigen Ik; dan sterven allerlei gevoelens, die de mooist© en teerste zijn en die van groote karaktervormende be teekenis kunnen zijn, af.

Maar de aard van het kind is zóó, dat het leiding vraagt. Een kind, dat op driejarigen leeftijd de houding heeft van ©en zelfstandige persoonlijkheid, dat zich niet stoort aan ^e .vermaningen van moeder, dat zich niets aantrekt van d© opmerkingen van vader, dat den indruk geeft, , dat het zelf zijn eigen leven kan richten, wordt door vakmenschen onmiddellijk herkend als een psychopaat op zijn minst.

Waar nu het kind, dat den trek naar het vragen om leiding en steun mist, abnormaal verklaard wordt, daar is het duidelijk, dat het bij het normale kind ©en van de wezenlijk© kenmerken is dat zoeken naar steun en leiding.

Al is natuurlijk door de zonde ook het kinderhart bedorven en al komt ongehoorzaamheid, ook erg© ongehoorzaamheid, bij all© kinderen voor, toch merken oplettende ouders altijd weer bij hun kind uiteind©lijk© behoefte om zich te wenden tot de ervaring van d© ouderlijke leiding.

Heel de ontwikkelingsgang van het kinderlijk zieleleven wordt beheerscht door d© tendenz om g e 1 © i d e 1 ij k zelfstandigheid te zoeken.

Dit geleidelijk zoeken van zelfstandigheid is niet slechts een kenmerk voor de persoonlijkheid van het kind in haar geheel, maar is ook ©en k©nm©rk van de ondersch©iden functies elk op zichzelv©.

Dit geldt zelfs van iets schijnbaar eenvoudigs als het kinderlijk voorstellingsleven. Zonder hulp komt het kind niet tot klare en juiste voorstellingen, althans niet binnen den tijd, waarin de ontwikkeling van het kind zulks noodzakelijk maakt.

Wij kunnen zelfs zeggen, dat het aanvankelijke kinderlijk© gevoelsleven geheel drijft op d© gevoelsoverdraging uit het milieu.

Ook de kinderlijk© begeerten zijn verward, hebben het karakter van vage driften, wanneer niet aan dat leven der begeerten leiding wordt gegeven.

Bij dat alles is dan telkens weer een typisch kenmerk van de situatie, dat deze leiding gezocht wordt bij personen, van wie het kind intuïtief verstaat dat zij hen begrijp©n.

I©mand di© zich geen moeite geeft om de tendenzen die in de kinderziel leven te verstaan, zal niet blijvend door de kinderen worden g©zocht.

Meestal is het zoo, dat de oudere het kind helpen moet, zal het met zijn eigen wenschen, verlangens, strevingen, gevoelens, zelfs met zijn eigen voorstellingen en denkfuncties klaar komen.

Maar hierbij is nu het merkwaardige, dat er bij bet kind naast de tendenz van zelfontplooiing (met steun van anderen) ook is de tendeniz van d© z©lfhandhaving. Zoo ontstaat er d© houding van 't verzet tegen de leiding van anderein.

Deze houding van het verzet tegen d© leiding van anderen, deze tendenz van zelfbanidhaving, staat ten deel© de tendenz van zelfontplooiing in demi weg; zij moet dus in zeker opzicht overwoüinen, worden.

Daarom zal de leiding, die de 2!elfontplooiing vraagt slechts gegeven kunnen worden door iemand, voor wien het kind eerbied heeft, door iemand, di© door het kind gezien wordt als bekleed met gezag.

D© z©lfhandhaving van het kind is ©enerzijds noodig voor de ontwikkeling van zijn karakter en voor het voeden van zijn zelfvertrouwen, maar moet anderzijds ook weer worden onderwo'rpen aan de machten, die de normen, weilk© bov©n het „zeM" van het kind staan, geldigheid willen doen ©rlan, g©ia.

Alle©n op deze wijze kan naar de opvatting van de nieuwere kinderpsychologi© er een evenwichtige persoonlijkheid groeien di© erkent al datgene, wat ©rk©nning b©ho©ft en die toch ook anderzijds eem persoonlijkheid is.

Het is duidelijk, dat door deze id©eën der oieuw©r© zielkunde op wonderlijk© wijz© de aloude eisch van het vijfde g©bod wordt geadstrueerd.

Vreeze en liefde zijn tot hoogere eenheid samengekomen.

Sterk is slechts hij, die als kind sterk© leiding had met stag© behoeft© om zich uit üefd© aan die leiding gebonden te weten.

De al meer in zwang komend© moderne houding, waarbij de kinderen volkomen gelijkwaardige personen zijn met d© ouders, - wordt niet alleen door bet Christehjk beginsel, rnaar ook door de nieuwere kinderpsychologie veroordeeld.

D© ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen, maar zullen dan ook gelijkelijk èn hun ouderlijk© liefde èn hun ouderlijk gezag dagelijks aan hun kind©ren moeten laten ervaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Opvoedings-onnatuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's